Is kunstsubsidie rechtvaardig?
Ik ga met een groep vrienden op vakantie. En voor mij liggen er een aantal simpele vereisten aan de locatie. Ik wil naar een plek waar cultuur is. En dat is meer dan een dorpje waar je van terrasje naar terrasje loopt. Voor mij bestaan vakanties uit het beleven van moderne kunst. Ik kan me totaal verliezen in architectuur van rond de eeuwwisseling (deze of de vorige). Ik ben dol op toegepaste kunst, in het bijzonder Jugendstil. Ik krijg steeds meer waardering voor moderne beeldhouwkunst en vroeg-expressionistische schilderkunst. Maar mijn vrienden, die wilden fietsen, en dus gaan we naar een of ander godvergeten dorpje in de bergen. De vraag rijst waarom de overheid wel mijn fascinatie voor moderne architectuur zou moeten financieren, maar de fietsen van mijn vrienden niet zou moeten betalen? Is kunstsubsidie eigenlijk wel rechtvaardig? Of is het een linkse hobby?
Laat ik in de eerste plaats stellen dat, als ik geen liberaal zou zijn, dit allemaal aanzienlijk makkelijker zou worden. De kern van het liberalisme is neutraliteit ten opzichte van ideeen van het goede leven. Maar ik zou me ook minder liberaal kunnen positioneren: dan zou ik, als een soort Martha Nussbaum, kunnen zeggen wat wel en niet waardevol is een mensenleven. Dan zou de overheid meer geld moeten steken in het bewaren van architectuur uit het interbellum, want dat is pas echt mooi, maar ook alternatieve rock muziek zou kunnen rekenen op een flinke donatie van de staat endan zou iedere schilder na 1945 verplicht extra belasting moeten betalen voor de lelijk troep die ze produceren.