Precies 4 weken geleden viel Rusland Oekraïne aan. Sindsdien heb ik elke dag contact met mijn twee vrienden in Kyiv. Met hun vierjarig zoontje en hond zitten ze de oorlog uit. Ik schrijf op wat ze meemaken. Dit is deel 7 uit de serie ‘Overleven in Kyiv’.
‘Eerder had ik hoop, maar nu geloof ik niet langer dat deze oorlog snel eindigt. Putin geeft zich niet over en gaat ons land, inclusief de Krim, niet erkennen.’ Het is zondag 20 maart. Dit is het antwoord van Viktor als ik hem vraag hoe hij nu naar deze oorlog kijkt.
‘Als ik afga op de informatie van onze overheid en westerse specialisten dan geloof ik dat de actieve oorlog in een maand eindigt. Misschien dat het leven in Kyiv over een maandje wel weer min of meer terug naar normaal is gegaan. Maar plaatselijke gevechten zullen waarschijnlijk nog wel een heel lange tijd doorgaan, vooral in de steden bij de grens met Rusland. Waarschijnlijk totdat de sancties Rusland compleet hebben ontwricht.
Oorverdovend
Maandag 21 maart. Een Russische aanval heeft de avond ervoor een winkelcentrum verwoest vlakbij waar Ada en Viktor wonen. ‘Het was oorverdovend en beangstigend,’ laat Ada weten. ‘Het was een nieuw winkelcentrum, we kwamen er graag.’ Ze stuurt een filmpje waarin hun vierjarige zoontje Tomko door een enorme speelruimte stuitert. ‘In vergelijking met wat er in andere delen van ons land gebeurt, stelt de vernietiging van een winkelcentrum weinig voor, maar het doet pijn dat alles waar we van houden kapot gemaakt wordt.’
Ik vraag Viktor wat er zo bijzonder is aan een winkelcentrum dat de Russen het moeten bombarderen. Ik dacht dat ze een voorkeur hadden voor kinderziekenhuizen, kraamklinieken en scholen, kan ik niet laten er cynisch bij te denken.
‘Geen idee,’ antwoordt hij, en verandert van onderwerp: 'Deze explosie was zo luid dat die zelfs aan de andere kant van de Dnipro rivier was te horen. Voor het eerst hoorden we nu ook het luchtalarm. Normaal krijgen we alleen een waarschuwing op onze telefoon.'
[caption id="attachment_336980" align="alignnone" width="450"] Foto: UNDP Ukraine (cc)[/caption]
Kind
Hoe reageert Tomko op al die enge geluiden, wil ik weten. ‘Meestal reageert hij niet, of vraagt hij of het onweer is,’ antwoordt Ada. ‘Ik ben zo opgelucht dat hij niet helemaal snapt wat er aan de hand is. Hij weet dat er oorlog is, met bommen en raketten, maar hij begrijpt niet wat dat inhoudt. En dat is een hele geruststelling. Hij wordt alleen ongedurig als hij niet naar buiten kan. Het is niet goed voor hem als hij de hele dag binnen naar tekenfilms kijkt.’
‘Laatst zei hij dat hij niet dood wil,’ zegt Viktor. ‘Aan de buitenkant lijkt hij kalm, maar ik ben bang dat hij wel wat zorgen en gedachten heeft over alles wat hier aan de hand is.’
Ik slik een brok in mijn keel weg voor ik vraag wat hij dan tegen Tomko zegt.
‘We vertellen hem dat hij niet dood gaat. Dat we veilig zijn. We zeggen dat ons leger de vijand hier niet laat komen. En dan zegt hij: “Nee, ik laat zélf de Russen niet hier komen. Ik ga zelf tegen ze vechten en ik dood ze allemaal.” Het is verontrustend als ik denk aan wat voor sporen deze oorlog nalaat op zijn psyche.’
Saboteurs
De hele dag is het geluid van beschietingen en explosies van drie kanten te horen. Die avond gaat een avondklok weer in. Deze is volgens Ada en Viktor nodig om saboteurs te vinden. Ik druk ze op het hart om alsjeblieft voorzichtig te zijn als ze weer vanaf woensdag naar buiten mogen. Onzin natuurlijk, dat weten ze zelf echt wel beter dan ik. Ook zij hebben op een van de nieuwskanalen gezien dat een mijn was verstopt in een zandbak.
Dinsdag 22 maart. De hele dag moeten ze binnen blijven, en doordat er constant gevaar dreigt, blijven ze de hele dag in hun schuilkelder. 'Het is mentaal zwaar om de hele dag in een schuilkelder te zitten,' schrijft Viktor. 'Ik denk aan de mensen die nu op de plekken zitten die de hele tijd onder vuur genomen wordt. Constant in een schuilkelder. Dagen-, wekenlang. Ik weet niet hoe dat voor hen moet zijn.
Rond het middaguur komen twee bommen in hun buurt terecht. Nog niet eerder was het gevaar zo dichtbij. ‘De muren en ramen schudden. Alles bleef heel, we zijn niet geraakt,’ schrijft Ada.
Ik zie met afschuw de ravage die de bommen hebben veroorzaakt. Deze aanval doodde één persoon en verwondde er drie. Ada en Viktor kunnen niets vertellen over de saboteurs waarvoor de avondklok was ingesteld. Later lees ik dat er in totaal 162 zijn opgepakt, maar - logischerwijze - geen details over wanneer en waar.
Naar buiten
Woensdag 23 maart. De avondklok is opgeheven. ‘We hebben even de hond uitgelaten,’ zegt Viktor. ‘Ze is doodsbang door het geluid van die eindeloze explosies. Op het moment lijkt het rustig, maar eerder vandaag waren beschietingen vlakbij waar mijn ouders wonen.’
Ze willen opnieuw naar buiten voor een wandeling, maar net als ze willen vertrekken is er een waarschuwing voor een aanval. En dus zitten ze weer in hun schuilkelder. Ze hebben daar wel elektriciteit, maar geen stromend water. Drinkwater hebben ze in flessen. Hun behoefte doen ze op een kinderpotje, eens van Tomko geweest.
’s Avonds laat Ada weten: ‘We konden vandaag toch nog een paar uur naar buiten. Het was heerlijk.’
Vorige afleveringen gemist?
‘We springen niet meer op bij elke knal’ (21 maart)
‘Raketten vernietigen onze steden steeds verder’ (18 maart 2022)
‘We kunnen volhouden, maar niet falen’ (16 maart 2022)
‘Het is angstaanjagend te weten dat deze oorlog niet snel zal eindigen’ (15 maart 2022)
‘Eigenlijk kan ik nog steeds niet geloven dat dit gebeurt’ (10 maart 2022)
‘Hopelijk overleven we dit’ (2 maart 2022)
* Om de privacy van mijn vrienden te beschermen gebruik ik gefingeerde namen.