Zomergasten 2020 met Nazmiye Oral
Let op: de recensie vindt u hier.
Ik ben iedereen beu, vooral mezelf. Telkens weer hetzelfde liedje. De woorden zijn anders, maar het is toch dezelfde tune. Een kapotte plaat, dat is het! Er zit een kapotte plaat in mij.
Ik heb het nu wel gehad met Netflix en YouTube-filmpjes, het me, myself and I.
Zal, afgaand op deze twee uitspraken van Nazmiye Oral, Janine Abbring ook vanavond er een zware dobber aan krijgen iets uit de privésoep van haar gast te lepelen? Nee, we vermoeden dat wat Abbring bij Inez Weski niet lukte, bij Nazmiye Oral geen probleem zal zijn.
Abbring hoeft er waarschijnlijk erg weinig moeite voor te doen, want het werk van Nazmiye Oral is grotendeels nauw verbonden met haar eigen leven. In al haar veelzijdigheid speelt de relatie tussen haarzelf en ‘de ander’ een stevige rode draad.
Veelzijdig? Ja, ze maakte en maakt geschreven columns voor De Volkskrant (2003 – 2012), de Gelderlander (sinds april dit jaar) en gesproken columns voor de Nieuwe Maan.
Ze schreef ook de roman ‘Zehra’ (2011). Over een kind dat in haar eentje rondzwerft in een Turks dorp (Oral is als 6-jarige in haar eentje naar Turkije gestuurd) en uiteindelijk een adoptiemoeder treft. Niet geheel toevallig heet die vrouw Havva (de naam van Orals moeder) en is ze weduwe. Orals vader overleed op 47-jarige leeftijd, een jaar nadat Oral het ouderlijk huis verliet en een pad ging bewandelen dat niet zo naar de zin van haar ouders was.