Wolf

De wolf is weer terug in het land. Voor het eerst in anderhalve eeuw is er weer een exemplaar gesignaleerd. En hoe. Er is zelfs DNA afgenomen, aangezien het edele dier verkeersslachtoffer is geworden. De grap die je wist dat zou komen heb ik al op Twitter gesignaleerd: Nederland is blij gemaakt met een dode wolf. Het is de mus voor grootdenkers. De plaatsnaam waar de wolf zijn einde heeft gevonden - het Gelderse Luttelgeest - moge daar dan weer haaks op staan, Canis lupus heeft daadwerkelijk weer poot aan de grond gezet in Nederland. Het is mooi dat de wilde natuur ons land weer de moeite waard vindt. De Nederlanders waren koplopers in het temmen van moerassen en oerbossen, zodat het land bewoonbaar en teeltbaar werd; nu zijn we ook koplopers in het herstellen van de natuur. Het heeft echter wat treurigs, de heimwee naar geheimzinnige creaturen uit de top van de voedselketen in ons afgekavelde kikkerlandje. Onze natuur is juist helemaal ingesteld op toegankelijkheid en overzichtelijkheid. Het moet ‘geconsumeerd’ kunnen worden door bezonnebrilde dagjesmensen die liever geen vossenlijkjes aan de voet van de bewegwijzering aantrekken. Wolven passen niet in Nederland, want Nederland past niet bij de wolf.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Volentekriebels | Een dag in de natuur

COLUMN - Een dagje terug naar het dorp waar ik opgroeide.

Ik ben opgegroeid in Drenthe in een gezellig brinkdorp met een besmeurde naam. Dat kwam door de oorlog. Er was nooit veel te doen, dus hingen we rond. Dan zaten we bij de bushalte en dronken we yogidrink en aten we chips. Soms stapten er toeristen uit de bus die vroegen waar het kamp was. We zeiden: elf kilometer verderop. Dan baalden ze, maar ze vloekten nooit. In het dorp met deze naam is elke tegenslag relatief.

Soms ging ik met mijn ouders naar het bos of naar de hei. Dat herinner ik me nauwelijks. Ik had weinig oog voor de natuur. Een goudvink zou ik niet herkennen.

Samen met mijn moeder haal ik de achterstand af en toe een beetje in. Dit keer gingen we adders zoeken. Ik vond het best eng, maar dat hoefde niet. Adders zijn luie dieren. Ze liggen en wachten en pas als een prooi heel dichtbij komt, slaan ze toe. Dat doen ze zeven keer per jaar. Mensen bijten ze niet, tenzij je op ze gaat staan. Meestal ga je dan niet dood.

Het was bewolkt en niet zo warm en daarom waren de adders er niet. Wel zagen we Schotse hooglanders en twee reeën en heel veel vogels waarvan ik de namen niet meer weet. Die krijsten heel hard om hun nesten te beschermen. Die nesten waren niet op de plek waarboven ze vlogen. Dat was om ons te misleiden, maar dan kenden ze mijn moeder niet. Gelukkig hadden we geen kwaad in de zin.

Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Leren van de natuur

RECENSIE - Marcel van Dam, oud-politicus, tv-presentator en voormalig voorzitter van de VARA, kocht met zijn vrouw Milou na zijn pensioen een verwaarloosd landgoed op de Veluwe. Ze wilden er een mooi stuk natuur van maken. Over het ‘krankzinnige avontuur’ dat zij daar de afgelopen twaalfeneenhalf jaar beleefden gaat het boek De Steigerberg. Van Dam heeft er veel van geleerd, schrijft hij. Niet alleen over de natuur, maar ook over zichzelf en over de samenleving.

‘We wisten totaal niet waar we aan begonnen,’ is een zin die in talrijke variaties voorkomt in Van Dam’s terugblik. ‘Toeval en onbezonnenheid’ stuurden de stadsmensen. Met de nodige hulp en bijstand van deskundige boeren, bosbouwers en grondwerkers uit de omgeving. En zonder groots plan. ‘We ontdekten gaandeweg dat telkens wanneer we iets hadden veranderd, we weer andere mogelijkheden zagen die we zonder die verandering niet hadden kunnen zien. Van het een komt het ander, al doende leert men.’ Ook van vergissingen, fouten en mislukkingen. Die ‘strategie van vallen en opstaan’ is intrigerend voor een oud-minister uit het kabinet dat meer dan alle andere gedragen werd door het idee van de maakbaarheid van de samenleving. Socioloog bovendien, opgegroeid met de gedachte dat mensen hun samenleving kunnen ordenen om het voor iedereen beter te maken. Van Dam rekent in zijn boek genadeloos af met het idee van langetermijnplanning. ‘Ik geloof niet meer in zaligmakende planning. Van het een komt het ander. Het beste is je daarbij neer te leggen en te blijven proberen alles in je omgeving, zo veel mogelijk aangepast aan de omstandigheden wat mooier en beter te maken.’ De levensles van een 75-jarige. Hoe komt het dat deze toch niet bepaald originele waarneming zoveel minder indruk maakt als je veertig jaar jonger bent?

Foto: Michael Coghlan (cc)

What if companies had to pay?

ACHTERGROND - A recent report shows the cost of various industries on our natural capital.

The environment is a public good. We all share and depend on clean water, a stable atmosphere, and abundant biodiversity for survival, not to mention health and societal well-being. But under our current global economy, industries can often destroy and pollute the environment—degrading public health and communities—without paying adequate compensation to the public good. Economists call this process “externalizing costs,” i.e. the cost of environmental degradation in many cases is borne by society, instead of the companies that cause it.

A new report from TEEB (The Economics of Ecosystems and Biodiversity), conducted by Trucost, highlights the scale of the problem: unpriced natural capital (i.e. that which is not taken into account by the global market) was worth $7.3 trillion in 2009, equal to 13 percent of that year’s global economic output. In other words, under our current economic system companies are forcing global society, their governments, and future generations to pick up a $7.3 trillion tab, and that was just in 2009. Just as importantly, the study found that none of the “high impact” industries would be profitable if they accounted for their natural capital.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende