In 2014 tekenden Georgië, Moldavië en de Oekraïne associatieverdragen met de EU, maar hervormingen zijn nu tot stilstand aan het komen. De EU moet de overheden van deze drie landen ertoe bewegen om méér te doen.
Europa’s Zuidelijke buren verkeren in een staat van chaos, met een burgeroorlog in Syrië en anarchie in Libië, die migranten en vluchtelingen naar de Europese kusten jaagt, waardoor weinig EU-leiders oog hebben voor wat er bij hun Oostelijke buren speelt.
Maar Europa kan de uitdagingen en kansen daar niet negeren. Er zijn beperkingen aan wat het met Armenië, Wit-Rusland en Azerbeidzjan aan kan vangen: het zou verbeterde relaties moeten bevorderen met de eerste twee; en het zou haar besten moeten doen te reageren op de onderdrukking en corruptie in de laatste. Maar haar prioriteit zou moeten zijn om hervormingsprocessen in Georgië, Moldavië en Oekraïne nieuw leven in te blazen, in verbondenheid met bevolkeren die snakken naar beter bestuur en een einde aan een nepotistische zakencultuur
Armenië, Wit-Rusland, Azerbeidzjan
In Armenië is voortgang in de betrekkingen met de EU in 2013 tot een halt gekomen toen Moskou op Yerevan leunde om toe te treden tot de door Rusland geleide Eurasiatische Economische Unie, in plaats van een associatieovereenkomst te tekenen met de EU. Sinds dat moment zijn de EU en Armenië echter onderhandelingen begonnen over een nieuwe overeenkomst, die beoogt zoveel mogelijk van het eerdere associatie-ontwerp te behouden. Armenië is voor Rusland afhankelijk voor haar veiligheid, maar de EU zou haar moeten helpen haar bewegingsvrijheid inzake buitenlandbeleid en handelsrelaties zoveel mogelijk te behouden.