Minister Mattis kwam naar een NATO-bijeenkomst en werd vriendelijk begroet door onze minister Hennis. Zij wilde graag na denken over een inzet in een Amerikaanse poging om zo snel mogelijk definitief af te rekenen met IS. Nu dacht ik dat de Russen, samen met Assad’s troepen, dat klusje bijna hadden geklaard: Mosul is de laatste IS-stad.
Obama heeft het initiatief in het Midden Oosten verspeeld, maar wat er aan vooraf ging – Bush’s invasie in Irak—was geen fraaie oorlog. Terecht dacht Obama dat de Amerikanen moe van de oorlog waren. Nu komt minister Mattis vragen om bijdragen van zijn Europese Nato-partners en in het voorbijgaan wordt ook steun gevraagd voor “boots on the ground” in het Midden Oosten, alsof er geen les is geleerd.
Het is moeilijk te geloven. George Bush stond onder invloed van Cheney, hetgeen veel Irakezen tot de dag van vandaag het leven kost. Nu hebben we Donald Trump, die zijn blunderende en struikelende regering, een “geoliede machine” noemt. Gaan we nu de rommel opruimen van de vorige interventie? Welk risico is er op een reactie van Rusland, of van Iran? De context stemt somber.