Een nieuwe mentaliteit

door Sophia van Tol, Masterstudent Filosofie en Maatschappij aan de Universiteit Groningen met een interesse in sociale en politieke filosofie. Op 12 januari schreef Marjan Slob in de Volkskrant over de ‘paradox’ tussen de enorme welvaart waarin we leven en de groeiende golf van depressies, burn-out klachten en gevoelens van leegte die ervaren worden. De drie sprekers op een bijeenkomst van The School of Life die zij modereerde wezen beschuldigend naar de samenleving maar benoemden ook de verantwoordelijkheid van de beroepsgroep van psychische hulpverleners en die van de gedupeerden zelf. Maar hoe zit het eigenlijk met die verantwoordelijkheid?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wat Nederland en Japan van elkaar kunnen leren

De mentaliteit tussen Nederlanders en Japanners is in veel opzichten totaal tegengesteld. Maar uit die tegenstelling komen soms opmerkelijke overeenkomsten voort. En wellicht kunnen we nog wat van elkaar leren.

Wie door Japan reist ziet een land dat niet alleen bol staat van de cultuur en de tradities, maar ook een land dat op technologisch gebied Europa in veel opzichten ver vooruit is. En tegelijkertijd is alles in Japan bijna angstwekkend efficiënt geregeld. Geen trein rijdt te laat, er ligt geen vuiltje op straat, en wanneer ergens op gewacht moet worden, wacht iedereen keurig op zijn plaats in de rij op zijn beurt.

Verschillen

Grof gezegd komt het verschil in mentaliteit tussen Japanners en Nederlanders op het volgende neer:

In het westen zijn de belangrijkste moderne waarden assertief zijn en voor jezelf opkomen. Het goede van deze mentaliteit is dat in onze moderne maatschappij werkgevers, overheden en echtgenoten die respectievelijk graag hun werknemers, burgers en vrouwen mishandelen op hun tellen moeten passen.
Dit resulteert in een maatschappij met democratie en emancipatie als kernwaarden, en economisch gezien een nadruk op initiatief en creativiteit op de werkvloer. Deze mentaliteit maakt westerse samenlevingen zo sterk als ze zijn. De Nederlandse samenleving is het prototype van zo een westerse samenleving.Prachtig nietwaar? Er is echter ook een keerzijde. Assertief gedrag kan behoorlijk grof, ondiplomatiek en zelfs agressief zijn. Onafhankelijk gedrag kan makkelijk egocentrisch of zelfs egoïstisch worden. En klagen kan nuttig zijn, maar ook gewoon een uiting van nutteloos verwend gedrag.

Herkent u deze keerzijde? Dan heeft u de sleutel tot het begrijpen van de Japanse mentaliteit in handen, want dit is precies zoals een Japanner het zou zien. De Japanner ziet agressie, egoïsme en klagen als kinderlijke uitingen van zwakte. Vergeleken met een Japanner is iemand van een westerse samenleving een overhitte egocentrische huilert die excelleert in onaangepast gedrag; een mensen dat zich als een klein kind gedraagt.

Overeenkomsten

Van alle Europese volken was Nederland 250 jaar lang het enige volk waarmee Japanners handel dreven. Moet er dan niet toch iets overeenkomstig zijn in de volksaard? Ik besprak het een keer met een Japanse vriendin. Wat we misschien gemeen hebben, opperde ik, is dat Nederlanders en Japanners beide van nature een tolerant volk zijn. Het was me al opgevallen dat Japanners erg geneigd zijn zich aan te passen aan hun gasten. Japanners onderling schudden bijvoorbeeld geen handen; zij buigen naar elkaar. Maar een westerling krijgt van iedere Japanner keurig een hand.

Op deze suggestie kreeg ik een goedkeurende knik. Ja, kreeg ik als antoord, wij Japanners zijn tolerant uit trots.

Trots? Wat heeft tolerantie met trots te maken? Voor een Japanner alles, werd me uitgelegd. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je boven iemands gedrag staat.

Een mooie gedachte, maar totaal tegengesteld aan het idee achter de Hollandse tolerantie. Hollandse tolerantie is immers eerder ontstaan uit het besef dat getwist maar slecht is voor de handel, en dat het daarom maar beter is de strijdbijl te begraven. Pure pragmatiek en winstbejag dus.

Zijn wij dan pragmatisch, en is de Japanner dan alleen maar traditioneel? Nee. Want aan de andere kant snapt mijn Japanse vriendin weer absoluut niet waarom Nederlanders klagen over het weer. Je kan er toch niets aan veranderen? Door te klagen over iets wat je niet kan veranderen onderstreep je je eigen zwakte, vindt zij. Je steekt je energie in iets waar je niets voor terug krijgt.

Soms is de Japanner meer pragmatisch dan de Hollander.

Trots

In de Japanse cultuur zijn gastvrijheid, gehoorzaamheid en tolerantie geen tekenen van zwakte, maar de manieren om macht en trots te tonen. En ook deze mentaliteit heeft zo zijn voordelen. Wie in Japan komt zal verbaasd staan over de grondigheid waarmee alles in Japan is geregeld. Japan is moderner, schoner, en beter geordend dan Zwitserland. Alles in Japan loopt stipt op tijd, met een angstwekkende precisie. De Japanner komt dan ook bij iedere afspraak altijd te vroeg.

Het probleem dat Nederlanders hebben met deze op zich zeer mooie eigenschappen als tolerantie en gehoorzaamheid, is dat hij deze dingen eigenlijk tegen wil en dank toepast, omdat hij voelt dat het botst met zijn trots.

Leren

Persoonlijk denk ik dat de Japanner nog heel veel van de Nederlander kan leren, en andersom. Wat wij hebben te brengen is een constructief-kritische houding en het stimuleren van initiatief. Wat we van de Japanner kunnen leren is trots te zijn op het rekening houden met anderen, het opbrengen van berusting bij zaken die nu eenmaal niet te veranderen zijn, en de coöperatieve instelling wanneer er gezamenlijk wat te bereiken is. En misschien de kracht trots te zijn op onze tolerantie en zaken als openheid en gastvrijheid.

Tot slot: natuurlijk zijn dit allemaal slechts gemeenplaatsen. De gemiddelde Japanner bestaat net zo min als de gemiddelde Nederlander, en de overeenkomsten zijn groter dan de verschillen, omdat we allemaal mensen zijn. Een heel groot deel van de Nederlanders is meer dociel dan de gemiddelde Japanner en zo zijn er uiteraard ook veel Japanners die een stuk brutaler zijn dan de gemiddelde Nederlander. Maar het verschil in de mentaliteit is toch duidelijk merkbaar wanneer men in Japan te gast is.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De wereld is mijn oester

weekendlogo123.jpgDe wereld als oester. Er zijn mensen die er zo tegenaan kijken. Zij zien alles wat zij aantreffen uitsluitend in termen van bruikbaarheid voor zichzelf. Planten en dieren zijn voedsel of versiering. De niet-levende natuur is nuttig als grondstof om er iets van te maken. De medemens is een bron van vermaak: je kunt ze uitlachen, in elkaar slaan of naaien. Kinderen kunnen leuk zijn als zij leuk zijn. Overal moet je aan kunnen verdienen. Voldoet de omgeving niet aan deze kijk dan leidt dat tot ontevredenheid. Als je er niks aan hebt moet het maar weg. De homo economicus in a nutshell, sorry oester. Maatschappelijk gezien heb je niks aan dit soort mensen.

Helemaal aan de andere kant van de schaal zitten de mensen die alles wat zij aantreffen respecteren, als gelijkwaardig beschouwen. Planten en dieren hebben hun eigen rechten. De niet-levende natuur moet verstandig beheerd worden, zodat er niks opraakt. De medemens verdient aandacht en zorg. Kinderen moet je eigenlijk eerst vragen of zij wel verwekt willen worden. Alles is van iedereen, je mag er niet rijk van worden. De omgeving wordt geaccepteerd met zijn gebreken. De homo respectus met andere woorden (een zuiver theoretisch concept overigens). Met dit soort mensen zouden we nu nog in een teepee wonen, dus daar heb je ook niet veel aan.