Via de achterdeur
COLUMN - Over Mark Zuckerbergs plannen om Facebook, Instagram en Whatsapp volledig te integreren in een groot onderliggend platform, is de afgelopen dagen al veel geschreven. Sommigen zijn enthousiast – de encryptie die Whatsapp gebruikt, zou ook in de andere applicaties welkom zijn – maar de meesten betonen zich bezorgd. Facebook heeft immers een belazerde reputatie op het gebied van privacybescherming, datahandel en datamining.
Ook na het immense schandaal rond Cambridge Analytica – waarbij de gegevens van 87 miljoen gebruikers werden doorverkocht en voor snode politieke doeleinden werden ingezet – houdt het maar niet op. Onlangs werd het bedrijf er alweer op betrapt dat het derden ongegeneerd, via een achterdeur, toegang gaf tot gegevens van haar gebruikers; ditmaal ging het om Netflix en Spotify, die via Facebook nog meer data verwierven dan eerder al werd aangenomen.
Het is voor Facebook echt heel moeilijk om niet creepy te zijn https://t.co/rrvvv1swr2
— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) January 30, 2019
Zuckerbergs move lijkt ten doel te hebben Whatsapp eindelijk winstgevend te maken – dat is hem vooralsnog niet gelukt. Maar een gratis dienst winstgevend maken, kun je doorgaans alleen doen door de data van de gebruikers te verkopen.
Dat zowel de oprichters van Instagram als die van Whatsapp vorig jaar onder veel rumoer het Facebook-concern verlieten, is een teken dat Zuckerberg iets anders met beide diensten wil dan de makers ervan voor ogen stond. Met name Whatsapp-ceo’s Brian Acton en Jan Koum legden bijtende verklaringen af over Facebooks plannen, en de privacy-implicaties daarvan.