COLUMN - Vandaag wint de kunstmatige intelligentie. AlphaGo, een project van het Brits-Amerikaanse bedrijf DeepMind, speelt vandaag in Seoul zijn vijfde en laatste partij Go in een match tegen de beste speler ter wereld, Lee Sedol. De stand tot nu toe: drie-een. Zelfs als Sedol vandaag wint, gaat de match naar AlphaGo.
Kenners zijn overrompeld. ‘Ik had niet verwacht dat hij zo’n perfecte partij zou spelen,’ zei Lee na zijn eerste verlies. Andere Go-experts roemen AlphaGo’s intuïtie, zijn verrassende zetten en zijn capaciteit om te leren.
AlphaGo is gebouwd rond een nieuw type kunstmatige intelligentie. Oudere spelcomputers, zoals Deep Blue die in 1997 de befaamde match van schaakkampioen Gary Kasparov won, werkte met een rijk geheugen aan gespeelde partijen, een gigantische botte rekenkracht en een ingewikkelde boomstructuur. Op basis van die drie elementen kon Deep Blue uitrekenen wat de meest voordelige zet zou zijn. AlphaGo werkt met een neuraal netwerk, is zelflerend, en speelt voortdurend tegen oude versies van zichzelf teneinde zijn spel te verbeteren. Geheid dat AlphaGo de vierde partij, die hij van Sedol verloor, inmiddels grondig heeft geïncorporeerd in zijn systeem.
Dat het ding Go op zulk hoog niveau weet te spelen, is ongekend. De mogelijke zetten bij dat spel zijn absurd veel groter dan bij schaak; meer dan er atomen in het universum zijn, zoals liefhebbers van het spel graag zeggen. Met brute rekenkracht kom je er niet, evenmin als met een bibliotheek aan oude partijen in je chips. Intuïtie, inzicht en elegantie zijn belangrijker.