Kolossus Ontwaakt

In april van dit jaar zorgde de onthulling van een 49 meter hoog standbeeld van brons in Senegal voor veel controverse. Het 'Monument van Afrikaanse Wedergeboorte' in Dakar, een door president Abdoulaye Wade geïnspireerd ontwerp, moet Afrika's wederopstanding uit intolerantie en racisme verbeelden. Het toont een gespierde Afrikaanse man met ontblote torso, een vrouw aan zijn zijde en een kind dat hij op zijn schouder omhoog houdt, reikend naar de zee. Onder meer Jesse Jackson en 30 staatshoofden waren aanwezig voor de officiële inwijding. Voor de bouw tekende Mansudae Art Studio, een Noord-Koreaans bouwconcern dat ongetwijfeld vooral de nodige ervaring kreeg door het oprichten van tientallen meer dan levensgrote beelden van Geliefde LeiderKim Jong-il. Het enorme beeld in Dakar is om tal van redenen omstreden. Kritiek richtte zich vooral op de verspilling van geld voor een presidentieel prestigeproject in het straatarme Senegal, de overdreven heroïsche symboliek en de megalomane schaal. In het islamitische Senegal werd, tamelijk voorspelbaar, ook vrijwel direct een hele trits fatwa's afgekondigd. Binnen de Islam geldt namelijk een sterke traditie van aniconimse, dat wil zeggen dat men weinig gediend is van afbeeldingen van Allah of van levende wezens. Vanwege de schaarse kleding van met name de vrouw - brrr, blote benen - waren de lokale imams al snel eensluidend in hun afkeuring. Het Senegalese Monument van Afrikaanse Opstanding past naadloos in een hernieuwde traditie van het oprichten van kolossale standbeelden, die in het Westen grotendeels onopgemerkt is gebleven.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Niet normaal

GeenCommentaar heeft plek voor gastloggers. Het onderstaande stuk is van Jos van Dijk en verscheen eerder op zijn eigen blog.

Niet normaal (Marc Quinn, Stuart Penn, citaatrecht)

In de Beurs van Berlage is een tentoonstelling geopend van kunstenaars die zich via hun werken afvragen wat er nu eigenlijk normaal is in deze samenleving. Het affiche met een foto van één van die werken, een beeldhouwwerk van Marc Quin, is al door de NS geweigerd. Men vreest voor negatieve reacties van het publiek. Het station moet een prettige plek zijn om te verblijven, wordt er nog aan toegevoegd. Het beeld op de poster is een afgietsel van een bestaande persoon, de Britse stuntman Stuart Penn, die zijn linkerarm en rechterbeen mist.

De NS levert met deze weigering onbedoeld een bijdrage aan de inzet van de kunstenaars die het normale ter discussie stellen. En deze bijdrage is, zoals zo vaak bij bedrijven met een groot publiek, krampachtig en bekrompen. Het niet normale is taboe want het roept vervelende vragen op en het veroorzaakt ongemakkelijke gevoelens. Het normale, het feest der herkenning, is prettig, geruststellend en mag gezien en gehoord worden. Daarmee kan een bedrijf voor de dag komen.

Dit zijn redeneringen die raken aan het hart van de cultuurpolitieke waarde van het grondrecht van vrijheid van meningsuiting. Daarin gaat het er juist om dat het afwijkende beschermd wordt. Het gaat om tolerantie en dat is het toelaten van een uiting ondanks je afkeer van de inhoud of strekking. Die waarde wordt steeds weer ontkend wanneer op alle mogelijke gronden een afwijkend beeld of geluid uit de openbare ruimte wordt geweerd, of het nu kunst of politiek is.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kunst in de virtuele wereld

Geencommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Onderstaand stuk is van Jaap Olsthoorn en verscheen eerder op de cultuursite CultuurBewust.

Still uit Flower

Al sinds tijden word ik geplaagd door de vraag: waarom vallen games niet onder kunst? In de muziek, film en literatuur is het bijna onmogelijk om een grens te trekken tussen vermaak en kunst. Ook bij beeldende kunst voelt het voor mij alsof elk schilderij, als er maar een idee achter zit, ook kunst is. Belangrijk om te weten is dan wat de definitie van kunst is.

Consensus daarover is er niet. Toch zijn er een aantal voorwaarden waaraan kunst vaak voldoet. Zo moet niet iedereen het na kunnen maken, of is het de eerste of enige in zijn soort. Soms vertelt het een verhaal, maakt het emoties in je los of zet het je aan het denken. Er is een medium dat aan al deze voorwaarden tegelijk kan voldoen: games, ofwel computerspelletjes. Toch is de wereld er nog niet klaar voor om games van simpel entertainment tot kunstvorm te verheffen. Waarom is dat eigenlijk?

Het is maar een spelletje
De eerste, meest voor de hand liggende reden is nog wel de naam: games, computerspelletjes. Hoe kan een spelletje nou kunst zijn? De term games komt nog uit de tijd van [i]Pong[/i], [i]Tetris[/i], [i]Centipede[/i] en [i]Digger[/i], toen het enige doel ‘een zo hoog mogelijke score behalen’ was. Er was geen sprake van een verhaal, geen verklaring van motieven en geen introductie van karakters. De enorme werken van vandaag, met vaak tot 40 uur speeltijd en soms uren aan filmmateriaal ([i]Metal Gear Solid 4[/i]) vallen eigenlijk niet meer onder dezelfde noemer. ‘Interactive virtual drama/horror/adventure’ zou meer op zijn plaats zijn, maar ja, dat is ook zo’n mond vol. In de schrijfkunst hebben ze een onderverdeling weten te maken tussen literatuur en lectuur, in de filmwereld tussen de ‘A-film’ en de ‘B-film’, maar in de gamewereld vallen alle uitingen onder dezelfde noemer: games.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Andrew Keen over kunst vs. web 2.0

Andrew Keen (Foto: Flickr/illustir)

De afgelopen maanden heb ik me onder andere bezig gehouden met het organiseren van de Incubate Innovation Lecture (IIL). Deze is onderdeel van het jaarlijkse kunstfestival Incubate (tot vorige jaar: ZXZW) in Tilburg.

Het festival is vooral in het nieuws gekomen vanwege bezwaren van dierenrechtenactivisten en rechtse politici tegen de Aktion van de kunstenaar Hermann Nitsch waarbij een dood varken werd gebruikt (dat was een scharrelvarken, terwijl de bio-industriekip werd genegeerd; sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen). Maar er waren ook heel veel bands, film, dans en dus ook een Innovation Lecture, dit jaar van Andrew Keen.

Keen werd beroemd danwel berucht dankzij zijn polemisch boek The Cult of the Amateur (Nederlandse vertaling: De @-cultuur). Hierin trok hij flink van leer tegen web 2.0: radicale democratisering leidt waardering van opinie boven kennis (iets waar b.v. ook Joris Luyendijk deze week over klaagt in het NRC Weekblad), narcisme viert hoogtij en in plaats van dat we ons breder informeren, lezen we alleen nog de dingen die ons aanstaan.

Voor de IIL had Keen zich vooral gericht op nieuws, hoewel hij in zijn boek ook de invloed van web 2.0 op internet wel behandelt. Ook was The Cult of Amateur duidelijk geschreven als polemiek – even lekker overal tegenaan schoppen om de discussie aan de gang te krijgen – terwijl Keen altijd volhoudt dat hij in principe positief staat tegenover internet. Wij vroegen hem daarom voor de IIL daarom zich te concentreren op de kunsten en na te denken hoe die om moeten gaan met de problemen en mogelijkheden die internet biedt.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Duiven als kunstcritici

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Twee duiven bespreken het werk van Picasso (Foto: Flickr/Janielle Beh)

Veel kunstliefhebbers of -historici zijn van mening dat je de vraag of een kunstwerk mooi of lelijk is niet zou moeten stellen. Er is wel slechte kunst en goede kunst en die kan zowel mooi als lelijk zijn. Maar wat is dan goede kunst? En wat is slechte kunst? Japanse wetenschappers vroegen het aan duiven.

Nu zijn duiven zich niet bewust van eventuele maatschappij- kritische uitingen noch van enige postmoderne verwijzingen naar voorgaande werken door de kunstenaar. Dus koos onderzoeker Shigeru Watanabe voor kindertekeningen. Hij liet mensen kindertekeningen als ‘goed’ of ‘slecht’ beoordelen. Vervolgens liet hij duiven de verschillende categorieen leren door ze bij ‘goede’ kunstwerkjes te belonen. Vervolgens werden de kunstkenner-duiven geconfronteerd met nieuwe kindertekeningen en wat bleek: De duiven waren inderdaad ook in staat om voor de nieuwe tekeningen ‘goede’ kunst van de ‘slechte’ te onderscheiden.

We kunnen dus met Watanabe concluderen dat er iets is in de tekeningen dat zowel in mensen- als in duivenhersenen dezelfde reactie oproept. Maar wat is dat dan? Het ligt voor de hand om naar de natuur te kijken. Sommige kunstwerken – ook abstracte kunst – lijken meer op de realiteit dan andere in termen van hoeveelheid en dichtheid kleuren, lijnen en vlekken. Plaatjes die meer op de werkelijkheid lijken blijken beter gevonden te worden door mens en dier.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Beeldende standpunten

GC heeft ruimte voor gastloggers. Op de valreep van augustus, de maandelijkse bijdrage van P.J. Cokema, die uw beeldend standpunt over onderhavige kwestie vraagt.

Levend stanbeeld in actie (Foto: Flickr/Mike Willis)

Dit weekend wordt in Arnhem het World Statues gehouden. Twee dagen lang wordt de hele stad volgeplempt met levende standbeelden. U kent ze wel. De van top tot teen geverfde artiesten, ware meesters in de stilstand, slechts van echte standbeelden te onderscheiden door het gebrek aan duivenpoep op het hoofd en het feit dat ze toch ineens een onverwachte manoeuvre uitvoeren.

Ik vind het knap. Zo’n festivalletje geeft een mooie gelegenheid de ware kunstenaars van de mindere goden te onderscheiden en verrast te worden door een enkele sublieme originaliteit. Hoeft geen groot gebaar te zijn. Lang voordat de levende standbeelden gemeengoed waren in winkelcentra en toeristische pleinen, had de VPRO een hele leuke dagafsluiting. Je zag De Denker van Rodin. De seconden tikten weg en plotseling schoot de elleboog van de knie en het beeld raakte even uit evenwicht. Een geweldige vondst, naar mijn mening. Jammer dat het filmpje niet op het internet is te vinden. Misschien weet een van de lezers of het ergens nog te achterhalen is?

Wat ik wel een beetje mis bij de vele levende standbeelden, is dat er nauwelijks een ‘statue with a statement’ bijzit. De meeste echte standbeelden hebben dat meestal wel. Historische figuren en herdenkingsmonumenten zijn minstens het statement van belangrijkheid. We mogen niet vergeten wat een persoon of periode heeft betekend. Zo’n statement hangt ook aan de beelden van heiligen die roerloos de gevels van kathedralen versieren. Gevels die ook beeldjes bevatten, die religieuze mores symboliseren.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Museum Boijmans Van Beuningen

Breughels 'kleine' Toren van Babel, topstuk van de Koenigs-collectie Bron: Wikimedia Commons

Nederland moet weer eens een schilderij teruggeven dat voor de Tweede Wereldoorlog voor een prikkie is gekocht van mensen in nood. Deze keer was het de gemeente Rotterdam die iets te veel VOC-mentaliteit aan de dag had gelegd en zo in 1937 voor 3.500 gulden aan een mooie Jan Toorop kwam.

Ondertussen wordt de grootste koopjesjager nog steeds vereerd in de naam van een museum.

De Rotterdamse havenbaron D.G. van Beuningen kocht begin 1940, toen de Duitse inval nog slechts een kwestie van afwachten was, voor 1 miljoen gulden de Koenigs-collectie. Nou is dat een behoorlijk gecompliceerde zaak, waarin al is besloten dat Nederland de schilderijen mag houden, maar vast staat wel dat Van Beuningen wist dat de collectie minimaal 4 miljoen waard was. Hij ving al anderhalf miljoen voor een deel dat hij onder dwang moest doorverkopen aan de nazi’s tijdens de bezetting.

Misschien wordt het eens tijd om een streep door het Van Beuningen-deel te halen en het museum zijn oorspronkelijke naam terug te geven?

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Vorige