Rammelende zaadleiders?

Een studie in IJsland heeft aangetoond dat mannen die op latere leeftijd kinderen krijgen, meer mutaties doorgeven aan hun nageslacht. Met een verhoogde kans op bijvoorbeeld autisme of schizofrenie als gevolg. Steeds meer vrouwen willen carrière maken voordat ze aan kinderen gaan denken. Jarenlang voelt het voor velen alsof ze alle tijd hebben om aan zelfontplooiing te doen en gewoon een leuke tijd te hebben. Maar dan zijn daar opeens die spreekwoordelijk rammelende eierstokken. Het is algemeen bekend dat de kans op een gezonde baby afneemt als de moeder richting veertig gaat. Voor mannen is dit anders, zij kunnen tot op late leeftijd vader worden. Maar is dit werkelijk zonder risico’s?

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Misdrijf

Dus nu gaan we ouders hoofdelijk verantwoordelijk stellen voor het overgewicht van kinderen.

Wanneer ouders niet genoeg doen om hun kinderen slanker te krijgen, kunnen die zelfs onder toezicht worden geplaatst. De Amsterdamse wethouder van der Burg gooide er nog een schep bovenop door in zijn rechtvaardiging van deze maatregel vetzucht bij kinderen gelijk te stellen aan kindermishandeling.

Welja, geef de ouders alle schuld en maak er maar meteen een misdrijf van om een te dik kind te hebben. Zo gaat-ie lekker, meneer van der Burg. Wat is uw volgende voorstel? Zulke ouders in de gevangenis gooien?

Dat inmiddels een kwart van de Amsterdamse kinderen aan overgewicht lijdt, is zorgwekkend. Maar het is raar om ouders daarvoor als enige schuldige aan te wijzen. Ernstig overgewicht bij kinderen is een internationale ontwikkeling, van Europa en de VS tot China en Japan; zou dat nu écht uitsluitend aan die ouders liggen?

Op straat kun je nergens meer spelen, sportvelden liggen ver buiten de stad, kinderen worden voor de veiligheid overal per auto of achterop de fiets naartoe gebracht. Scholen hebben de uren voor sport en gym flink meten wegbezuinigen. In de winkels zijn hele schappen gevuld met snoep en snacks op graaihoogte, en bij de kassa word je bijkans besprongen door suikerwerk. Reclames houden vol dat repen waar noten in zitten ‘gezond’ zouden zijn, al bevatten ze evenveel calorieën als een Mars, en vruchtensap dat stijf staat van de suiker wordt aangeprezen als een ‘verstandige’ keus.

Schoktherapie

In een rek van een souvenirstalletje op de Wilhemstrasse, naast de Berlijnse muur, zag ik het tenue hangen van de Deutsche Mannschaft. Mijn vrouw en ik fietsten er langs. Even overwoog ik niets tegen haar te zeggen. Maar ik had schoktherapie nodig. Ik stopte, liep naar het rek en hield het tenue omhoog. Ze knikte. Dit zouden we meenemen naar huis, voor onze dochter van zes.
    De eerste week van het toernooi had onze dochter in het oranje gelopen. Toen Nederland de tweede wedstrijd had verloren, constateerde ze: ze zijn gewoon niet goed. Het was een zakelijke constatering, zonder teleurstelling.
    Tijdens de kwartfinales was ze eerst voor Frankrijk, want daar was oma op vakantie, en daarna voor Spanje, want daar woonde Sinterklaas.
    Toen we thuiskwamen uit Berlijn, trok ze meteen het Duitse tenue aan. Nu was ze voor Duitsland, zei ze. Toen ze later in bed lag, wist ze waarom: het was het land dat het dichtste bij Nederland lag. Met haar handen gebaarde ze: je had Duitsland en Nederland en daar zat helemaal geen plek meer tussen. Dichterbijer kon niet.
    Inderdaad.
    Als kind moet ik ook zo gedacht hebben. Ergens tussen toen en nu is iets misgegaan. Nu ben ik iemand die nog bijna dagelijks denkt aan het binnenkantje links van Robben dat uiteenspat op de rechtervoet van Casillas. Of aan Ambrosini die uit de dekking van Van Bommel is weggelopen. Of aan de driftige pasjes van Arsjavin langs Ooijer. Niemand denkt daar vrijwillig aan.
    Een tijd lang vond ik mijn overreactie amusant. Het is fijn om af en toe een mysterie te zijn voor zichzelf. Weinig is zo onverdraaglijk als redelijkheid. Bovendien was mijn reactie functioneel: als je angst, hoop en teleurstelling uit het voetbal haalt, blijft er een soort balletvoorstelling over. Een matige balletvoorstelling begeleid door het geluid van een eindeloos doorspoelende WC.
    Maar de laatste tijd amuseert mijn teleurstelling me niet meer, ik wil er vanaf. De vraag is hoe. Ik bezit zekere vaardigheden op het gebied van het relativeren en voetbal is eminent relativeerbaar. Je hoort het mensen wel eens doen. Voetbal is een handvol miljonairs die tussen twee reclameblokken door achter een stuk leer aanhollen, dat soort teksten.
    Er is inderdaad geen enkele reden waarom je je eigen welzijn zou verbinden met de prestaties van voetballers. Die sluitende conclusie kent slechts een klein gebrek: een reden blijkt volstrekt overbodig te zijn.
    Het enige alternatief is mezelf te ontregelen. Noem het schoktherapie. In de trein naar huis vond ik een krantje met foto’s van een lachende Van der Vaart in het water van de Côte d’Azur. ‘Moet hij niet onder een dekbed ergens liggen huilen?’ vroeg mijn vrouw. Ik heb langdurig en geconcentreerd naar de foto gekeken. Dat was een begin. Toen dacht ik aan mijn meisje in Duits tenue. Ze juichte. Dat werkte nog beter. Straks juich ik voor de Italianen en dan kan de genezing niet meer ver weg zijn.
    De ochtend na onze thuiskomst, wilde mijn dochter het tenue aan naar school. Ik dacht: oei, misschien moet ze daar nog even mee moest wachten. Nog niet iedereen is klaar voor schoktherapie. Maar toen realiseerde ik me: het zijn kinderen. Het wordt Sinterklaas tegen pizza. Dat kan niet mis.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Kunst op zondag | Wat vind je er zelf van?

Waarin de auteur zich verontschuldigt voor een vorig stukje en hij u meeneemt in de wording van een kunstwerk.

Wat ik zelf van m’n stukje vond. Mevrouw Molovich bracht het voorzichtig. Niet best, zei ik. Nee, was niet best, vond zij ook. Ik legde uit hoe het zo gekomen was. Het was naar aanleiding van de Europese toezegging de Spaanse banken 100 miljard euri te lenen. Men hoopte daarmee, zo had ik een correspondent van de NOS horen zeggen, de markt gunstig te stemmen. Wat mij dan weer moedeloos stemde. Want elke keer als de politiek iets doet in de verwachting daarmee de markt gunstig te stemmen, dan weet je dat de markt de volgende dag heel even verveeld en plichtsgetrouw opflikkert, om vervolgens weer net zo ver terug te zakken.

Heb lak aan de markt, wilde ik schrijven. Hoe meer je de markt gunstig probeert te stemmen, hoe harder de markt in je bek schijt. Lap die kutmarkt aan je laars. Zet de markt buitenspel.

Maar toen bedacht ik de metafoor van het onverzadigbare monster dat op dieet moet, liet me meevoeren, werd verliefd, waarna ik, dronken van verliefdheid, mijn verhaal in een sprookje veranderde dat geheel en al op die vrij simplistische metafoor leunde. Het resultaat van mijn verliefdheid was een gedrocht.

Foto: Riccardof (cc)

Arme kinderen en bruine beren

In het relatief rijke Europa van 2009 telde UNICEF 13 miljoen kinderen die noodzakelijke basisvoorzieningen misten. In Portugal, Bulgarije en Roemenië had meer dan een vijfde van de kinderen te lijden onder armoede. We mogen aannemen dat inmiddels, drie jaar later en een diepgaande economische crisis verder, deze aantallen zijn gestegen en dat er nog wel wat landen bij zijn gekomen. Europa biedt een groot aantal van haar kinderen weinig tot geen perspectieven. En voor de jongeren in de zuidelijke landen is het al niet veel beter. De jeugdwerkloosheid loopt er op tot boven de 50%. Spanje heeft nu een jeugdwerkloosheidspercentage van 52%. De ‘indignados’ die in 2011 met hun tentjes de pleinen in de Spaanse steden bezetten kwamen vorige maand weer bijeen en moesten constateren dat een nieuwe regering hen tot nu toe nog geen oplossingen had gebracht.

Het rapport van UNICEF, Report Card 10, heeft de armoede op twee manieren gemeten. Via een 14 items tellende criteria lijst met punten als drie maaltijden per dag, een rustige plek om huiswerk te maken, schoolboeken of een internetverbinding, en door te kijken naar de relatieve armoede: waar bevinden de kinderen zich ten opzichte van de armoedegrens in hun eigen land. Zo gemeten moet 70% van de Roemeense kinderen beschouwd worden als arm, evenals de helft van Bulgaarse kinderen en 27% van de Portugese kinderen (in 2009). Zelfs als je weet dat een kwart van de Roemenen een paar jaar eerder nog onder de armoedegrens zat (ter vergelijking: Polen 17%, Oostenrijk 6%), is die armoede onder kinderen in Roemenië wel erg schrijnend. En dan herinneren we ons misschien ook nog wel de trieste beelden van Roemeense kindertehuizen van een paar jaar terug. Als we de toekomst van het land moeten afleiden uit de situatie waarin de kinderen moeten opgroeien mogen we een nog veel grotere migratiestroom richting het noorden verwachten dan die waar men zich nu zorgen om maakt.  Wellicht een agendapunt voor het overleg van het IMF waarvoor minister De Jager vandaag en morgen in Boekarest is?

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Zorgeloos

In plaats van kinderen heb ik katten genomen. Die zijn veel handiger in de omgang. Ze hoeven niet steeds naar de crèche als je van huis bent, ze zeuren nooit om zakgeld, ze eten altijd hun bordje leeg, en ze bedelen niet elk halfjaar om nieuwe Nikes. Ze komen nooit dronken thuis en hebben geen foute vriendjes. Zich wassen doen ze zonder enige aanmaning, zelfs achter hun oortjes en tussen hun tenen.

De laatste jaren ben heb ik een nieuwe reden om blij te zijn met mijn keus. De toekomst oogt somber: we raken door de gas- en olievoorraad heen, het klimaat verandert, onze rechtstaten kalven af, en nu zitten we nog middenin een economische crisis ook. Had ik kinderen, dan zou ik geheid nacht na nacht liggen woelen over hun toekomst. In wat voor wereld leven zij als ze volwassen zijn? Doe ik ze op pianoles, of is survival-training wellicht toch verstandiger?


Niet dat je kinderen de enige geldende reden zijn om te zorgen dat de wereld ook na ons bewoonbaar blijft. Maar zulk eigenbelang, in de vorm van persoonlijke nazaten, maakt de zaak wel een stuk minder abstract.

Het gekke is dat de kinderen die ik ken – pubers, en al bijna een beetje volwassen – zich zelf nergens zorgen over lijken te maken. Ze volgen goede opleidingen en gaan her en der studeren, Ze kunnen piano spelen en schaken. Ze spreken hun talen. Ze reizen dat het een aard heeft. Ze volgen de politiek. Ze hebben meningen en een volle agenda. Over de wereld zijn ze niet bezorgd, laat staan over de toekomst: die liggen immers gewoon waar ze horen, namelijk aan hun voeten. Ze zijn vast voornemens om beide te veroveren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Micro-economie

In het wooncomplex waar ik woon zijn twee traptractoren aanwezig en vier kinderen die graag op die tractors rijden. Twee kinderen zijn eigenaar van een tractor, twee hebben er geen. Een van die kinderen die geen tractor heeft is mijn zoon.

De moeder van een van de tractoreigenaren hield onlangs nog een lofrede op de solidariteit die er heerste onder kinderen in ons wooncomplex. Iedereen mocht de spullen van iedereen lenen, want alle kinderen wisten dat hun spullen terugkwamen, dat hun vertrouwen niet zou worden beschaamd. Dat zei ze voordat haar zoon zijn tractor met handen, tanden en veel dramatiek beschermde tegen mijn zoon. Zijn moeder heeft toen tegen mijn zoon gezegd dat hij altijd de tractor mag pakken als zij er niet zijn.

Dat doet mijn zoon dan ook. Geheel tot ongenoegen van de andere tractoreigenaar. Die weet dat hij er niks tegen kan doen, maar eigenlijk, zo vindt hij, heeft mijn zoon niet het recht om op de tractor van hun buurjongetje te spelen. Het jongetje meent zijn bezit te moeten beschermen door het bezit van zijn mede-eigenaar te beschermen. Zo doet dat, om met mijn zoon te spreken.

Onlangs was mijn zoon weer op de tractor aan het rijden toen de tractoreigenaar terugkwam. Door de sociale druk voelde mijn zoon zich gedwongen de tractor af te staan. Het werd even grimmig. Ook het andere jongetje dat graag op tractors rijdt maar er geen heeft, was erbij. Uiteindelijk gaven mijn zoontje en hij de strijd op. De twee tractoreigenaars gingen demonstratief vrolijk over onze binnenstraat rijden. Mijn zoontje en zijn lotgenoot gingen op een houten vlonder zitten en deden daar net alsof ze heel hard in een politie-auto aan het rijden waren.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende