Asielzoekers en statushouders als pseudoburgers

door Jaco Dagevos De kabinetsmaatregelen dempen de integratie en participatie van asielzoekers en statushouders. Het gevaar dreigt dat dit een categorie pseudoburgers creëert, vindt hoogleraar Jaco Dagevos. Waar gaat het naartoe met het participatiebeleid voor asielzoekers en statushouders? In politieke en maatschappelijke discussie weinig aandacht voor de implicaties van het voorgenomen kabinetsbeleid voor de participatie van asielzoekers en statushouders die al in Nederland verblijven. Dat terwijl de voornemens van het kabinet rond de participatie van asielzoekers en statushouders ingaan tegen de positieve ontwikkelingen die er de laatste jaren zijn geweest. De discussie gaat vooral over het terugdringen van de (asiel)migratie. Men kan van mening verschillen over de omvang van de migratie en de noodzaak om daar wat aan te doen, maar los daarvan is het belangrijk om te stimuleren dat asielzoekers en statushouders de Nederlandse taal leren en aan het werk kunnen gaan. Meer aandacht voor participatie In de afgelopen jaren zijn er twee maatregelen genomen die meer ruimte bieden voor de participatie van asielzoekers in ons land. Eind 2023 werd de 24-weken-eis afgeschaft. Dit betekent dat asielzoekers het gehele jaar mogen werken. Dit was het resultaat van jarenlange adviezen vanuit de wetenschap en van maatschappelijke organisaties en werkgevers. Een door een werkgever aangespannen rechtszaak gaf uiteindelijk de doorslag. En met succes: kort na het afschaffen van de 24-weken-eis nam het aantal aan asielzoekers afgegeven werkvergunningen snel toe. Opvang als eerste stap in het participatiebeleid en niet naar een verslechterde psychische gezondheid De invoering van de Spreidingswet is een andere gunstige ontwikkeling die de participatie van asielzoekers een impuls kan geven. Doordat de opvang gelijker over gemeenten verdeeld wordt, zijn naar verwachting minder grootschalige (nood)opvanglocaties nodig. Meer permanente locaties betekent dat mensen minder hoeven te verhuizen tijdens de opvangperiode. En dat is – weten we uit onderzoek – goed voor de psychische gezondheid van asielzoekers. De wet biedt een kader voor meer kleinschalige opvang, georganiseerd in (de buurt van) gemeenten waar asielzoekers na statusverlening komen te wonen. Hierdoor kunnen gemeenten een vroege start maken met de inburgering en zo komen opvang- en inburgeringsbeleid in elkaars verlengde te liggen. Een ontwikkeling naar wat ik het ‘participatiemodel’ noem, lag in het verschiet: de periode in de opvang is niet alleen bedoeld voor de afwikkeling van de asielprocedure; deze tijd kan ook worden benut als voorbereiding voor participatie in een nieuwe samenleving. Ruime mogelijkheden voor het leren van de taal en het faciliteren van vrijwilligers- en betaald werk bieden een opstap naar een volwaardig bestaan in een nieuw land. Opvang als eerste stap in het participatiebeleid en niet, wat nu vaak het geval is, naar een verslechterde psychische gezondheid. Geen Spreidingswet en sobere opvang Zoals bekend, wil het kabinet-Schoof de Spreidingswet intrekken, waardoor het realiseren van het participatiemodel uit beeld raakt. Over de 24-weken-eis zegt het kabinet niets, waarschijnlijk blijft die dus ongemoeid. Verder noemt het regeerprogramma – in een ander hoofdstuk dan over asiel en migratie – dat kansrijke asielzoekers meer mogelijkheden moeten krijgen om te werken. Dat voornemen lijkt echter op gespannen voet te staan met het kabinetsstreven naar een sobere opvang. Hoewel niet concreet wordt gemaakt wat dit precies betekent, lijkt het ver af te staan van een participatiemodel. De regering lijkt meer te kiezen voor wat je een ‘terugkeermodel’ zou kunnen noemen, analoog aan de praktijk in Denemarken, waar gedurende de opvangperiode geen aandacht is voor taalonderwijs en participatie. Onderzoek wijst uit dat onzekerheid over de verblijfspositie een rem zet op de integratie Andere kabinetsvoorstellen raken statushouders ook. De verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft en de termijn voor naturalisatie gaat van vijf naar tien jaar. Onderzoek wijst uit dat onzekerheid over de verblijfspositie een rem zet op integratie. Mensen zijn terughoudender om de taal te leren en te investeren in Nederlandse opleidingskwalificaties; factoren die bij uitstek van belang zijn om vooruit te komen in een nieuw land. Verder wil het kabinet de mogelijkheden tot gezinshereniging beperken. Ook hiervan is uit onderzoek bekend dat het de positieverwerving van migranten belemmert. Een onvolledig gezin en onzekerheid of gezinsleden mogen komen, is psychisch belastend en neemt de energie weg die nodig is om de taal te leren en werk te vinden. Iets vergelijkbaars geldt voor het beperken van de toegang tot sociale huurwoningen voor statushouders. Zonder reguliere woning – en vaak een langer verblijf in een opvanglocatie – maken mensen geen start met hun inburgering. Al deze maatregelen dempen de integratie en de participatie van asielzoekers en statushouders. Het Nederlandse integratiebeleid stond lange tijd bekend vanwege het zoveel mogelijk gelijkschakelen van rechten van migranten die hier mogen blijven en van de zittende bevolking. Daar neemt het voorgenomen beleid afstand van. Het gevaar dreigt dat dit een categorie pseudoburgers creëert voor wie niet alleen de mogelijkheden voor participatie worden ingeperkt, maar die ook het signaal krijgen dat ze er niet bij horen. Steun in de rug De nieuwe regering heeft een serie maatregelen voorgesteld om met name de asielmigratie te beperken. Over de gewenste omvang van de migratie kun je met goede redenen verschillen van inzicht. Maar geldt dat ook voor het verminderen van de participatiekansen van asielzoekers en statushouders? Beleid kan mensen in limbo laten zitten, maar kan ook mensen een steun in de rug geven De voordelen voor individu en samenleving om meer mensen aan het werk te krijgen en onderdeel te laten zijn van deze samenleving, zijn evident. In de huidige krappe arbeidsmarkt hebben we mensen die kunnen en willen werken juist hard nodig. Binnen de bevolking is er brede steun dat asielzoekers tijdens de opvangperiode de taal leren en betaald werk verrichten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten pleit al jaren voor een verbinding tussen het opvang- en het inburgeringsbeleid en steunt mede om die reden de Spreidingswet. Onlangs pleitte het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers ervoor om de participatiemogelijkheden van asielzoekers te vergroten. In 2026 zou de helft van de asielzoekers aan het werk moeten zijn. Beleid doet ertoe; het kan mensen in limbo laten zitten, maar het kan ook als hefboom werken die mensen een steun in de rug geeft om een bijdrage te leveren aan deze samenleving. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Jaco Dagevos is bijzonder hoogleraar Integratie en Migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en senior onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Door: Foto: Youtube (uitzending RTV Utrecht, 27 september 2024)
Foto: © Rijksoverheid Kabinet Schoof bordesfoto - foto Valerie Kuypers

Eenheid van kabinetsbeleid: wat houdt dat in?

COLUMN - van Prof.Dr. Bert van den Braak

In het debat over de regeringsverklaring werden twijfels geuit over de eenheid van het kabinetsbeleid. Dat gebeurde toen vicepremier Fleur Agema op X had gereageerd op de door premier Dick Schoof uiteengezette lijn ten aanzien van het door vrouwen dragen van de hijab. De vraag kwam op of Agema (PVV) zich wel kon vinden in die lijn.

1. Grondslag

Eenheid van kabinetsbeleid is een kernwaarde in het staatsbestel. Ministers moeten met één mond spreken (en daarnaar handelen).

Het beginsel is neergelegd in Grondwet en het reglement van orde van de ministerraad.

Artikel 4, 3e lid van de Grondwet bepaalt dat de ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en de eenheid van dat beleid bevordert. Artikel 12, lid 2 van het reglement van orde van de ministerraad bepaalt dat geen minister tegen besluiten van de ministerraad handelt.

Dat vormt de kern van het sinds 1848 bestaande homogeniteitsbeginsel. Een minister mag in de ministerraad tegen een besluit stemmen, maar kan zich er daarna ofwel bij neerleggen (en loyaal uitvoeren) ofwel opstappen.

2. Ministerraad

De bepalingen lijken zich primair te richten op de ministerraad. Het is dan ook diverse malen voorgekomen dat een minister zich niet kon verenigen met een besluit in de ministerraad en daarna opstapte. Dat was bijvoorbeeld het geval in 1972 toen de DS’70-minister Drees en De Brauw tegen de invulling van bezuinigingen keerden en in 1980 toen minister Andriessen vond dat er meer moest worden bezuinigd.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Gerard Stolk (cc)

De minister van corona doet zijn werk niet

COLUMN - Eind vorige week was het op nog slechts 14 van de 100 GGD-testlocaties mogelijk een afspraak te maken: de laboratoria die het afgenomen materiaal door de machines moeten halen, hadden nog nauwelijks capaciteit over. Gisteren stortte het systeem compleet in: Nieuwsuur constateerde dat er nergens nog een GGD-locatie viel te bekennen waar je terecht kon. Tegelijkertijd meldde het RIVM dat er diezelfde dag liefst 1300 testen positief bleken.

De besmettingen stijgen, terwijl de testcapaciteit voortdurend tekortschiet. En minister De Jonge blijft steevast beloven dat het ‘binnenkort’ heus allemaal goed komt. Zodat we nu in de akelige situatie komen dat iemand moet gaan bepalen wiens beroep ‘vitaal’ genoeg is om voorrang te mogen krijgen. Leraren en zorgpersoneel kunnen voortaan sneller terecht voor een test, beloofde minister De Jonge vrijdag, terwijl zijn partijgenoot Hubert Bruls, de voorzitter van het Veiligheidsberaad, daar juist fel tegen was: volgens Bruls hebben mogelijk andere groepen voorrang nodig, zoals politiemensen en vuilnismannen.

Zijn we nu werkelijk in de situatie gekomen dat we onderling moeten vechten wie zich een wattenstaafje in neus en strot mag laten duwen, terwijl ‘testen, testen en nog eens testen’ al maandenlang het credo is? En terwijl veelvuldig testen de enige manier is om de bewegingen van het virus in kaart te brengen, en verdere verspreiding ervan tegen te gaan?

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Rutte repareert (II)

Op oudejaarsdag voorspelden we hier: 2016 wordt, meer dan 2015, het jaar van “Rutte repareert”. We gaven een overzicht van maatregelen die het kabinet in 2015 moest nemen om onzorgvuldigheden en schade weg te werken, die door haar wetgeving is veroorzaakt. Het lijstje bleek niet helemaal compleet, dus komen we er nu op terug.

Na een valse start in 2012, een onderhandeling hier, een akkoordje daar, is dit kabinet toch nog aan regeren toegekomen. Snode plannen werden wetten en het land moest er mee aan de slag. Of het nou lag aan de ambitieuze ijver, de haast om daden te stellen of louter dommigheid, een aantal wetten pakten zo slecht uit dat het kabinet reparatiemaatregelen moest treffen.

Het duurt altijd even voor de gevolgen van een wet merkbaar zijn, dus de herstelwerkzaamheden begonnen voor sommige doelgroepen wat aan de late kant. We zetten de complete lijst, vanaf 2013,  op een rij.

2013

18 september
Minister Asscher repareert het partnerbegrip kinderopvangtoeslag,
Door een aanpassing in het fiscaal partnerbegrip en het partnerbegrip voor de toeslagen vanaf 2012 wordt een in huis genomen ouder toeslagpartner van een alleenstaande ouder. Indien de inwonende (hulpbehoevende) ouder niet meer voldoet aan de arbeidseis, kan dit voor de alleenstaande ouder tot gevolg hebben dat het recht op een kinderopvangtoeslag vervalt. Op verzoek van de Tweede Kamer is besloten tot een wetswijziging, die per 1 januari 2014 en met terugwerkende kracht over 2012 en 2013 dit probleem oplost.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Rutte repareert

Als het einde van het jaar in zicht komt, worden de meest uiteenlopende lijstjes opgemaakt. Het lijstje dat wij u vandaag aanbieden, hebben we nog nergens gezien.

Het gaat om een ander einde, namelijk 2016 zelf. Dat wordt het laatste jaar dat Rutte II nog de puntjes op de i kan zetten. Zoals vaker gebeurt bij kabinetten die de finish zien aankomen, worden er wat kadootjes uitgedeeld. Wie herinnert zich niet het “ zoet na het zuur” van Balkenende?

Ook dit kabinet is niet vies van het voormasseren van de kiezers, getuige het recente belastingplan dat een belastingverlaging van vijf miljard euro belooft voor werknemers en werkgevers. Het lijkt de laatste maatregel te zijn van een jaar waar Rutte II al eerder douceurtjes uitdeelde.

Schone schijn! Er is niets meer en niets minder aan de hand dan dat Rutte II wat reparatiewerkzaamheden uitvoert op wat eerder zo hartstochtelijk is afgebroken of faliekant is misgelopen. In 2013 zei Rutte: “Er is niets mis met dit land wat we niet kunnen repareren”.

Die uitspraak indachtig presenteren wij, op de drempel van de tijd, het jaaroverzicht “Rutte repareert”.

8 juni
Eerst de culturele sector slopen, en nu weer investeren. Minister Jet Bussemaker gaat jaarlijks 18,6 miljoen extra steken in de culturele sector.