Het schorem en het kwaad
Een spook waart door Europa – het spook van het schorem uit de grootstedelijke buitenwijken. Voor Sarkozy was het helder: de werkloze jongeren uit de banlieu waren “racaille”. Cameron doet niet voor hem onder en spreekt over “criminal vandalism”.
Wie rondrijdt in de buitenwijken van Londen en Parijs, kan gemakkelijk zien hoe de boel niet bij elkaar is gehouden. De binnensteden zijn rijk, commercieel, toeristisch. Maar verder naar de buitenkant verarmt en verkleurt de stad. Daar wonen de immigranten en de werklozen.
De multiculturele samenleving is mislukt, zeggen we elkaar gretig na. Maar wat had er precies moeten gelukken, dan? Dat gekleurde jongeren scholing hadden gehad, dat zij een perspectief hadden gekregen en een doel in hun leven hadden verworven, dat zij een baan en een inkomen hadden kunnen vinden? Als je die eisen aanlegt, is het geen groot succes geworden, ons multi-culti drama. Maar wie draagt daar schuld aan? Met huidskleur of cultureel verschil heeft dat niet zo veel te maken, vrees ik. “Die im Dunkeln sieht man nicht”, meende Brecht. En dat weten zij in het donker zelf ook heel goed: dus vechten zij met de politie en zorgen voor verlichting door wat branden.
Kort voor de Engelse rellen trad een eigenaardige terrorist op in Noowegen, Anders Breivik, in een land waar de boel al jaren door sociaal-democraten behoorlijk bij elkaar wordt gehouden. Hij noemde zich kruisridder, (echo van Bin Laden?) vijand van feministen, marxisten, vreemde geloven en was bevreesd voor de overheersing door de Islam. Hij wilde die angst voeden door een verzengend vuur en decennia van strijd te beginnen, die pas in 2084 beslecht zal worden.