Dit kabinet stelt “orde op zaken”, maar op de woningmarkt nog even niet. Het voorstel over het kooprecht voor huurders kan als ondoordachte onzin worden afgedaan. Wat er in het Catshuis is verzonnen over de hypotheekrente is nog even geheim, dus de woningmarkt lijkt nog een maanlandschap, dor en levenloos. Maar over de extra huurverhoging voor de scheefwoners is verwarring: de helft van de woningcorporaties ziet er wel iets in.
De formulering in het regeerakkoord luidde: “De doorstroming op de huurmarkt wordt bevorderd door voor huurders van een gereguleerde woning met een huishoudinkomen van meer dan 43.000 euro een maximale huurstijging van inflatie+ 5% toe te staan.” (Concept Regeerakkoord VVD-CDA, 30 september 2010, p.46)
Dat was op zich een boeiende streep door parlementaire discussies over inkomens, huurniveau en doorstroming. Daarmee werd bedoeld dat mensen die voldoende verdienden naar duurdere woningen zouden verhuizen. Nooit kon er iets op dit gebied; en dan ineens wordt er iets mogelijk gemaakt dat er op lijkt. Dat is opmerkelijk.
De vragen zijn talrijk: hoe komt de verhuurder aan betrouwbare inkomensinformatie, wat te doen als die ontbreekt, wat te doen als de huurder aantoont dat zijn inkomen na peildatum dramatisch is gedaald (b.v. door pensionering)? Ook van betekenis: welke grondslag heeft de Belastingdienst juridisch om informatie aan verhuurders te verschaffen? De dienst kent ons inkomen om er belasting over te kunnen heffen, niet om er onze huur mee te laten bepalen.