Historische excuses
COLUMN - Wat of ik als historicus en als Amsterdammer nou vond van de historische excuses die burgemeester Halsema onlangs maakte voor het slavernijverleden? Ik had de vragensteller graag een wijs en diepzinnig antwoord gegeven, maar ik heb geen uitgekristalliseerde mening. Dat wil niet zeggen dat ik niet een paar losse, half uitgewerkte gedachten zou hebben.
Kentheorie
Om te beginnen zit er aan zo’n historisch excuus een kentheoretisch aspect. Niemand zal ontkennen dat het geweldig goed was toen Willy Brand door de knieën ging voor het monument voor de Getto-opstand in Warschau, want zowel hijzelf als de andere aanwezigen hadden de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Het maken van een excuus voor iets dat lang geleden is gebeurd veronderstelt dat er zoiets zou zijn als een overerfbaarheid in slachtofferschap en daderschap. Ik weet niet goed hoe ik zoiets zou kunnen onderbouwen.
Begrijp me niet verkeerd: er bestaan historische continuïteiten en die zijn met het sociaalwetenschappelijke instrumentarium te onderbouwen. Maar ik weet gewoon niet goed hoe ik slachtofferschap na het verstrijken van tijd nog kan documenteren. Als ik lees dat een intelligent en gewaardeerd schrijver als de Libanees Amin Maalouf oppert dat het Westen zich moet verontschuldigen voor de Kruistochten, bekruipt mij een zekere ergernis. In de eerste plaats omdat “het” Westen niet bestaat en in de tweede plaats omdat naar mijn idee de Ottomaanse periode de historische continuïteit heeft gebroken.