De ondergang van de geesteswetenschappen

Ach ja, de geesteswetenschappen. Deze week is het de Martin-Luther-universiteit in Halle-Wittenberg en dit keer zijn het classici wier instituut wordt bedreigd. Twee weken geleden waren de archeologen in Sheffield de pineut. Er is een petitie hier en er is een petitie daar. U moet ze maar even tekenen, als u denkt dat het nog zin heeft. Die laatste acht woorden zijn insinuerend. Natuurlijk heeft het wél zin er wat van te zeggen als universiteiten iets waardevols mollen. Dat ik die acht woorden toevoeg, is echter om diezelfde reden. Het is zinvol te noteren dat het geen verrassing is. Een jaar of zes geleden documenteerde ik in een stukje “Ex oriente nox” hoe het traditionele onbegrip voor de humaniora steeds vaker overging in sloop. Ik had niet de verwachting of hoop dat het iets zou uithalen. De geesteswetenschappen zijn te verdeeld om nog gered te worden. Illustratief is dat maar weinig classici de petitie over archeologie in Sheffield onder de aandacht brachten en dat weinig archeologen de petitie voor de classici in Halle-Wittenberg delen. Zo gaat het altijd in de geesteswetenschappen. Wie wordt bedreigd, kan alleen terugvallen op zijn allernaaste collega’s. Ook in Nederland. Toen de Vrije Universiteit de studierichting Nederlands ophief, maakten vooral de neerlandici reuring. Ze hadden meer bijval verdiend van andere geesteswetenschappers. De verdeeldheid van de geesteswetenschappen verklaart waarom de universiteiten de aangekondigde bezuinigingen wel weer buitenproportioneel zullen afwentelen op de geesteswetenschappen. Ze kunnen zich toch nauwelijks verdedigen. En dus zal binnenkort in Nederland weer een vakgroep kapot gaan. De waarde van de humaniora Ik leg de waarde van de geesteswetenschappen nog één keer uit met een voorbeeld uit eigen huis. Ik heb immers – opgeleid in de geesteswetenschappen als ik ben – niet de brede ontwikkeling om over andere specialismes te schrijven. Het voorbeeld: we hebben in West-Europa een soort collectieve angst voor de ondergang van onze beschaving, die via boeken als Gibbons Decline and Fall teruggaat tot de Renaissance. Men redeneerde dat ooit Rome ten onder was gegaan, dat daarna Duistere Eeuwen waren aangebroken, dat het in de Renaissance beter was geworden maar dat de beschaving nóg eens ten onder kon gaan. Al gaf een Gibbon argumenten waarom het zo’n vaart niet zou lopen, de angst was er. Ongegrond is het idee niet maar het is ook specifiek voor eerst Italië in de vijftiende eeuw en later het Europa van de grote imperia. Door zo’n idee terug te plaatsen in zijn eigen context, begrijp je het, ontstaat ruimte voor alternatieve visies, bevrijd je je van een vooroordeel en sta je sterker tegenover politici die je angst willen aanjagen. Zoals Mark Rutte. Dit is waarvoor we geesteswetenschappen hebben. Het gaat dus in wezen om een pedagogisch programma. We worden er weliswaar niet meer mans van, maar wel meer mens. Daarom heten de geesteswetenschappen vanouds humaniora. Gedeelde informatie Omdat ze het inzicht vergroten in de denkbeelden die in onze samenleving rondgaan, zijn literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis, taalkunde, geschiedenis en soortgelijke disciplines uitsluitend zinvol als de inzichten aan die samenleving ten goede komen. Dat gebeurt echter – websites als Neerlandistiek niet te na gesproken – veel te weinig. De letterenfaculteiten hebben het accent gelegd op het onderzoek en verwaarlozen hun publieke taak. Volgens dit onderzoek heeft slechts een derde van de geesteswetenschappelijke instituten een plan voor overdracht; in andere wetenschapsgebieden is dat de helft. Ik heb al vaker verteld dat ik, als ik vragenstellers moet uitleggen hoe classici omgaan met teksten, moet doorverwijzen naar de theologen. Classici leggen het wetenschappelijke aspect van hun vak niet uit. Ook is er in Nederland geen archeologie-museum waar je ontdekt wat vraagstellingen en theorievorming zijn. Samengevat komt het erop neer dat geesteswetenschappers onvoldoende doen om het wetenschappelijke proces en het belang van wetenschappelijke vorming te tonen. Ze claimen relevantie maar tonen die niet. Daarmee is de situatie in Nederland niet anders dan in Sheffield of Halle: de geesteswetenschappers zijn hier even verdeeld, even onbekend en onbemind en even gemakkelijk aan te wijzen als doelwit voor bezuinigingen. Envoi Voor Sheffield en Halle zijn er petities. U kunt ze tekenen – hier en daar – omdat het zin heeft vast te leggen dat wij, burgers, zagen dat de universiteiten iets waardevols kapot maakten. Het is echter even zinvol de vraag te stellen of wij ons nog moeten inspannen voor het redden van geesteswetenschappers die het zelf niet belangrijk genoeg vinden op te komen voor andere geesteswetenschappers of hun bezigheden professioneel uit te leggen. Ik moet enige moeite doen om mijn ergernis te onderdrukken om de eenzijdige bezorgdheid van de classici en archeologen. Feit is: de universiteit is een doodlopende weg. Ze is slecht omdat haar personeel overbelast is, slecht omdat ze de verkeerde inbedding is voor de geesteswetenschappen, slecht omdat ze de samenleving ongeïnformeerd houdt. U kunt de petities tekenen, als u denkt dat het nog zin heeft. Maar volgens mij is er iets zinvollers te doen. We moeten nadenken over de wijze waarop we de geesteswetenschappen vruchtbaarder institutioneel vorm geven. Het initiatief tot die zinvollere discussie zal vanzelfsprekend niet worden genomen door de VSNU of de KNAW. Die constatering zal ook niets veranderen, maar het blijft zinvol die passiviteit te registreren in een boek of in dit blogje. En als u wetenschapper bent, is dit linkje voor u.

Foto: cc Maria Theresia im Kreise ihrer Familie Martin van Meytens, Public domain, via Wikimedia Commons.

Beter wordt het niet

RECENSIE - ‘Zo schrijf je geschiedenis’, zegt Geert Mak bij wijze van aanprijzing op de cover van dit boek. Maar ‘Beter wordt het niet’ is geen geschiedenisboek. Althans, not on my watch. Of zou Mak bedoelen dat Caroline de Gruyter met dit boek ‘geschiedenis schrijft’? Dat lijkt me uiterst onwaarschijnlijk. De ondertitel luidt ‘Een reis door de Europese Unie en het Habsburgse rijk’. Maar dat klopt ook al niet. Verreweg de meeste hoofdstukken spelen zich af in Wenen. Wat is ‘Beter wordt het niet’ dan wél? De beste omschrijving is waarschijnlijk: ‘Op zoek naar herinneringen aan het Habsburgse rijk’. Want dát is wat De Gruyter doet. De oude Otto van Habsburg, de zoon van de laatste Oostenrijkse keizer (Karel) en tevens Europarlementariër tot 1999, die heeft ze helaas nooit mogen ontmoeten maar verder komen er heel wat mastodonten voorbij. Grote namen die vertellen hoe schön het vroeger eigenlijk was.

De Gruyter, bekend vanwege haar bijdragen in de NRC, schrijft normaliter over de Europese Unie. Omdat ze tot voor kort in Wenen woonde (van 2013 tot 2017 om precies te zijn), meent ze een bijzondere kijk op Europa te hebben ontwikkeld: ‘Door mijn tijdelijke onderdompeling in de Habsburgse wereld ben ik mezelf allerlei vragen gaan stellen over Europa die ik waarschijnlijk niet – of anders – gesteld had als ik niet vier jaar in Wenen was neergestreken.’ Ze ziet interessante overeenkomsten tussen de EU en het Habsburgse rijk: ‘De Habsburgers, ontdekte ik, werden gedreven door dezelfde constante queeste naar compromissen die ik uit Brussel kende. Wat me al even bekend voorkwam: het bijvijlen, het aanpassen en hervormen dat nooit ophoudt omdat de ene hervorming nu eenmaal tot de andere leidt.’

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | Werken in de wetenschap

Ik zie ook bij collega’s in Leiden en aan andere universiteiten hoe moeilijk het is om genoeg onderzoekstijd te vinden. Hoe overwerkt ze zijn om goed onderwijs te kunnen blijven geven. Hoeveel vrije tijd ze erin moeten stoppen.

Daarmee is het een baan geworden die vooral toegankelijk is voor mensen met weinig zorgtaken en een gezondheid die bestand is tegen veel overuren. Een baan voor mensen die financieel het nog wel kunnen uitzingen op parttime aanstellingen en de onzekerheid van tijdelijke contracten. Om verschillende redenen begon dit mij op te breken.

Foto: Blind Walls Gallery, Clowns, animals and freaks © Johan Moorman © foto Wilma Lankhorst.

Kunst op Zondag | verkent Blind Walls Gallery

RECENSIE - Blind Walls Gallery is het buitenmuseum van de stad Breda. Het museum op straat is gratis toegankelijk en omvat ruim 90 muurschilderingen. Te voet of met de fiets kun je de geschilderde geschiedenis van de Baronie van Breda ontdekken. Voor details over de werken is er de Blind Walls Gallery website én sinds kort een rijk geïllustreerde jubileumcatalogus.

“Elke muurschildering is weer een nieuw avontuur op zich,
dankzij de kleurrijke makers die eraan meewerken
en dankzij ons gedreven team.“

Uitspraak Dennis Elbers in Blind Walls Gallery, het museum op straat (2020).

Blind Walls Gallery Maria Hemelvaartkerk #105 © Isakov © foto Wilma Lankhorst

Blind Walls Gallery, Maria Hemelvaartkerk © Isakov © foto Wilma Lankhorst.

Waar gaat Blind Walls Gallery over?

Blind Walls Gallery is de naam van ‘Het museum op straat’ in Breda. De rijke geschiedenis van de stad is hier de primaire inspiratiebron voor nationale en internationale street art kunstenaars. Het idee van Blind Walls Gallery is geïnspireerd door het oudste geschilderde stadsgezicht uit de Nederlands kunst: een zestiende-eeuws drieluik. Hierop staat onder andere de stadsmuur van het middeleeuwse Breda. Deze muur, die de stad bescherming en aanzien gaf, is nu grotendeels verdwenen. Talrijke blinde muren van huizen en kantoren, in zowel laag- als hoogbouw kwamen er voor in de plaats. Deze blinde muren geven de stad een grijs en grauw aanzien, ze dagen uit tot verwaarlozing van de publieke ruimtes. Blind Walls Gallery streeft er sinds 2014 na om Breda een nieuw stadsgezicht geven.

Foto: aesop (cc)

Spinozaland

RECENSIE - De regen kwam met bakken uit de hemel. Maar de schipper stelt de reiziger gerust. ‘Springt u maar op de wal. En dan links, rechts en nog een keer rechts, daar is het huis van de chirurgijn.’ En korte tijd later vond hij inderdaad het gezochte huisje. De meid deed open en de bezoeker stelt zich in het latijn voor: ‘Oldenburg, nobili saxo. Ik wens de heer Spinoza te spreken…’

Was het écht slecht weer, die dag? De meid verstond de bezoeker niet, vertelt Maxime Rovere – verstond de schipper hem wél? Of voelde de schipper aan dat zulk hoog bezoek maar één doel kon hebben: Bento de Spinoza? Het is het eeuwige probleem bij ‘geromantiseerde’ non-fictie: de werkelijkheid is altijd verwarrend en chaotisch, en een roman moet nu eenmaal vaart maken.

Vaart, dat maakte Henri Oldenburg in elk geval, in die zomer van 1666. De wetenschapper/diplomaat reisde al geruime tijd door Europa, op zoek naar de belangrijkste vertegenwoordigers van de ‘Nieuwe filosofie’. Zo kwam hij ook in Amsterdam, waar hem werd verteld dat hij ook langs Rijnsburg moest gaan, het ballingsoord van Spinoza. Spinoza begreep onmiddellijk dat hij een voorname gast over de vloer had. De heren zetten zich op een bankje (p. 262/263):

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: ubberdave (cc)

Vuistrecht en wisselgeld

RECENSIE - Hij vertelde het graag. Hoe hij tijdens de overwinningsparade, achter de Duitse colonne aan, over de Champs-Élysées had gereden. Hoog te paard. Op de trottoirs had zich een menigte nieuwsgierige, uitgehongerde, woedende Fransen verzameld. Er werd geschreeuwd, gevloekt, gesist. Ze herkenden de gehate Bismarck, uiteraard. Er hoefde er maar één een schot te lossen, en de chaos zou uitbreken. Een van hen, zo zag Bismarck, keek wel héél woest. Bismarck verliet de colonne, reed op hem af, en vroeg om een vuurtje voor zijn sigaar. En hij kreeg een vuurtje. Bismarck bedankte (hij sprak perfect Frans), en reed door.

Waar gebeurd? De Pruisische kanselier was een ervaren leugenaar. Maar zo zag hij zichzelf graag: onafhankelijk opererend, nergens bang voor, altijd kalm. En die Franse woede, die was maar oppervlakkig. Die zou wel weer overgaan. Dat laatste was niet waar. En dat wist Bismarck donders goed.

De Frans-Duitse Oorlog van 1870/71 gooide het Europese machtsevenwicht volkomen overhoop. Dat Pruisen een opkomende macht was, dat begreep iedereen al vele jaren. Bismarcks superieure diplomatie was tot twee maal toe uitgemond in ‘gerechtvaardigde’ oorlogsverklaringen en eclatante overwinningen. Eerst op de Denen, om Sleeswijk Holstein. Daarna op het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk, om het gezag binnen de Duitse Bond. Beide keren toonde het Pruisische leger dat het superieur was aan alles wat verder een leger heette te zijn. En beide keken de andere grootmachten toe. Maar de spanning steeg. Met name de Fransen voelden zich bedreigd en vernederd. Iedereen begreep dat een Frans-Duitse oorlog een kwestie van tijd was. Het wachten was op de vonk die het kruitvat tot ontploffing zou brengen.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Dit Amerika

RECENSIE - Laat ik beginnen met een waarschuwing. Wie ‘Dit Amerika’ van Jill Lepore koopt op basis van de ondertitel, ‘Pleidooi voor een betere natie’, komt bedrogen uit. Want dat pleidooi ontbreekt. Het boekje is wellicht een pleidooi te noemen, maar dan wel een warrig pleidooi voor heel iets anders. Namelijk dat de Amerikaanse liberal historici de geschiedenis van de Verenigde Staten niet langer moeten negeren. Want zoals de door Lepore geciteerde historicus Carl Degler 35 jaar geleden al opmerkte: als zij geen nationale geschiedenis meer willen schrijven, omdat dat idee hen tegenstaat, dan zullen anderen dat gaan doen. En dan zijn historici (en de hele Verenigde Staten) nog verder van huis.

Lepore’s pleidooi is in wezen een warrige beschrijving van hoe Amerikaanse historici of gewoon denkers van diverse pluimage zijn omgegaan met begrippen als natie en nationalisme. Het is geen gemakkelijk leesvoer. Lepore schrijft nogal ploeterend,  zoals we al wisten dankzij haar vorig jaar verschenen, vuistdikke geschiedenis van de Verenigde Staten, ‘Deze waarheden’. Daar komt bij dat ze veel te veel als bekend veronderstelt, en veel te vaak bronnen citeert zonder dat de lezer enig idee krijgt waaróm dat boek en dat citaat nu juist hier opduikt. Ze hanteert de omgevallen-boekenkast-stijl, kortom. En het gebodene maakt alles bij elkaar nu niet bepaald een doordachte indruk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: The Integer Club (cc)

Gods schaduw

RECENSIE - Plots lijkt er iets mis te gaan. Na honderd pagina’s over de voorouders en de jonge jaren van sultan Selim moet de lezer onverwacht 150 pagina’s tot zich nemen over Columbus, de val van Granada, de ontdekking van Amerika en ga zo maar door. Pas daarna, rond pagina 250, pakt Alan Mikhail de draad weer op en komt Selim ‘de Grimmige’ aan de macht. Wat Mikhail de lezer (klaarblijkelijk) duidelijk wil duidelijk maken is dat de ontdekking van Amerika niet los kan worden gezien van de strijd van de Europeanen tegen de islam. Hij zal uitleggen hoe dat écht zit.

Voor wie een beetje ingevoerd is in de geschiedenis van Europa rond 1500, is dat een open deur. Iedereen weet dat Columbus zijn gevaarlijke plan om naar het Westen te varen, om zo het oosten te bereiken, aan het Spaanse koningspaar Ferdinand en Isabella probeerde te verkopen door te stellen dat hij zo contact kon leggen met de tegenstanders van de islam in Oost-Azië, waardoor de aartsvijand van Spanje ingesloten zouden worden. Columbus werd daarbij, zo blijkt uit zijn overvloedige papieren, gedreven door zijn obsessie om in navolging van de Portugezen grote ontdekkingen te doen. Hij schreef over zeereizen, getuigenverklaringen, kaarten, astronomie – maar vrijwel geen woord over de islam. Maar volgens Mikhail was Columbus een echte moslimhater. Al in zijn inleiding noemt hij Columbus een matamoros, een ‘morendoder’, en voegt daaraan toe (p.12):

Foto: IISG (cc)

De Tweede Kamer in ere hersteld

RECENSIE - In opdracht van de Tweede Kamer schreef  Carla Hoetink een boek over de terugkeer van het parlement in het bevrijdingsjaar 1945.

Zonder verkiezingen betrok op 25 september 1945 een merendeels wat ouder gezelschap het gebouw van de Tweede Kamer aan het Haagse Binnenhof. Het waren leden van de in 1937 gekozen volksvertegenwoordiging die hun plaats innamen in wat toen genoemd werd een Tijdelijk Parlement. Maar was het wel een parlement?

Allereerst ontbraken er nogal wat leden. Een kwart van de Kamerzetels kon niet worden bezet omdat de volksvertegenwoordigers waren overleden, vermoord door de nazi’s of uitgetreden. Ook was het vanzelfsprekend uitgesloten dat de fractie van de NSB terugkeerde. De vacante zetels werden vanaf november gevuld met leden van de zittende politieke partijen en enkele onafhankelijken die zich in de afgelopen bezettingsjaren  verdienstelijk hadden gemaakt in het verzet tegen de nazi’s. Dit na heel veel gedoe en gepolder aangevulde parlement werd het Voorlopige Parlement genoemd. Het functioneerde -met meer bevoegdheden dan het Tijdelijke- tot de installatie van het in mei 1946 bij de eerste naoorlogse verkiezingen gekozen parlement.

Geen haast

Volgens de anti-revolutionairen en de communisten, de groeperingen die het grootste aandeel hadden geleverd in het verzet, kwamen die verkiezingen veel te laat. Zij bestreden de legitimiteit van de Tijdelijke en de Voorlopige volksvertegenwoordiging. Het  mandaat dat de kiezers in 1937 hadden gegeven was immers al lang verlopen. De bezetting had de politieke situatie ook volledig veranderd. Het in juni 1945 aangetreden kabinet Schermerhorn-Drees mocht volgens velen niet op eigen houtje allerlei besluiten gaan nemen over de wederopbouw of over Nederlands Indië zonder de controle van een parlement dat een madaat had zoals dat in de Grondwet was voorgeschreven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Alex Hoekerd (cc)

De ommuurde stad

RECENSIE - Geschiedenis van de stad Utrecht.

Op 8 juni 1345 verscheen graaf Willem IV van Holland voor de muren van Utrecht. Met een groot adellijk gevolg, en vergezeld door zo’n dertigduizend soldaten. Het was duidelijk. De stad was te ver gegaan. Utrecht moest buigen. Willem nam zijn intrek in een inderhaast verlaten klooster, net buiten de stadsmuren. De burgers van Utrecht keken uit over een zee van vaandels en tenten.

Zo’n twee eeuwen lang was Utrecht de onbetwiste ‘hoofdstad’ van de Noordelijke Nederlanden. Kerkelijk, bestuurlijk én commercieel centrum in één. Hier zetelde de aartsbisschop; vlak daarnaast stond het paleis van de keizer en even verderop (aan de overkant van de Oude Gracht) stonden de huizen van kooplieden die handel dreven van de Oostzee tot Parijs. Maar zo tegen 1345 was de domstad al bijna een eeuw een twistappel tussen de graven van Holland en die van Gelre. Sinds de aartsbisschop niet meer benoemd werd door de keizer maar door de paus (de uitslag van de beroemde ‘investituurstrijd’), moesten Utrecht het doen zonder de steun van de Duitse keizer. En daardoor was het ooit zo machtige bisdom langzaam maar zeker steeds machtelozer geworden, tot de stad simpelweg betwist gebied was midden tussen twee ambitieuze graafschappen, Holland en Gelre.

Vorige Volgende