De geopolitiek van een Europese Unie voorbij de groei
Een Europese Unie die het dogma van economische groei afzweert, kan gemakkelijker haar afhankelijkheid van energie en grondstoffen uit Rusland en China verminderen. Dat versterkt de Europese veerkracht. Minder afhankelijk worden van de Verenigde Staten op veiligheidsgebied is daarentegen een ingewikkelder opgave voor een post-groei-EU. Een gastbijdrage van Richard Wouters
Meer dan een jaar na de Russische invasie van Oekraïne importeert de EU nog steeds aardgas en uranium uit Rusland, waardoor de oorlogskas van Vladimir Poetin wordt gespekt. De reactie op de oorlog in Oekraïne, waaronder een versnelde overgang naar hernieuwbare energiebronnen, heeft de EU afhankelijker gemaakt van China. Dit land domineert de toeleveringsketens van kritieke grondstoffen en van de zonnepanelen, batterijen en magneten die daarvan worden gemaakt. Zo zitten we klem tussen twee agressieve autocratieën.
Om uit deze catch-22 te komen, hebben de Europese beleidsmakers een aantal dogma’s losgelaten, zoals onbeperkte vrijhandel. Eén dogma blijft echter overeind: dat van economische groei. Toch zou een ’tragere’ economie de EU in staat stellen de riskante afhankelijkheid van ingevoerde energie en materialen sneller te verminderen. Neem bijvoorbeeld mobiliteit: het een-op-een vervangen van benzine- en dieselauto’s door elektrische auto’s vraagt enorm veel lithium, kobalt en zeldzame aardmetalen. Het terugdringen van de privéauto ten gunste van de fiets, openbaar vervoer en deelvervoer zou de Europese vraag naar kritische metalen aanzienlijk temperen.