D974
Het is bloedheet. Het is dan al september, maar daar wenst het Provenceklimaat zich geen zier van aan te trekken. Ik zit in de schaduw en drink een petit café. Voor mij strekt het Franse plattelandsleven zich loom uit. Een oudere man met een klak op, struint voor het terras uit met een baguette onder zijn arm en een krantje in zijn andere hand. Een kat strekt zich in de vensterbank van het café uit en geeuwt. Een tractor tuft langs met een aanhanger druiven erop.
Ik vul mijn bidon met ijskoud water in de wetenschap dat het over een half uur lauw zal zijn.
Voor deze dag heb ik mijn strakste wielerkleren aangetrokken, mijn clubkleuren zijn blauw en wit. Helderblauw, de kleur van de lucht waar ik straks in zal verdwijnen. Ik betaal de koffie en eet een banaantje. Ik spoel de resten van het kleffe vruchtvlees weg en kijk de weg af. D974 – Mont Ventoux, 21 kilometer.
De kale berg is ook de eenzame. Het is een bizar gezicht, die grimmige wand die uit het lieflijke landschap van zachte glooiingen en wijnranken omhoogsteekt. Op ansichtkaarten heet hij Le Géant du Provence, een terechte classificatie, van in hoogte hoeft de eenzame rots niet voor L’Alpe D’Huez onder te doen.