Meer Europa? Nog even niet
De eurocrisis woedt verder en sluipenderwijs worden bevoegdheden overgedragen naar Europa. Meer Europese aansturing van nationale economieën zou het enige remedie zijn. Niet waar, betoogt Pepijn van Houwelingen. Meer Europa betekent vooral een schuldjunk erbij op het wereldtoneel.
“Never waste a good crisis”. Dat is kort maar krachtig het motto waarmee veel politici en opinieleiders de grootste crisis in het jonge bestaan van de euro te lijf lijken te gaan. Een politieke en fiscale unie lijkt de sluitsteen te worden van het Europese project. Eurolanden staan immers meer en meer voor elkaars staatsschulden garant. Het recent opkopen van Europese staatsobligaties door de ECB draagt hier verder aan bij.
Nog meer Europese integratie is dus blijkbaar het antwoord op de huidige eurocrisis die ironisch genoeg juist is ontstaan omdat – en daar zijn de meeste economen het nu toch wel over eens – de Europese integratie te ver is doorgeschoten. Landen als Griekenland en Italië hadden immers het afgelopen decennium nooit zoveel geld kunnen lenen als ze niet met landen als Duitsland en Nederland in dezelfde monetaire unie hadden gezeten. Hoe nu verder? Het maken van nog meer regels en nog strengere afspraken met nog betere handhaving heeft ondertussen zijn geloofwaardigheid als duurzame oplossing verloren. Het recente verleden heeft al meer dan voldoende bewezen dat als het puntje bij paaltje komt landen zich hier niet veel van aantrekken of de regels met behulp van creatief boekhouden simpelweg omzeilen.