Mogen we dieren houden voor ons eigen gebruik?

We houden al duizenden jaren dieren voor vlees, zuivel en eieren. En dat roept vragen op. Mogen we bijvoorbeeld wel dieren houden enkel en alleen voor ons eigen voordeel? Hierover gingen we in gesprek met filosoof dr. Jeroen Hopster (UU) en bioloog prof. Saskia Arndt (UU). Dierenwelzijn in de filosofie De filosofie, benadrukt Jeroen Hopster, is van oudsher vooral gecentreerd rondom de mens. Het aantal ethici dat zich uitvoerig over het vraagstuk mens-dier heeft gebogen is schaars, maar ze zijn er wel. De filosoof Pythagoras in de klassieke oudheid en de 18e-eeuwse Engelse filosoof Jeremy Bentham spraken zich uit over het lot van dieren en ethisch veganisme. Bentham stelde, als grondlegger van het utilisme, dat we ook het geluk en lijden van dieren moeten meenemen in ons handelen. “De dag zal komen dat de rest van het dierenrijk dezelfde rechten zal verkrijgen, die hun alleen door tyrannie zijn ontnomen,” voorspelde hij. Ook de Australische filosoof Peter Singer gelooft dat we het geluk van zowel mens als dier moeten nastreven. Hij is tegen speciëcisme, onderscheid maken op basis van soort. De belangen van het ene wezen wegen niet zwaarder dan dat van een ander, vindt Singer. De 20e-eeuwse Amerikaanse filosoof Tom Regan pleitte voor een betere omgang met dieren vanuit een ander perspectief. Hij zei dat alle dieren een inherente waarde hebben en betoogde rechten voor dieren. Hoeveel genot het de mens ook geeft om dierlijke producten te consumeren, dieren worden in dit proces slechts als middel behandeld en hun fundamentele rechten worden geschaad. Deze filosofen spreken zich uit voor dierwaardige behandeling, vanuit de overtuiging dat dieren voelende wezens zijn die ook geluk kunnen ervaren. “Emoties van dieren uiten zich vooral in hun gedrag, denk bijvoorbeeld aan lichaamshouding, geluiden of gezichtsuitdrukkingen. Dit kunnen wij observeren, meten,” vertelt Saskia Arndt. Negatieve emoties zoals angst, pijn en stress kunnen we al relatief goed waarnemen. Hoewel er nog verder onderzoek nodig is, lijkt het erop dat we positieve emoties kunnen herkennen in bepaald gedrag. Denk maar aan de huppelende koeien die in de lente weer in de wei worden gelaten. “Dieren zijn complexe wezens, net als mensen, en we hebben veel met hen gemeen. Het meten van emoties bij dieren is vaak toch nog ingewikkeld. Ik houd me onder andere bezig met de vraag hoe wij dierenwelzijn meetbaar kunnen maken en welke rol wij mensen omtrent het welzijn van dieren hebben. ” Moeten we dan allemaal veganist worden? Er zijn veel goede redenen om veganist te worden. Ten eerste al om het minimaliseren van dierlijk leed. Daarnaast is veganisme beter voor het milieu: de CO2-uitstoot van vlees is veel groter dan van plantaardige voeding. Ook zijn er gezondheidsoverwegingen, zo vinden bijvoorbeeld veel pandemieën hun oorsprong in dieren die worden gehouden voor consumptie. “Maar het is geen eenvoudige transitie,” werpt Hopster op. “In sommige culturen is de consumptie van dierlijke producten diepgeworteld, terwijl andere culturen een meer plantaardige dieet hebben.” De ethiek van voeding is niet universeel, maar ook door context bepaald. Op sommige plekken is het helemaal niet eenvoudig om van een volledig plantaardig dieet te leven, omdat de grond niet genoeg oplevert. Pleiten voor massaal overstappen op veganisme, zonder oog te hebben voor de keerzijden van die transitie, zorgt voor polarisatie die het debat over dierenwelzijn niet helpt. Begrip en acceptatie van menselijke imperfectie zijn cruciaal. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om veganistisch te eten. Om als individu met de vinger te wijzen en dierlijke consumptie te verbieden is daarom geen haalbare of rechtvaardige oplossing, vindt ook Arndt. “Net als bij klimaatverandering moet de verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn niet alleen bij de consument liggen. Politieke maatregelen zijn nodig om echte verandering te bewerkstelligen. Het gesprek aangaan met elkaar en met beleidsmakers is een stap in de juiste richting.” Minder consumeren De wereld zal niet van de ene op de andere dag overstappen op een plantaardig dieet, maar beide sprekers zijn het wel eens dat we een stuk minder vlees moeten consumeren. “Mijn indruk is dat onze waardering voor dierlijke producten is afgenomen,” stelt Arndt. “We zijn in Nederland zo gewend dat we altijd dierlijke producten kunnen kopen. Er zijn schappen vol melk in de supermarkt en vlees in plastic bakjes. We staan er te weinig bij stil dat dit van een levend wezen afkomstig is. We zetten de dieren op afstand terwijl we veel te veel produceren en weggooien.” Meer betalen voor diervriendelijke producten zou een manier kunnen zijn om deze waarde te herontdekken. Critici van zo’n economische maatregel spreken dan over het creëren van een eliteproduct. Als dat de waardering voor het levende wezen terugbrengt, is dat misschien juist wat er nodig is? Een fundamentele vraag blijft: mogen we dieren houden voor consumptie? En als we vinden van wel, hoe zorgen we dan dat dit dierwaardig gebeurt? Negatieve emoties kunnen in de intensieve veehouderij niet helemaal worden voorkomen, maar dat kan bij dieren in de natuur ook niet. Welzijn betekent misschien dat een dier kan omgaan met deze emoties. Volgens Arndt ligt de verantwoordelijkheid voor diervriendelijke veehouderij bij alle betrokken partijen en ook bij de politiek. Nuance is daarbij van groot belang. De samenleving moet in gesprek blijven, zonder beschuldigingen, en balans vinden tussen ethiek, cultuur en praktische realiteiten. Streven naar perfectie mag stappen vooruit niet in de weg staan. Dit artikel van Juliette van Mil verscheen eerder bij Studium General Utrecht.

Foto: still uit 'Waarom vindt Claude het zo leuk om in het Frans te zingen' (Youtube)

Media moeten stoppen met stereotyperingen van vluchtelingen

De nieuwe Spreidingswet roept weerstand op. De voortdurende stereotypering van vluchtelingen in de media is hier een van de belangrijkste oorzaken van, betoogt onderzoeker Hanneke Felten van Movisie. Ze legt uit hoe dat werkt en hoe het anders kan.

Stereotypen worden vanuit de sociale psychologie beschreven als kenmerken die we aan een groep mensen toeschrijven (Vonk, 2013). Over het algemeen hebben we stereotyperende gedachten over groepen waar we zelf niet toe behoren, in de meeste gevallen zijn deze negatief.

Stereotypen en vooroordelen zijn een belangrijke voorspeller van discriminatie

Stereotypen zijn allesbehalve onschuldig. Als je bijvoorbeeld steeds opnieuw hoort dat een bepaalde groep mensen gevaarlijk is (of mensen uit die groep ziet op tv-beelden met onheilspellende muziek erbij), dan lopen de rillingen uiteraard over je rug. Stereotypen kunnen dus gepaard gaan met angst en angst is weer de motor van vooroordelen (zie bijvoorbeeld Stephan et al., 2005). Dat zijn negatieve gevoelens ten aanzien van groepen mensen zoals afkeer, walging of haat. Stereotypen en vooroordelen zijn daardoor een belangrijke voorspeller van discriminatie (Cuddy et al., 2007Dovidio et al., 2010).

Als ik ‘Bassie’ zeg, dan denken de meeste mensen automatisch aan ‘Adriaan’

Het venijnige van stereotyperende gedachten is dat vrijwel iedereen ze heeft en dat ze onbewust invloed kunnen hebben (Nordell, 2023). Stereotypen worden als het ware automatisch actief in je brein, aldus psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman (2012). Het zijn onbewuste associaties. Als ik ‘Bassie’ zeg, dan denken de meeste mensen automatisch aan ‘Adriaan’. Dat dit fictieve personen zijn die je nog nooit ontmoet hebt, maakt daarbij niks uit voor je brein. Je denkt aan ‘Adriaan’, óók als je daar helemaal niet aan wil denken.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | Ethiek

QUOTE - In februari van het eerste jaar begon het vak rechtsfilosofie. Het stond ingeroosterd op de donderdag aan het eind van de middag en op de vrijdagochtend daarna, de twee impopulairste momenten van de week. Vooraf hadden ouderejaars de geesten al rijp gemaakt voor het skippen van het hoorcollege. Waar het vak nog begon met een hoorcollege waarbij studenten op de trappen moesten zitten, was het aantal toehoorders in een week of drie gedecimeerd tot een man of tachtig. Als het mooi weer was en het terras lonkte, waren het er veertig.

Foto: Bron: Barbara Stok https://barbaraal.nl/boeken/

Cynisme (4): De doorgedraaide Sokrates

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. 

Plato had Diogenes een doorgedraaide Sokrates genoemd. Toch had de cynische filosoof veel bewonderaars, tot aan Alexander de Grote toe, die hem zelfs zou zijn komen opzoeken. Toen de koning voor Diogenes stond, zei Alexander dat de filosoof hem kon vragen wat hij maar verlangde. Waarop de filosoof antwoordde dat hij dan wenste dat de heerser een stap opzij deed, want hij stond in zijn zon.

Kennelijk kon Alexander dit wel waarderen, want hij zou geantwoord hebben dat als hij Alexander niet was, hij het liefst Diogenes zou zijn. Waarop Diogenes geriposteerd schijnt te hebben dat als hij Diogenes niet zou zijn, hij óók het liefst Diogenes zou zijn.

Cynische figuren als Diogenes hebben rondgelopen tot ver in de Romeinse tijd. Zij waren te eigenwijs om een school te vormen maar daagden de gevestigde orde continu uit.

Krates

De cynicus Krates, een leerling van Diogenes uit de stad Thebe, en zijn echtgenote Hipparchia, stelden dat bezit uiteindelijk slechts een last is. Het verlangen naar luxe goederen leidt tot wangedrag en onenigheid. Ze raadden hun leerlingen daarom aan zich tevreden te stellen met het eten van linzen. Krates en Hipparchia hebben de stoïcijnen diep beïnvloed.

Foto: bron: Livius.org

Cynisme (3): Weg met de beschaving!

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. 

Beschaving, getheoretiseer en hogere cultuur? Volgens Diogenes van Sinope, over wie we het gisteren hadden, leidde het allemaal maar tot complicaties. Ze stonden het menselijk geluk in de weg. Diogenes raadde ons daarom aan een voorbeeld te nemen aan de honden. Honden zijn immers niet door de beschaving verpest, zoals mensen dat zijn. Een hond eet alles wat hem maar voor de kaken komt. Hij maakt zich niet druk om waar hij slaapt. Honden zijn eerlijk. Ze grommen naar hun vijanden, kwispelen met hun staart als ze een vriend tegenkomen, copuleren in het openbaar en schamen zich nooit. Bovendien houden honden zich niet bezig met ingewikkelde zaken als politiek geneuzel en abstracte filosofie. De term cynicus komt dan ook van het Griekse kynikos: hondachtig.

Kosmopolitisme

Aan het eind van zijn leven werd Diogenes ontvoerd door piraten en als slaaf verkocht. Hij kwam vrij in Korinthe, waar hij verder bleef. Omdat hij maatschappelijke structuren radicaal afwees, beschouwde hij zichzelf als stateloos. Hij noemde zich een wereldburger, een kosmopoliet. Sinope, Athene, Korinthe: het maakte hem niet uit in welke stad hij zijn wijsheden verkondigde.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Kabinet vraag ethisch advies over ‘coronapaspoort’

Het kabinet wil een laagdrempelig testprogramma uitwerken waarmee naast incidentgericht (frequent) testen ook de mogelijkheid wordt geboden om door testen toegang te verkrijgen tot sociale en economische activiteiten. Het hebben van een (digitaal) ‘coronapaspoort’ zou hiervan het bewijsstuk kunnen zijn. Onder welke voorwaarden kan zo’n coronapaspoort ethisch en juridisch verantwoord worden ingezet? De vaste Commissie Ethiek en recht buigt zich over deze vraag.

Het advies wordt medio januari 2021 verwacht.

Foto: bron: Livius.org

Cynisme (2): Diogenes van Sinope

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Diogenes werd geboren als de zoon van een rijke bankier in de stad Sinope, een stad in Noord-Turkije, aan de Zwarte Zee. Hij werd echter de stad uitgejaagd omdat hij van een groot aantal munten het gezicht had afgehakt. Waarom hij dit deed, is niet duidelijk. Misschien was het een politieke daad, of wie weet wilde hij gewoon de machthebber die op die munt stond voor het hoofd stoten.

Provocaties

In elk geval schuwde Diogenes in zijn verdere leven het choqueren bepaald niet. Volgens sommige legenden zou hij na zijn verbanning uit zijn geboorteplaats een groot deel van zijn leven hebben gebivakkeerd in een regenton dicht bij het marktplein van Athene. Helaas, regentonnen bestonden destijds nog niet, dus dit verhaal kan niet waar zijn. Maar het is wel mogelijk dat hij leefde in een grote voorraadkruik.

Bottom line is: hij bezat niets. Wars van bezit had hij slechts zijn mantel en een nap om uit te drinken. Die laatste gooide hij weg toen hij inzag dat hij ook met zijn handen een kom kon maken.

Foto: bron: Livius.org

Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici.]

Ten tijde van Plato kwam een markante filosofische tegenstroming op: die van de cynici. Het woord ‘cynisch’, dat overigens ‘honds’ betekent, is wat misleidend. Het gaat hier om een groep filosofen zonder vaste leer, die in hun gedachten en gedragingen echter wel overeenkomsten hadden. Kort door de bocht zijn die samen te vatten als een oproep gevestigde waarden kritisch te bezien.

Antisthenes

Antisthenes wordt gezien als de eerste cynicus. Hij was net als Plato een volgeling van Sokrates en minstens zo trouw aan zijn leermeester. Antisthenes zag zichzelf zelfs als Sokrates’ ware opvolger.

In zijn jonge jaren leefde Antisthenes als bedelaar, slechts gehuld in een mantel. Naar het schijnt hield hij die stijl voor gezien toen de gescheurde mantel en het bedelen mode werd onder hippe jongeren. Meeloperij, daar had Antisthenes een grondige hekel aan.

Hij had een andere opvatting van Sokrates’ filosofie dan Plato. De werkelijke deugd, zo meende Plato uit de filosofie van zijn leermeester te kunnen concluderen, ligt in de rationele zoektocht naar de abstracte vormen achter de verschijnselen. Onzin, zegt Antisthenes. Paarden bestaan. Die kan je iedere dag zien. Maar een abstract begrip als ‘paardheid’ had hij nog nooit kunnen aanschouwen, dus leek het hem onzin dat de zoektocht naar iets dergelijks belangrijk zou zijn.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Trolley Problem !Original McGeddonVector Zapyon, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Trein in de Maas

COLUMN - Een klassieke ethische hersenkraker is het trolleyprobleem. Stel dat je een stuurloos geworden trein ziet aanstormen op een spoor dat zich verderop in tweeën vertakt. Jij staat precies bij de wissel. Op het rechtdoor gaande spoor liggen vijf mensen gekneveld, als in een slechte western – ze kunnen niet weg. Rijdt de trein ongehinderd door, dan zal hij ze alle vijf doden.

Op het aftakkende spoor, dat alleen gebruikt kan worden wanneer jij de wissel omzet, ligt maar één iemand gekneveld. Er is geen tijd om de mensen verderop te bevrijden, je hebt maar een paar seconden.

Daar sta je. Wat doe je? Je kunt ingrijpen. Als je niets doet en verstijfd van schrik toekijkt, zullen er vijf mensen sterven. Kies je voor ingrijpen en voor the lesser evil, en probeer je te zorgen dat er maar één sterft?

In de loop der tijd zijn er allerlei varianten op dit gedachtenexperiment verzonnen. EenVandaag stuitte vorige week op de klimaatversie ervan: op het eerste spoor staat nu iemand die gewoon kan wegwandelen, maar dat koppig weigert, en die het spoor liever eigenhandig omgooit naar dat waarop vijf geknevelden liggen.

Bij Kessel, aan de Maas, dreigde het water afgelopen vrijdag tot een hoogte van 20,5 meter te stijgen. In 1995 hadden ze daar de 19,75 meter gehaald, en toen had het water 30 cm op de weg achter de dijk gestaan, die pal voor de huizen loopt.

Foto: duncan c (cc)

Jongeren moeten geen voorrang krijgen op de IC

Het draaiboek van ‘code zwart’ rammelt aan alle kanten, betoogde ethicus Fleur Jongepier afgelopen juni al. Nu de discussie hierover weer oplaait en minister Van Ark een wetsvoorstel heeft aangekondigd om het voorgestelde leeftijdscriterium te verbieden, plaatsen we het betoog van Jongepier opnieuw.

COLUMN - Er is een draaiboek dat artsen moeten gaan gebruiken bij het maken van keuzes in het geval er in de toekomst schaarste zou ontstaan op de ic’s. Het meest controversiële punt van het draaiboek gaat over wat te doen in ‘fase 3’. In fase 3 is de schaarste zo ernstig dat beslissingen mogelijk moeten worden genomen op ‘niet-medische’ gronden, dat wil zeggen: op ethische gronden.

In het draaiboek staat onomwonden dat de ‘jongere generatie een sterkere morele aanspraak’ heeft op levensreddende zorg, en dat het ‘rechtvaardig’ is om hun ‘voorrang te geven, omdat jongere generaties nog een lang leven voor zich hebben, terwijl dat voor oudere generaties minder opgaat’. Lees: iemand van 81 jaar krijgt sowieso géén ic-bed wanneer iemand van 33 ook een bed nodig heeft en er niet genoeg bedden zijn.

De opstellers benadrukken dat het draaiboek is bedoeld om een publiek debat op gang te brengen. Het valt vanuit ethisch oogpunt te betwijfelen of een draaiboek een wenselijk startsignaal is voor het voeren van een constructief publiek debat, maar laat ik bij deze bijten: het morele fundament onder het draaiboek rammelt aan alle kanten. Ik beperk mij tot vijf punten.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Volgende