De zwarte kant van onze stroomimport
OPINIE - Het artikel De zon en wind zijn Europees dat de Onderzoeksredactie een aantal weken geleden in De Groene Amsterdammer publiceerde, beschrijft de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkten in Noordwest-Europa.
In het artikel noemen de auteurs de Duitse bruinkoolcentrales de zwarte keerzijde van de Duitse Energiewende. Een analyse waar Nederlanders graag op terugvallen om te verbloemen hoe slecht de eigen prestaties zijn op gebied van duurzame energie. Het is echter de vraag of de analyse klopt.
Wat gemist wordt in het artikel is het belang van de bestaande interconnectiecapaciteit van de Franse en Nederlandse elektriciteitsmarkt met Duitsland bij het openhouden van Duitse bruinkoolcentrales. Zowel Nederland als Frankrijk behoren tot de grootste importeurs van Duitse elektriciteit. Beide landen betalen per kilowattuur ook meer dan ze ontvangen voor hun eigen export naar Duitsland.
Frankrijk importeert met name veel in de wintermaanden, als de elektrische verwarmingen in Frankrijk veel stroom vreten. Het Franse elektriciteitssysteem, dat grotendeels op kerncentrales draait, kan slecht met grotere vraag naar elektriciteit omgaan. Kerncentrales draaien namelijk bij voorkeur zo dicht mogelijk tegen vol vermogen aan. Frankrijk importeert bij piekvraag elektriciteit uit Duitsland.
Deze extra vraag kan niet geleverd worden door wind- of zonne-energie, omdat deze vooralsnog niet op verandering in vraag kunnen reageren. De extra elektriciteit komt daarom grotendeels van Duitse conventionele centrales, waarbij centrales met de laagste marginale kosten als eerste stroom gaan produceren. Veelal zijn dit bruinkoolcentrales.