Kortzichtig

De uitspraken die de directeur van het Longfonds afgelopen zaterdag in het tv-programma Kassa! deed, vond ik schokkend. Michael Rutgers heeft zich vastgebeten in zijn jarenlange strijd tegen het roken en veegt elke andere oplossing dan de zijne van tafel. Alle rokers moeten ophouden met roken, hij wil niks minder. Elektrisch roken – of beter: dampen, er komt immers geen verbranding of tabak aan te pas – vindt hij onzin. Gevaarlijke onzin zelfs, want het houdt de nicotineverslaving in stand, wat hij vreselijk gevaarlijk acht, en daarnaast zet dampen volgens hem aan tot roken.

Foto: MomentiMedia TechFever Network (cc)

Opstap

COLUMN - Bij monde van Kamerlid Marith Rebel-Volp wil de PvdA het elektrisch roken liefst verbieden. Haar voornaamste reden: e-roken houdt de nicotineverslaving in stand, en is een opstap naar écht roken. En roken is, zoals we weten, funest voor de gezondheid.

De logica van die redenering ontgaat me ten ene male. Omdat roken ongezond is, moet e-roken – wat vele malen minder ongezond is, en tegenwoordig zelfs door longartsen wordt aanbevolen als een verstandiger alternatief – streng worden aangepakt, en moet het bij voorkeur onder de geneesmiddelenwet vallen. Terwijl het spul waarover de PvdA écht bezorgd is, te weten tabak, intussen wel vrij mag blijven worden verkocht?

Het komt neer op pils in de ban doen omdat alcohol gevaarlijk is, terwijl je ondertussen niks doet aan de verkoop van wodka, jenever en cognac. Alsof je stevia en andere zoetmakers verbiedt, omdat suiker ongezond is, terwijl je originele suikerproducten ongemoeid laat.

Inderdaad, nicotine is niet gezond. Maar het is niet de nicotine waarvan rokers ziek worden en waaraan ze dood gaan;. Dat is de tabak. Zodra je nicotine kunt ontdoen van zijn oude verpakking en op een veel gezonder manier kunt aanbieden, grijp je die kans toch met beide handen aan?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Denni Schnapp (cc)

In de wolken

COLUMN - Mijn kat haatte het dat ik rookte, ze rende al weg zodra ik naar mijn shag greep.

Zelf had ik er alleen een hekel aan wanneer ik ergens een nieuw brandgaatje ontdekte. Ik vreesde bijvoorbeeld elke dag voor mijn kersverse bureaustoelen. In de auto was roken vooral lastig: stoplichten boden me zelden genoeg tijd om fatsoenlijk een sigaret te draaien. En ja, tabak werd steeds duurder. Ik pafte inmiddels wekelijks voor een paar tientjes weg.

Maar ophouden? Nee, geen sprake van.

Toch werd mijn interesse gewekt toen ik onlangs pas na een kwartier ontdekte dat mijn gesprekpartner, anders dan ik dacht, helemaal geen sigaret rookte maar zo’n elektrisch ding had. Nadat hij vervolgens in alle toonaarden de lof van het apparaat bezong, dacht ik: hm, misschien toch ’s proberen?

Handig voor in de auto, dacht ik nog.

Een week later bezorgde de post mijn starterpakket. Ik schroefde de boel in elkaar en nam mijn eerste damp. Ik inhaleerde, ik blies uit. Er kwam een prachtige wolk uit mijn mond. Het smaakte verrassend goed. Lichter, of nee, op een vreemde manier helderder dan sigaretten.

Sindsdien heb ik elke avond, bij wijze van test, alsnog een shaggie gerookt, om te kijken of ik de tabak nou écht niet miste. De zesde avond maakte ik ’m halverwege uit: niet lekker.