De profetie van Ed van Thijn

van Prof. Dr. Joop van den Berg Meer dan een halve eeuw geleden leverde Ed van Thijn, toen nog aanstormend talent in de PvdA, een bijdrage aan een boek over partijvernieuwing die heel lang als profetisch is beschouwd. [1] Gebruik makend van zijn ervaringen als student in Parijs zag hij hoe de naoorlogse Franse democratie niet bleek opgewassen tegen de dekolonisatie van Algerije. Van Thijn ging ervan uit dat een stabiele democratie zich kenmerkt door periodiek wisselende meerderheden van één partij of coalitie, zoals dat in Engeland het geval is en in de Verenigde Staten. ‘Penduledemocratie’ noemde hij dat beeldend. De Franse Vierde Republiek (1944–1958) zag er heel anders uit: dat was een volledig versplinterd geheel van partijen die als snippers van links naar rechts lagen uitgespreid. Zij was nauwelijks in staat een stabiele meerderheid te vormen die langer dan een jaar aan het bewind bleef. ‘Waaierdemocratie’ noemde Van Thijn dat. Wat er in Frankrijk gebeurde: aan de uiteinden van de waaier groeiden uit ongenoegen partijen met extreme, antidemocratische opvattingen: links de communisten, rechts de aanhangers van de fascistoïde André Poujade. Die drukten het gematigde midden samen tot een steeds moeizamer opererend geheel van coalitie en oppositie, dat tot weinig in staat bleek. In 1958 werd deze niet meer functionerende Vierde Republiek vervangen door de presidentiële Vijfde Republiek van generaal De Gaulle. Daarin zag Van Thijn toen ondermijning van de democratie. Dat bleek later mee te vallen, maar rond 1960 was het optreden van De Gaulle toch een schrikbeeld voor de oprechte liefhebbers van de parlementaire democratie, Van Thijn voorop. Hij waarschuwde dat de Nederlandse waaierdemocratie door verdere versplintering net als de Franse zou gaan ontaarden in een ‘Tangdemocratie’ waar het politieke midden zou worden samengeperst door partijen die het parlementaire systeem verwierpen. Nederland zou daartegenover, door een proces van gematigde polarisatie, de vorm moeten aannemen van een ‘penduledemocratie’ om fatale verharding aan de flanken te vermijden. Zo ver kwam het niet, maar in ons land ging het stelsel zich toch meer gedragen als het Britse (en het Duitse) dankzij de afwisseling in coalities van PvdA en VVD die elkaar jaren lang formeel van samenwerking uitsloten. Regeren door de christendemocratie in het midden bleef onvermijdelijk, maar zij moest wel telkens kiezen. Nederland kreeg daardoor vanaf de jaren zestig trekken van een penduledemocratie. Sinds 1994 heeft opnieuw versplintering en vluchtigheid in het kiesgedrag toegeslagen: ten koste van de twee grote volkspartijen, het CDA en de PvdA. Het terrein werd opgevuld door populistische partijen, zoals LPF, PVV en FvD. Met andere woorden, de profetie van Van Thijn was dus bezig, met enige vertraging, uit te komen: een ‘waaierdemocratie’ die als vanzelf ontaardt in een ‘tangdemocratie’. Toch blijkt die conclusie (die ook ik al had getrokken [2] voorbarig. Ten koste van de steun aan de extreme flanken treden nu twee partijen op, met de belofte van succes op 22 november, die je met geen mogelijkheid als extreem kan betitelen en die juist hartstochtelijk pogen het midden van het politieke spectrum te bezetten. Zij varen weliswaar op het ongenoegen van veel kiezers, maar waken ervoor de democratische rechtsstaat op het spel te zetten. Dat geldt voor de BBB van Caroline van der Plas, die onmiskenbaar een constructieve rol heeft gespeeld in de vorming van provinciale bestuurscolleges. Het geldt nog sterker voor Nieuw Sociaal Contract, dat alle trekken vertoont van een plaatsvervangende christendemocratie. Onze ‘Waaierdemocratie’ blijkt dus niet per se te leiden tot samenpersen van het democratische midden, maar waarschijnlijk juist tot verbreding daarvan. Zeker is het niet, maar partijen als PVV en FvD verliezen aan aanhang en het lot van de twijfelpartij SP is evenmin rooskleurig. Is dat reden om met een gerust gemoed naar de komende verkiezingen uit te kijken? Ja en nee. Ja, voor zover er van een bedreiging van de parlementaire democratie geen sprake is ondanks de ‘waaierdemocratie’ die Nederland meer dan ooit is. Nee, omdat de uitwaaiering over zoveel partijen een bedreiging vormt voor het vermogen van het parlementaire bestel tot presteren. Terwijl de vraagstukken die om een oplossing vragen juist veel vermogen tot prestatie vragen. De ‘Tangdemocratie’ is nog niet echt geweken; Van Thijns profetie is nog niet echt gelogenstraft. Noten: [1] Ed. van Thijn, ‘Van partijen naar stembusakkoorden’, in: E. Jurgens e.a., Partijvernieuwing? Open Brief 2, Amsterdam: Arbeiderspers 1967, 54–73. [2] Joop van den Berg, Humeurig volk, verkrampte politiek en hoe het anders kan, Amsterdam: Prometheus 2022, 17–23. Dit artikel verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut.

Door: Foto: Ed van Thijn foto Ron Kroon - Anefo, CC0, via Wikimedia Commons.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: dit kabinet is te instabiel om de Eurocrisis op te lossen

[qvdd]

Je ziet in heel Europa dat regeringsleiders het moeilijk hebben. Ze hebben onder de bevolking te weinig draagvlak voor hun Europabeleid. In veel landen gaan de belastingbetalers die voor wanbeleid van andere Europese lidstaten moeten opdraaien, al de straat op. Vroeg of laat gaat dat hier ook gebeuren en dan neemt de druk op dit kabinet toe. Dit kabinet is te instabiel om dat te kunnen dragen.

Aldus Ed van Thijn. De achterban van de PVV is tegen Europa, maar juist de Euro-crisis is het grootste probleem waar wij nu mee geconfronteerd worden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

D66 stapt op uit collegebesprekingen A’dam

Een quote die te mooi is om te laten lopen, ook al is de Quote du Jour vandaag al geweest. D66 Amsterdam stapt uit de collegebesprekingen vanwege de benoeming van Lodewijk Asscher (PvdA) tot interim-burgemeester van de hoofdstad. De benoeming vond eenzijdig plaats terwijl begin deze week D66 nog aangaf samen met de PvdA het College van B&W te willen vormgeven. D66-leider Ageeth Telleman ligt het vertrek van D66 toe in een verklaring die pijnlijk herinnert aan hoe de PvdA in de Nacht van Van Thijn ooit democratisering van het gemeentebestuur afschoot:

“Het is schokkend om te merken dat de republiek Amsterdam kennelijk het eigendom is van de PvdA en dat de vorige burgemeester zijn opvolging op koninklijke wijze heeft doorgegeven. Dat Nederland, als enig land in Europa, nog steeds geen gekozen burgemeester heeft is te danken aan een vorige PvdA burgemeester, de heer Ed van Thijn, die als senator dit wetsvoorstel eigenhandig om zeep heeft geholpen”. (D66.nl)

Het is inderdaad teleurstellend dat de PvdA met haar recente move het vooroordeel van een regenteske partij te zijn weer eens waarmaakt. Dronken van de opiniepeilingen dacht men bij de PvdA hier wel mee weg te komen? Of stelt D66 zich een beetje aan en is dit geen valide reden voor het annuleren van collegebesprekingen?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.