Ontwikkelingssamenwerking moet duurzaam zijn
ANALYSE - Een minister van Internationale Samenwerking zou handelsbelangen en ontwikkelingssamenwerking goed kunnen laten samen gaan, schreef Jeroen van Gerven vorige week op Sargasso. Handel als speerpunt in OS-beleid is echter al lang de ingezette koers. Dat dit ten koste kan gaan van duurzame ontwikkeling, betoogt Suzanne Kröger. Geld dat bedoeld is voor armoedebestrijding, wordt gebruikt om de verduurzaming van multinationals te financieren.
In 2007 sloot toenmalig minister Koenders de Schokland-akkoorden met diverse publieke en private spelers. De traditionele hulprelaties moesten worden omgebogen; het bedrijfsleven kreeg een grotere rol om het bereiken van de millenniumdoelen dichterbij te brengen. Public Private Partnerships werden de manier om de soms wat verstofte OS-clubs te laten samenwerken met het efficiënt opererende bedrijfsleven. Een duidelijke win-win situatie, iedereen was laaiend enthousiast. Een lijn die nog steviger werd doorgezet door het eerste Kabinet-Rutte.
In deze periode werd ook het Initiatief Duurzame Handel (IDH) opgericht. Het doel: de internationale handel van grondstof tot eindproduct verduurzamen. Terwijl de grote ontwikkelingsorganisaties werden gekort, kreeg het IDH een ruim 20 miljoen euro per jaar om samen met multinationals als Akzo Nobel en Unilever de wereldwijde handelsketens groener te maken. ‘Dat draagt bij aan het wereldwijd bestrijden van armoede, bescherming van het milieu, en maakt duurzame handel tot norm’, valt te lezen op de IDH-website.