Ik zit boven in m’n Environmental War Room schat…

Al Gore gaf in zijn Inconvenient Truth al aan dat klimaatverandering de grootste test voor Amerika zal worden sinds het verslaan van nazi-Duitsland en Japan. Milieu-denker Lester Brown publiceerde onlangs zijn nieuwe boek Plan B 3.0 waarin hij oproept tot een wereldwijde mobilisatie om de CO2-uitstoot significant terug te dringen. De excentrieke ondernemer Richard Branson kon derhalve niet achterblijven en bood vorige week aan een 'Environmental War Room' te bekostigen. Een jaar geleden schreef Branson ook al een prijsvraag (25 miljoen dollar) uit voor het beste idee om 1 miljard ton aan CO2 uit de atmosfeer te krijgen. U: Sargasso community gaf hiervoor al de eerste aanzet, wellicht kunt u hem weer helpen? Het idee van een 'Environmental War Room' werd op het grote blog network Wired lauw ontvangen. De blogger stelt dat we geen extra quasi-gouvernementeel orgaan nodig hebben maar een nieuwe president in het Witte Huis. Daar is opzich geen speld tussen te krijgen maar op een salonblog als deze zijn wij niet vies van het fantaseren over nutteloze en toch uiterst comfortabele denktanks en warrooms, sterker nog we zijn er zelf eentje! Kaarten, pionnen, vlaggetjes en een flatscreen met 24-uur per dag Teletekst. Uw ideeën voor de invulling en bemanning van de 'Environmental War Room' kunt u kwijt in comments. De beste ideeën uit deze crowdsourcing sessie ontvangt Branson automagisch op z'n blackberry.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Doen wij genoeg voor een betere wereld?

Op Sargasso is plaats voor gastbijdragen. Christopher Baan (1986) studeert Internationale Ontwikkelingsstudies aan Wageningen Universiteit. In 2005-2006 fietste hij een half jaar door India, en is sindsdien via verschillende organisaties betrokken bij thema’s als ontwikkeling, jongerenparticipatie en internationale cultuur. Hij schrijft dagelijks op ‘// world citizen’, een Engelstalige blog. Een langere versie van dit artikel is hier te vinden.

Ondernemend idealisme voor een échte verandering.

Het huidige praktisch idealisme is voorbij. Grote delen van de hulpsector zijn inmiddels een ware industrie geworden, die er alle baat bij hebben om te blijven bestaan en om een leger aan ontwikkelingswerkers in functie te houden.
Een veranderende samenleving vraagt daarom om een nieuw idealisme en nieuwe ideologieën. Ik pleit hieronder voor een ondernemend idealisme, wat mijns inziens een duurzamer karakter heeft en meer kans van slagen heeft in een maatschappij die wordt gedomineerd door toenemende concurrentie. Het huidige praktisch idealisme schiet zijn doel voorbij door zich puur met betrokkenheid voor de minst bedeelden bezig te houden, en minder op samenwerking en ondernemerschap. De nieuwe social entrepeneurs willen niet de vis geven noch de hengel. Zij willen een ‘revolutie in de visindustrie’ teweeg brengen (1).

De nieuwe idealist is de ‘flower power generatie’ en John Lennon’s ‘Love not War’ ver voorbijgestreefd. Hij is rationeler geworden – of simpelweg wijzer. De ‘nieuwe jongere’ is ondernemend en is nog niet verpest door het verleden van de Koude Oorlog en Vietnam – inclusief alle pacifistische en feministische bewegingen. Anno 2008 is alles anders: de ondernemer is de nieuwe idealist. Blauw is het nieuwe groen. De Toyota Prius is de nieuwe Fiat 500. Handel is de nieuwe ontwikkelingshulp. En onderhandelen is het nieuwe actievoeren. De portemonnee is de nieuwe ballot box. Ineens is consumeren weer in, als je maar de goede dingen koopt…
Tenminste: dat is de blijde boodschap tegenwoordig. Was het maar zo. We verkondigen het overal, spreken met al onze vrienden over hoe goed het gaat met de verkoop van biologische producten en ‘ecofashion’. Maar: we blijven Nederlanders, en dus is de verleiding voor de kiloknaller in de winkel toch groter dan het dure stukje bio vlees uit de regio. En hoewel we graag in een tropisch land vakantie vieren om ‘vrijwilligerswerk’ te doen, moet het allemaal wel leuk blijven. Oftewel: de nieuwe ‘do good & enjoy’ generatie gelooft er heilig in dat consumeren en goed doen voor de wereld, samen kunnen gaan. Maar de stap tussen geloven en doen is soms nog ver weg… want: we blijven ‘zuunige Nederlanders’.
Wat is hier typerend aan? Bovenstaand betoog is niet nieuw. Het is een algemeen feit dat de kloof tussen wens en werkelijkheid erg groot is als we over Nederlands idealisme hebben. De problemen waar we het hier over hebben – klimaatverandering, armoede, conflicten – zijn vaak zo groot en ogenschijnlijk zo ver weg dat we onszelf machteloos voelen. Wat wél nieuw is, is mijn visie dat zelfs het huidige ‘praktisch idealisme’ zijn doel voorbijschiet en over een paar jaar waarschijnlijk niet meer dan een herinnering zal zijn. Daarom pleit ik voor een ‘nieuw idealisme’ – noem het social entrepeneurship – dat nauw is verweven met de creativiteit, ambitie en motivatie die inherent zijn aan het ondernemingsinstinct.
Een betere wereld begint wellicht bij jezelf, maar jijzelf mag absoluut niet het eindpunt van ontwikkeling zijn. Een begin aan een betere wereld kun je altijd zelf maken, maar je samen met anderen inzetten en concrete actie ondernemen, door elkaar te motiveren, te inspireren en samen op nieuwe ideeën te komen, kan soms werkelijk het verschil maken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De laatste dagen van het eco-huis

Eind jaren negentig maakte de gemeente Steenwijk plannen voor een nieuwe woonwijk: Woldmeenthe. In de periode 2000 t/m 2005 zouden hier 500 woningen verrijzen, een deel van dit uitbreidingsplan werd bestemd voor duurzame ecologische bouw. Hiervoor was voldoende belangstelling onder de potentiële kopers van de kavels. De ambitieuze plannen van de gemeente verwaterde echter en uiteindelijk werden de duurzaamheidseisen onvoldoende verankerd in het bestemmingsplan. Door een lotingsprocedure kwamen de kavels uiteindelijk in handen van mensen die helemaal niet zo geïnteresseerd waren in ecologische bouw. Slechts één van de oorspronkelijke ecologische bouwers wist via de loting een kavel te bemachtigen. Electrotechnisch ingenieur Jan Husslage ging aan de slag met zijn eco-huis op bouwkavel nummer 237. Hij verwerkte hout uit nabijgelegen bossen, gebruikte géén lood, zink, polyuretaan of andere milieuschadelijke stoffen, ontwierp duurzame verwarming en koelingsystemen én produceerde vrijwel géén bouwafval (zie: bouwprincipes).

Terwijl minister van milieu Jacqueline Cramer afgelopen zomer het eco-huis in Steenwijk nog “een goed voorbeeld voor toekomstige wijken” noemde dreigt het levenswerk van Husslage nu gesloopt te worden.

Volgens de gemeente zou Husslage de bouwtijd met jaren hebben overschreden en de buurt zou het getimmer zat zijn en bovendien past het ‘prairiehuis’ volgens hun niet in de nette Vinexwijk. Voor Husslage is het vechten tegen de bierkaai. Want wie wint het nou ooit van een monsterverbond van Bureaucratie & Gesundenes Volksempfinden? Formeel zou de gemeente de koopsom voor de kavel 170.000 euro retour moeten doen, maar ze verwacht dat dit bedrag volledig zal opgaan aan de sloopkosten, lekker duurzaam…

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige