Sorry mensen, ik heb momenteel even geen tijd. Dit stukje ga ik razendsnel schrijven. Niet om mezelf vrij te pleiten (of misschien ook wel), maar meer om u te waarschuwen: mocht het wat afgeraffeld overkomen, besef dan dat er al genoeg ellende op de wereld is en dat het slechts verspilde energie is u over iets dergelijks op te winden.
Maar waar wil ik het met jullie over hebben? Ik wil het graag met jullie hebben over de taalhoogvliegerij van de heer Donald Rumsfeld, de man die de wereld de Irakoorlog schonk omdat er bepaalde known knowns, known unknowns en unknown unknowns waren. Oftewel dingen waarvan we weten dat we ze weten, dingen waarvan we weten dat we ze niet weten en dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten. Ik moest denken aan Van Gaal die Tim Krul in het veld zet, wat mij betreft een duidelijk gevalletje van een unknown unknown. Maar Rumsfeld had het over de weapons of mass destruction van Saddam Hoessein en diens bereidheid er de wereld mee te vernietigen.
De enige categorie die Rumsfeld niet behandelde in zijn Cruijfiaanse verhandeling waren de unknown knowns. Dingen waarvan we niet weten dat we ze weten. En laat The Unknown Known nu net de titel zijn van de anderhalf uur durende documentaire die gisteren op tv was, waarin filmmaker Errol Morris Donald Rumsfeld aan de vrijwel immer ontblote tand voelt. De unknown knowns werden, naar aanleiding van Rumsfelds retorische goocheltrucje, geformuleerd door de Sloveense filosoof Slavoj Žižek, die deze categorie ongeveer als volgt definieerde: de dingen die we niet willen weten terwijl we ze wel weten. De martelmethodes van de C.I.A., om maar iets te noemen.