We kunnen best zonder politieke journalistiek
COLUMN - De idee dat macht corrumpeert en absolute macht absoluut is een belangrijk argument om het op te breken. Sinds de Verlichting bestaat de idee dat de absolute vorst zijn macht vooral moet delen; eerst met ministers, dan met een parlement, ten slotte met het volk. Dat alles om ernstige ongelukken te voorkomen. Deze beweging van koning naar volk heeft geleid tot de fragmentatie van politieke macht en eist dat wordt samengewerkt vanuit specifieke verantwoordelijkheden (wetgevend, uitvoerend, rechtsprekend) om iets te bereiken. Het proces van delen en fragmenteren kan worden samengevat als de democratisering van de politieke macht.
Datzelfde gebeurt ook met de controle op die macht – de journalistiek. Met een groot verschil: de democratisering van macht waarderen we, de democratisering van de journalistiek wordt gevreesd.
De journalistiek is in den beginne nog een partijgebonden pers die vooral anderen de les lazen (de verzuiling). Met de ontzuiling ontwikkelde de journalistiek zich als een elite (geprofessionaliseerd) die de controle op de politiek als belangrijke taak zag. De politieke journalistiek ontwikkelde zich als een aparte discipline op en rond het Binnenhof. Om tot die groep te horen, moet aan voorwaarden worden voldaan: accreditatie, opleiding, beschikbaarheid en geschiktheid die wordt vastgesteld door ervaringsdeskundigen. En, niet onbelangrijk: journalisten moeten toegang hebben tot een medium. Maar de grenzen tussen politieke journalistiek als-professie en andere vormen van journalistiek vervagen.