Het gelijk van de Tegenpartij

In 2011 verscheen het boek Diplomademocratie van Anchrit Wille en Mark Bovens. Aan de hand van opleidingsgegevens van kiezers en gekozenen laten zij zien hoezeer het politieke bedrijf nu vrijwel volledig in handen is gekomen van academisch geschoolden. 'Weg met de intellectuelen uit de Kamer' Wie in deze eeuw de Nederlandse politiek wil duiden, doet er verstandig aan niet alleen te kijken naar religie of inkomen, maar ook naar opleiding. Een van de eersten die dat aankaartten waren ‘Jacobse en Van Es’, de populistische alter ego’s van Kees van Kooten en Wim de Bie. In hun TV-satire in de jaren '80/'90 van de vorige eeuw richtten zij de fictieve ‘Tegenpartij’ op. Programmapunt nummer één van de Tegenpartij was: “Weg met de intellectuelen uit de Kamer en uit de regering.” Op de vraag van Tedje van Es: “wat er eigenlijk tegen intellectuelen is” antwoordde Jacobse: “Ik heb er niets bijzonders tegen, alleen dat zij alleen mekaar maar begrijpen, Van Es. Dat ze zich verschuilen in commissies en werkgroepen, in triootjes van wijze mannen, en dat ze godver, de godver, tonnen vangen voor het maken van plannen voor 1985. En beleidsnota’s en rapporten voor de jaren negentig. Maar het is de stront van 1981 waar we middenin zitten nou.” Zoals wel vaker legden Van Kooten en De Bie hun vinger op een zere plek. Democratie is in de kern lekenbestuur. Voor politieke functies heb je geen universitaire diploma’s nodig. Maar de realiteit is volstrekt anders. In de eerste editie van ons boek Diplomademocratie uit 2011 lieten we zien hoezeer de democratie in ons land sinds de jaren zeventig het domein is geworden van academisch geschoolden – de ‘intellectuelen’ van Jacobse en Van Es – en waarom dat een probleem zou kunnen zijn. Inmiddels zijn we bijna 15 jaar verder en hebben we in een volledige herziene nieuwe editie van ons boek de balans opgemaakt. Hoe staat het er nu voor met die spanning tussen diploma’s en democratie? We verkennen de stand van zaken aan de hand van tien observaties. Academisch geschoolden in de minderheid 1, We beginnen met de kiezers. Wie in een universitaire bubbel leeft denkt wellicht dat inmiddels vrijwel iedereen academisch is opgeleid. Dat is niet zo. Nog steeds is bijna twee derde van de kiezers lager of middelbaar opgeleid. In 2024 telde het CBS ongeveer twee miljoen mensen met een master-diploma en drie miljoen mensen met een bachelor-diploma. Dat betekent dat ongeveer 36 procent van de bevolking tussen de 15 en de 75 jaar een wo of een hbo-diploma heeft.[1] Elk jaar neemt dat percentage toe, maar het duurt nog heel lang voordat de universitair opgeleiden in de meerderheid zijn. In 2024 kreeg nog steeds 49 procent van de leerlingen in groep acht een advies voor een van de vormen van vmbo. [2] 2. Hoe zit het met de ‘intellectuelen’ in de Tweede Kamer? [3]In 2010 had 66 procent van de Kamerleden een wo-diploma en 22 procent een hbo-diploma. In 2021 bereikte hun aantal een voorlopig hoogtepunt en had 77 procent een wo-diploma en nog eens 16 procent een hbo-diploma. De resterende 7 procent had een mbo of havo/vwo diploma. Een aantal van hen had overigens wel gestudeerd, maar hun studie nooit afgemaakt. Bij de verkiezingen van 2023 daalde voor het eerst het aantal academici in de Kamer, naar 69 procent, en nam het aantal middelbaar opgeleiden iets toe. Dat kwam door de grote verkiezingsoverwinning van de PVV en de BBB. Deze partijen hadden relatief wat meer praktisch opgeleide Kamerleden. In 2025 verloren die partijen en zijn we weer terug op het oude niveau: 75,5 procent heeft een wo-diploma en 12,5 procent een hbo-diploma. De rest heeft een havo/vwo diploma – waarvan sommigen wel universitair zijn geschoold, maar nooit zijn afgestudeerd. Vijf Kamerleden, 3,5 procent, hebben een mbo-diploma 3. Die ontwikkeling in Den Haag staat niet op zichzelf. In het decentrale bestuur zie je inmiddels dezelfde ontwikkelingen als op het Binnenhof. Ook daar zijn de praktisch geschoolden vrijwel volledig uit de politieke lichamen verdwenen. De overgrote meerderheid van de lokale ambtsdragers is tegenwoordig hbo- of universitair geschoold. Om een voorbeeld te geven: in 1979 was 70 procent van de wethouders lager of middelbaar opgeleid; in 2024 gold dat nog maar voor 7 procent. Hetzelfde patroon zien we bij Statenleden en gedeputeerden en bij de waterschappen. Die ‘academisering’ speelt ook in het middenveld, bij belangenorganisaties, in het Europese bestuur en in het ambtelijk apparaat. Alle beleidsarena’s worden gedomineerd door universitair geschoolden. Een scheve politieke agenda 4. In 2011 spraken we de verwachting uit dat de groeiende dominantie van universitair opgeleiden in al deze arena’s ook gevolgen zou hebben voor de politieke agenda. Inmiddels weten we dat dat inderdaad zo is. Onderzoek van politicologen laat overtuigend zien dat er sprake is van scheve agenda’s: de thema’s die hoogopgeleiden belangrijk vinden, krijgen vaker prioriteit, terwijl onderwerpen die lager opgeleiden direct raken, minder snel op de agenda komen. [4] Jacobse en Van Es hadden dat destijds goed gezien. Maar deze dominantie reikt verder dan de politieke agendavorming. Ze werkt ook door in de manier waarop beleid wordt vormgegeven, uitgevoerd en geëvalueerd. In het hele beleidsproces zetten universitair opgeleide professionals de toon. 5. Vijftien jaar geleden wezen we al op de samenhang tussen die scheve vertegenwoordiging en politieke wantrouwen onder de meer praktisch opgeleide delen van de bevolking. Sindsdien is dat beeld alleen maar sterker geworden. Uit tal van onderzoeken blijkt dat veel praktisch geschoolden zich niet vertegenwoordigd voelen in de politiek. Zij zijn structureel cynischer over politiek en politici dan academisch opgeleiden. Een ruime meerderheid heeft het gevoel dat politici niet naar hen luisteren en dat hun stem geen enkele invloed heeft op het beleid van de regering. [5] Universitair opgeleiden daarentegen zijn aanzienlijk positiever: zij hebben meer vertrouwen in Kamerleden en politieke partijen, en ervaren vaker dat hun opvattingen ertoe doen in het regeringsbeleid. Zo weerspiegelt het verschil in vertrouwen de bredere kloof tussen diploma’s en democratie: de overtuiging dat de politiek niet van ons allemaal is. 6. Op de achtergrond spelen meer fundamentele veranderingen in het politieke landschap. De oude politieke tegenstellingen op basis van religie en klasse zijn niet verdwenen, maar ze zijn overschaduwd door een nieuwe, culturele scheidslijn. [6] Die scheidslijn is in Nederland steeds duidelijker zichtbaar geworden. We zien ogenschijnlijk verschillende kwesties steeds meer met elkaar verbonden raken. Opvattingen over Europa, migratie, minderheden en klimaat hangen tegenwoordig sterk met elkaar samen. Wat deze ontwikkeling extra betekenisvol maakt, is dat deze culturele scheidslijn grotendeels samenvalt met opleidingsverschillen. De standpunten van praktisch en academisch geschoolden lopen juist bij deze saillante kwesties sterk uiteen. Dat was niet zo bij de ‘oude’ politieke kwesties. In ons land zie je bijvoorbeeld vrijwel geen opleidingsverschillen bij religieus-seculiere thema’s, zoals euthanasie of abortus. Evenmin zien we grote verschillen tussen opleidingsgroepen bij klassieke links-rechts thema’s, zoals inkomensherverdeling. Partijen onderscheiden zich naar opleidingsniveau 7. Een politieke scheidslijn ontstaat niet alleen door verschillen in opvattingen; ze wordt pas echt zichtbaar wanneer er partijen zijn die deze verschillen vertalen en erin slagen voldoende kiezers te mobiliseren. Dat is inmiddels het geval. Aan de cultureel progressieve kant van deze scheidslijn ontstonden sociaalliberale en groene partijen zoals D66, GroenLinks en later de PvdD en Volt. Bij de afgelopen verkiezingen kregen zij 50 zetels. De ‘tegenpartijen’ kwamen pas later. Ze verschenen veel eerder in Hilversum, bij Koot en Bie, dan in Den Haag. Dat veranderde in één klap in mei 2002 met de enorme verkiezingswinst van de Lijst Pim Fortuyn. Inmiddels zijn nationalistische partijen een vast onderdeel van ons politieke landschap. Eerst de LPF en Trots op Nederland, vervolgens de Partij voor de Vrijheid, Forum voor Democratie, JA21 en de BBB. Bij de afgelopen verkiezingen kregen zij 46 zetels. Bijna één op de drie kiezers stemde in 2025 op die partijen. Onderzoek laat zien dat de politieke partijen sinds 2002 steeds duidelijker te onderscheiden zijn op basis van de opleidingsachtergrond van hun kiezers. [7] Universitair opgeleide Nederlanders stemmen vooral op D66 en GroenLinks/PvdA, gevolgd door de VVD en de Partij voor de Dieren. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de PVV, die voornamelijk praktisch geschoolde kiezers trekt. Zo is de opleidingsscheidslijn ook zichtbaar in de manier waarop ons politieke landschap is georganiseerd. 8. Hoewel het politieke landschap de afgelopen vijftien jaar ingrijpend is veranderd, is er opvallend weinig gebeurd op het gebied van democratische hervorming. Een van de meest ambitieuze pogingen was de Commissie-Remkes - Staatscommissie parlementair stelsel, die zich expliciet liet inspireren door de inzichten van de diplomademocratie. Ook zij zocht naar manieren om de representatie evenwichtiger te maken, bijvoorbeeld door een correctief referendum, maar haar voorstellen verdwenen uiteindelijk in een lade. Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit dat in de afgelopen jaren de directe democratie van kant is gewisseld. Tot 2015 was een grote meerderheid van de Nederlanders – zo’n 80% – voorstander van een bindend referendum. In het begin maakte opleiding daarbij weinig uit. Maar in de afgelopen jaren zijn de verschillen groter geworden: middelbaar opgeleiden bleven het meest positief, gevolgd door lager opgeleiden. Hoger opgeleiden werden steeds minder enthousiast over directe democratie. [8] Waar in 2015 nog driekwart van hen vóór een referendum was, zakte dat in 2017 naar de helft. De data van het Nationaal Kiezersonderzoek over 2023 laten zien dat dit geen tijdelijke dip is. Opvattingen over democratie 9. Opleidingsverschillen zijn daarmee ook zichtbaar in de manier waarop burgers tegen de democratie aankijken. Voor universitair opgeleiden horen checks and balances, expertise en compromissen bij een volwassen democratie. Praktisch geschoolden ervaren die juist als een rem op besluitvaardigheid. Zij hechten meer aan directe invloed – via referenda of een gekozen premier – dan aan overleg en afweging. Zelfs over de vorm van democratie lopen de visies dus uiteen: de één ziet haar als een systeem van waarborgen, de ander als een middel om gehoord te worden. 10. Toen we in 2011 ons boek afsloten, zagen we de opkomst van nationalistische partijen deels als een correctie op de eenzijdige politieke agenda als gevolg van de oververtegenwoordiging van academici in de Tweede Kamer. We hoopten dat de nationalistische nieuwkomers zich gematigder zouden gaan opstellen en zich zouden voegen in het parlementaire stelsel. Inmiddels zijn we daar minder gerust op. Het risico is groot dat ook de rechtsstaat een thema gaat worden op die culturele scheidslijn en dat sommige nationalistische partijen en hun aanhang zich ertegen gaan keren onder het mom van ‘uw rechtsstaat is de onze niet’. Daarmee is de opkomst van de diplomademocratie niet alleen meer een kwestie van representativiteit, maar ook van de legitimiteit van het politieke systeem. Het amusante ‘weg met de intellectuelen’ van de Tegenpartij, dreigt over te gaan in een veel grimmiger ‘weg met de democratische rechtsstaat’. [Redactie Sargasso:  In een reactie op dit artikel noemt emeritus hoogleraar en oud-Eerste Kamerlid Prof. dr. J.Th.J. van den Berg een ontwikkeling die volgens hem veel zorgelijker is: de gemiddeld te lage leeftijd van intrede in het parlement en het gebrek aan ervaring van veruit de meeste parlementariërs; de meeste Kamerleden krijgen niet de tijd om genoeg ervaring op te doen] Noten [1] CBS statline 2024, Bevolking: hoogst behaald onderwijsniveau en herkomst, 2024 2e kwartaal; https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/85271NED?q=beroepsbevolking%20&%20opleiding. Geraadpleegd september 2024. [2] Bron: CBS: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/84274NED/table. [3] Zie ook: Otjes 2025. https://www.montesquieu-instituut.nl/9394000/d/mi_25_otjes.pdf [4] Zie Hakhverdian & Schakel 2017; Aaldring 2017; Schakel & Van der Pas 2021. [5] Alleen al het zien van een academisch geschoold Kamerlid vergroot bij praktisch geschoolden de bereidheid om geweld te gebruiken tegen de overheid. Zie Noordzij 2023. [6] Zie hiervoor Otjes 2021. https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vljxdmy1kyxx/nieuws/de_culturele_dimensie_als_de_centrale?colctx=viqz5f37wszf&start_002=12 [7] Zie bijvoorbeeld Ganzenboom & Arab 2019. [8] Ontleend aan Dekker 2019: 94. Referenties Aaldring, L. 2017. ‘Political representation and educational attainment: evidence from the Netherlands (1994-2010)’. Political Studies. 65/1: 4-23. Bovens, M. & A. Wille. 2025. Diplomademocratie: Opleiding als nieuwe scheidslijn. Prometheus. Dekker, P. 2019. Corrigerende tik voor de diplomademocratie: Over het referendum. In: A.W. Heringa & J. Schinkelshoek (red.) Groot onderhoud of kruimelwerk: Ongevraagd commentaar op de aanbevelingen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel, Deel 13 van de Montesquieu-reeks. Den Haag: Boom: 89-100. Ganzeboom, H. & Y. Arab 2019. Zijn de verschillen in politieke voorkeuren tussen hoger en lager opgeleiden toegenomen? In: Samenhang in Europa: Eenheid in Verscheidenheid. Proceedings Zesde Nederlandse Workshop European Social Survey – 16 Maart 2018: 121-139. Amsterdam University Press. Noordzij, K. (2023). The revolt of the deplored: Cultural distance and less-educated citizens’ political discontent. Dissertatie EUR. Hakhverdian, A. & W. Schakel 2017. Nepparlement? Een pleidooi voor politiek hokjesdenken. Amsterdam: AUP. Otjes, S. 2021. De Culturele Dimensie als de centrale politieke dimensie in de Nederlandse politiek, De Hofvijver, 28 juni 2021. https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vljxdmy1kyxx/nieuws/de_culturele_dimensie_als_de_centrale?colctx=viqz5f37wszf. Otjes, S. 2025. Is de Tweede Kamer een spiegel van de samenleving of een verzameling professionele vertegenwoordigers? De loopbaan en opleiding van Tweede Kamerleden anno 2025. Bundel 25, hoofdstuk 3. Montesquieu Instituut 2025. https://www.montesquieu-instituut.nl/9394000/d/mi_25_otjes.pdf Schakel, W., & van der Pas, D. (2021). Degrees of influence: Educational inequality in policy representation. European Journal of Political Research, 60(2), 418-437. Deze bijdrage stond in De Hofvijver van 24 november 2025

Foto: IoSonoUnaFotoCamera (cc)

Trump’s politieke chantage als regeringsmodel

Stem op ons, of we breken je stad – Donald Trump gebruikt geen klassieke campagnepolitiek meer. Hij bouwt aan een systeem van afpersing, een strategie waarin de boodschap glashelder is: als je op Democraten stemt, dan wordt jouw stad of staat gestraft. Geen hulp, geen geld, geen bescherming. In plaats daarvan: pesterijen door federale instanties, het blokkeren van fondsen en het inzetten van nationale troepen om een voorbeeld te stellen. Het presidentschap wordt zo geen nationaal ambt, maar een wapen.

Tijdens zijn eerste termijn dreigde Trump meermaals federale hulp aan Democratische staten in te trekken, zelfs bij rampen. Gouverneurs die niet loyaal genoeg waren, werden publiekelijk bespot of genegeerd. De boodschap sijpelde toen al door: stemmen op de verkeerde partij kost je letterlijk levens en infrastructuur. Nu, in zijn hernieuwde campagne, is dit geen impliciete ondertoon meer, maar een expliciet programma. Hij belooft “orde”, maar alleen voor wie zich onderwerpt.

De Hongaarse blauwdruk

Het model komt niet uit de lucht vallen. Kijk naar Hongarije onder Orbán, de politieke idool van de MAGA-beweging. Ook daar werd macht gecentraliseerd en geldstromen herverdeeld. Gemeenten die oppositie stemden, verloren financiering. Media werden onder druk gezet. De nationale politie en troepen werden instrumenten van het regime. Het effect was eenvoudig: kiezers begonnen op Fidesz te stemmen. Niet uit overtuiging, maar uit zelfbescherming.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Schermopname Tweede Kamer Debat Gemist 4 juni 2024 hoofdelijke stemming

Populisme: je kan gif niet terugclaimen

Je hoort het de laatste tijd vaker, progressieve of linkse partijen willen het populisme “terugclaimen”, alsof het een marketinglabel is dat je met een nieuwe verpakking plots onschadelijk maakt. Rob Jetten van D66 speelde een paar dagen geleden ook met het idee. Hij vindt populisme niet per se “een vies woord”, maar dat van Wilders wel “doorgeslagen”. Het is het witwassen van de term, alsof populisme een instrument is dat je verantwoord kan inzetten. Maar populisme is niet neutraal, het is een manier van politiek bedrijven die haaks staat op een volwassen democratie. Het claimt namens “het volk” te spreken, reduceert politieke tegenstellingen tot een strijd tussen “wij” en “zij”, en zet wantrouwen in als munitie. Dat is geen stijlkeuze, dat is een machtsstrategie.

Het fundament van een democratie is pluralisme. Meerdere belangen, meerdere perspectieven, meerdere waarheden die naast elkaar mogen bestaan. Populisme verwerpt dat. Het doet alsof er één homogeen volk bestaat, met één wil, en dat alleen de ‘echte vertegenwoordiger’ die wil begrijpt. Daarmee wordt elke oppositie niet gewoon andersdenkenden, maar vijanden van het volk. Een democratie kan veel hebben, maar niet de systematische ondermijning van tegengeluid. Zodra “het volk” een heilig begrip wordt, worden de democratische spelregels omgezet in een religieuze doctrine.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Van kapitalocratie naar democratie

RECENSIE - Met zijn boek Wat iedereen aangaat levert NRC-redacteur Mark Lievisse Adriaanse een fundamentele kritiek op het huidige liberaal-democratische politieke systeem. Hij laat zien hoe de democratie in de afgelopen vijftig jaar langzaam maar zeker is afgebroken door de verplaatsing van de macht van door burgers bestuurde organen naar wereldwijde multinationals en het financierskapitaal. Hij vindt dat we deze ‘kapitalocratie’ moeten bestrijden door een radicale democratisering van ons politieke systeem waardoor burgers meer macht krijgen over politiek, economie en maatschappij. ‘Wat iedereen aangaat moet door iedereen besloten worden.’

Over de crisis in onze democratie wordt veel geschreven. Lievisse Adriaanse gaat in zijn verhaal verder dan kritiek op de inrichting van de bestaande instituties, het parlement, de scheiding der machten, verkiezingen en politieke partijen. Democratie gaat volgens hem in beginsel om de vraag hoe we de samenleving op een rechtvaardige, voor iedereen aanvaardbare manier kunnen inrichten. Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. Het vraagt om ruimte voor pluriformiteit, debat en vrijheid van meningsuiting. ‘De democratie is een georganiseerd conflict tussen belangen, ideeën, waarden, opvattingen en standpunten’. Het vreedzame conflict is de kern van elk democratisch bestel. Maar in de huidige samenleving lijkt elk principieel conflict uitgebannen ten gunste van één nauwelijks weersproken neoliberale consensus waar alle politieke partijen zich aan conformeren. Het bekende TINA van Margaret Thatcher (‘there is no alternative‘).

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Federico Scarionati on Unsplash

Power to the People? Hoe AI die droom ondermijnt

“Power to the people!”: een veelgehoorde leus bij demonstraties, ik hoorde het de afgelopen periode onder andere bij de Rode Lijn-demonstraties. Het is ook een leus die al decennia relevant is, en om eerlijk te zijn schiet het nog niet heel erg op. In de basis is het is een pleidooi voor democratisering van kennis, middelen en macht en lang werd door velen geroepen dat technologie dit zou brengen, het zou de grote gelijkmaker zijn. Het internet democratiseerde informatie. Sociale media gaven een stem aan wie geen podium had. De smartphone veranderde iedereen in een journalist, een activist, of iemand met, op zijn minst een beetje, invloed.

Maar de geschiedenis laat zich niet zo makkelijk temmen. Elke uitvinding die de massa belooft te bevrijden, blijkt op termijn ook een nieuw soort concentratie van macht te faciliteren. En zo staan we nu, met kunstmatige intelligentie, weer op een kruispunt. De meeste mensen kijken naar ChatGPT of Midjourney en zien een handig speeltje, een efficiëntiebooster of op zijn meest een bedreiging voor hun baan. Of aan de andere kant van het spectrum, kunstmatig intelligente robots die de mensheid zullen vernietigen. Maar niet iedereen stelt de vraag wat het betekent dat AI straks niet collectief bestuurd wordt, maar in handen komt van een relatief kleine groep mensen, soms letterlijk een enkeling.

Foto: ChatGPT Image stempotlood stembiljet

Bescherm onze democratie

COLUMN - door Marcel Canoy

De vijf zekerheden of ‘reddende engelen’ van onze democratie staan onder druk. Tijd voor actie, meent hoogleraar Marcel Canoy, met als ultieme en eenvoudige remedie: een ander vakje rood kleuren in het stemhokje.

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: onze democratie is in gevaar. En we staan er bij te kijken alsof het iets onafwendbaars is, of erger: iets dat we maar moeten accepteren. ‘Meer dan twee miljoen mensen stemden op de PVV’, is een veelgehoord argument. Het kabinet mag dan eindelijk gevallen zijn, het gevaar is niet geweken.

Sociaal contract

Verschillende filosofen hebben democratie geduid. Democratie is een sociaal contract waarbij burgers een deel van hun soevereiniteit vrijwillig opgeven aan de gekozen macht om het algemeen belang te dienen. Pijlers van democratie zijn het respecteren van mensenrechten, het beschermen van minderheden, vrijheid van meningsuiting en het bestaan van tegenmachten voor de heersende klasse.

De waarde van democratie is het gemakkelijkst te begrijpen vanuit het negatieve

De waarde van democratie is het gemakkelijkst te begrijpen vanuit het negatieve. Niet voor niets zei Churchill in 1947 dat democratie het slechtste systeem was om een land te runnen, alleen zijn de alternatieven nog slechter. In dictatoriale systemen worden alle pijlers van democratie onderuit geschoffeld. Het gevolg is minder vrijheid, repressie van minderheden, geen onafhankelijke rechtspraak en het onderdrukken van tegengeluiden. En niet te vergeten: een zwakkere economie.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: CALChux (cc)

Het belang van sterke leiders

OPINIE - Wat nu weer? Ben ik extreemrechts geworden? Nou, nee. Maar toch betrap ik me af en toe wel eens op de gedachte dat we een gebrek hebben aan goede leiders. Ik bedoel dan niet dat ze autoritair moeten zijn. Of dat ze stoere taal uit moeten slaan die, als het even kan, vooral gericht is tegen de meest weerlozen in de samenleving. Of daadkracht proberen uit te stralen door sommigen hun basisrechten te ontzeggen. Zo sterk vind ik dat allemaal niet. Ik zou het eerder laf noemen. Al valt niet te ontkennen de provocatieve en demagogische retoriek van dit type leiders zich ook tegen hen kan keren, in de vorm van bedreigingen en geweld.

Dit type leider kan een democratie missen als kiespijn. Maar dat betekent niet dat een democratie helemaal zonder leiders kan. En dat is wel de toestand waarin we zijn beland. Met leiders die niet meer durven te leiden, maar die in plaats daarvan liever volgen. Ze volgen de opiniepeilingen, hun campagnemanagers, de grootste bekken op sociale media en de gevestigde belangen. En natuurlijk dienen ze het allerhoogste: de economie.

Het ligt niet alleen aan politici

Je kan dat niet alleen wijten aan de politici. Want uiteindelijk zijn wij degenen die steeds weer op zulke politici stemmen. We lijken niet meer goed te beseffen dat democratie ooit is bedacht als een systeem waarin het volk zijn leiders kiest. Het overheersende idee lijkt tegenwoordig eerder dat we bij verkiezingen een verlanglijstje in mogen dienen, en dat de politiek vervolgens alles maar moet leveren. Maar veel politici roepen dat ook wel over zichzelf af. Hun gedrag lijkt op dat van een bepaald type sjacheraar: zo iemand die belooft alles te kunnen leveren wat je maar bij hem bestelt. En als dat niet lukt, of als de kwaliteit ondermaats is, heeft hij altijd wel een smoesje. Altijd hetzelfde smoesje eigenlijk: als er iets niet goed is gegaan, is dat de schuld van iemand anders.

Foto: Jorge Cancela (cc)

Persvrijheid vereist een democratische cultuur en zelfreflectie van de media

COLUMN - In de jaarlijkse Persvrijheidsindex van RSF (Reporters Sans Frontières) staat Nederland dit jaar op de derde plaats. Geen reden om ons zorgen te maken, dus. Lijkt het. Maar toch. De vrijheid van de media blijft waakzaamheid vereisen. Die vrijheid is namelijk afhankelijk van een context van de democratische rechtsstaat die in toenemende mate onder druk staat. Vrije media passen in een democratische cultuur. Maar wat gebeurt er als de politieke cultuur steeds meer onder invloed komt te staan van autoritaire, illiberale tendensen? Het kan snel afgelopen zijn met de persvrijheid zoals Hongarije laat zien. En dan de VS, al tachtig jaar cultureel, economisch en politiek hét grote voorbeeld voor Nederland. Direct na de start van de tweede termijn van Trump schreef  Katherine Jacobsen van het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ): “Het is voor journalisten steeds moeilijker om hun werk goed te doen. Als dit zo doorgaat, dan zou Amerika het nieuwe Rusland kunnen worden.”

De NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten) vindt in reactie op de Persvrijheidsindex dat er geen reden is voor een juichstemming. ‘De publieke omroep krijgt te maken met ingrijpende bezuinigingen. Journalisten hebben in toenemende mate te maken met geweldsincidenten, schadelijke politieke retoriek en juridische intimidatie (SLAPP-zaken). Er zijn zorgen over de mediaconcentratie in Nederland en de toegang tot informatie.’ De huidige -inmiddels demissionaire- regering kan niet beschouwd worden als actieve beschermer van de vrijheid in de media. De openbaarheid van informatie wordt eerder tegengewerkt dan bevorderd, zoals bijvoorbeeld bleek bij de weigering van BBB-minister Wiersma om emissiegegevens van boeren openbaar te maken. De NVJ is voorts bezorgd over het toenemend aantal bedreigingen van journalisten. In totaal hebben in 2024 journalisten 249 keer melding gedaan van een incident bij PersVeilig, tegenover 218 keer in 2023 en 198 keer in 2022.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Bernhard De Grendel - Marguerite Yourcenar-Bailleul, via Wikimedia.

We moeten ons blijven verzetten

OPROEP - Jullie hebben al een paar weken niet van me gehoord over de bezuinigingen. Hoe nu? Zijn ze van de baan? Welnee — met de beruchte voorjaarsnota komt er immers opnieuw een flinke dreun aan. En gezien de slapte waarmee tot nu toe in universitaire kring is gereageerd op al het onheil, zou ik het als neoliberale politicus in een coalitie met radicaal rechts wel weten: daar kunnen nog makkelijk honderden miljoenen worden weggesneden.

Als deze regering blijft zitten, dan gaat dat gebeuren.

De vraag is nu alleen: waartegen precies te protesteren? Er zijn, alleen al bij mij, minstens drie lagen van ontevredenheid.

Nuttige torens

De eerste laag is een materiële: het gaat over de centen, over de huidige bezuinigingen en de bezuinigingen die er nog aankomen. Die gaan allerlei mensen hun baan kosten. Ze brengen de kwaliteit van het hoger onderwijs ernstige schade toe, en in de sector waarin wij werken heeft dat onherroepelijk ook gevolgen voor het voortgezet onderwijs – wij leiden immers de mensen op die daar straks aan de slag moeten. Er wordt nu al op allerlei manieren schandelijk omgesprongen met medewerkers. Neem bijvoorbeeld de internationale collega’s die hierheen zijn gelokt met fraaie beloften, die hier nu een loopbaan proberen op te bouwen en die ineens te horen krijgen dat we van gedachten zijn veranderd en dat ze dus weer mogen ophoepelen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Achtergrond V-Dem rapport: hoe democratieën in kaart worden gebracht

ANALYSE - Het in 2014 opgerichte V-Dem Institute van de Universiteit van Gotenburg geeft sinds de oprichting jaarlijks een rapport uit over de wereldwijde staat van de democratie. Dit jaar is, zoals Wim van Meurs beschrijft in zijn recent verschenen bijdrage op de website van het Montesquieu Instituut, het alarmerende nieuws verschenen dat Nederland tot de landen behoort waar ‘autocratiserende’ tendensen zichtbaar zijn.

Nederland is hier zeker niet de enige in. Volgens het rapport zijn er wereldwijd, voor het eerst in twintig jaar, meer autocratieën (91) dan democratieën (88). 45 landen, met daarin 40% van de wereldbevolking, is aan het autocratiseren. 19 landen, waarin in totaal 6% van de wereldbevolking leeft, is aan de democratiserende hand.

Van Meurs beschrijft waarom er volgens het V-Dem Institute in Nederland democratische achteruitgang te zien is. Daarbij plaatst hij ook kanttekeningen bij de waarde van het rapport. In dit stuk wordt de onderliggende data verder uitgediept, gekeken hoe bepaalde cijfers tot stand komen en gepoogd concepten te verduidelijken. Het is bij al deze cijfers belangrijk om te onthouden dat het gaat om de democratische ontwikkelingen in 2024.

1. Methode en wereldwijde cijfers

V-Dem staat voluit voor ‘Varieties of Democracy’. In haar jaarlijkse rapport tracht het instituut, aan de hand van data, regimes van landen te classificeren en in te delen bij een van de vier hoofdcategorieën, van ‘minst vrij’ tot ‘meest vrij’:

Volgende