In de corona – bijvangst bij het schrijven van een proefschrift

Zoals jullie weten (ik heb er namelijk al een en ander over geschreven hier op Sargasso) heb ik de afgelopen jaren onderzoek mogen doen naar de effecten van een wat ruimhartige vorm van bijstand. Uiteindelijk leidde dat tot een proefschrift over een experiment dat de gemeente Nijmegen hier mee deed. Een mooie bijvangst van promoveren is (naast de status, de loonsverhoging en de mensen op straat die je handtekening willen natuurlijk /s) is dat je, eenmaal gepromoveerd, gevraagd kan worden om zelf in de corona te gaan zitten om anderen die hun proefschrift verdedigen moeilijke vragen te stellen. En zo leer je nog eens wat nieuws! Enkele maanden terug was ik uitgenodigd om deel te nemen aan de oppositie bij de promotie van Sandra Schel, die een uitermate boeiend proefschrift over Nederlanders die dakloos zijn en/of die leven in langdurige armoede: Towards understanding what Dutch people in a socio-economically disadvantaged position need to enhance their living conditions. Het hier helemaal bespreken voert te ver: het proefschrift bestaat (zoals dat vaak gaat bij proefschriften) uit vier deelonderzoeken, die een samenhangend thema hebben (mensen in zeer ongunstige sociaaleconomische omstandigheden, te weten daklozen en mensen in langdurige armoede). Eén specifieke passage wil ik echter graag met jullie delen, omdat hij volgens mij essentieel is voor het verbeteren van het sociale stelsel in Nederland. Maar ook omdat hij goed aansluit bij waar hier op Sargasso vaker over geschreven is. Het gaat hier om: Professionals zouden bijvoorbeeld voldoende tijd en geduld moeten hebben om echt te luisteren, en de geboden diensten zouden open en transparant moeten zijn en gebaseerd op vertrouwen en gelijkheid. Deze aanbevelingen zijn in lijn met de bevindingen uit eerdere onderzoeken (Luchenski et al., 2018). Ten eerste vereist dit dat reguliere professionals en ervaringsdeskundigen voldoende tijd beschikbaar hebben voor hun cliënten. Organisaties zouden daarom kritisch moeten reflecteren op de caseload van hun professionals en deze verminderen indien nodig. Dit zou reguliere professionals en ervaringsdeskundigen de gelegenheid geven om hun cliënten te behandelen als mensen in plaats van nummers. De implementatie van deze verandering hangt echter af van het feit of gemeenten of andere overheidsfinanciers dit belang erkennen en indien nodig hiervoor extra financiering bieden Ja: als we willen dat ons sociale systeem werkt, dan moeten de mensen die het uitvoeren, die direct contact hebben met de kwetsbare burger, genoeg tijd hebben om hun werk (goed) te doen. Of ze nou in de maatschappelijke opvang, bij een gemeente of bij wat voor soort instantie dan ook werken. En dat vraagt óók dat die instanties genoeg geld hebben om voldoende gekwalificeerde mensen aan te nemen. Persoonlijk kijk ik dan toch weer even naar het Rijk (zonder al te hoge verwachtingen). Mensen die wetenschappelijke lectuur geen bezwaar vinden en het thema interessant vinden kan ik van harte aanbevelen het hele boek eens door te nemen - al was het maar de samenvatting.

Door:
Foto: via Kansfonds dak- en thuisloosheid foto LR-07

Anders tellen geeft een beter beeld van dakloosheid

DATA - door Dorieke Wewerinke, Sandra Schel, Jan de Vries, Lia van Doorn

Slechts een beperkt deel van de dakloze mensen in Nederland is momenteel in beeld. Hogeschool Utrecht en Kansfonds introduceerden daarom een nieuwe telmethode die een beter inzicht geeft. Dat is hard nodig voor het maken van effectief dakloosheidsbeleid.

In Nederland is er geregeld discussie over de afbakening en definitie van dakloosheid (Huber, Van Doorn, & Davelaar, 2022). De definitie die het CBS hanteert om dakloosheid te monitoren is een smalle definitie, namelijk die van ‘feitelijke dakloosheid’. Vanwege deze beperkte definitie en de beperkingen van de telmethode komen diverse groepen mensen niet in de schattingen van het CBS voor.

Zo telt het CBS kinderen, 65-plussers en ongedocumenteerde mensen niet mee, net zomin als mensen die verblijven in 24 uurs-voorzieningen van de maatschappelijke opvang en mensen die verblijven in de vrouwenopvang. Ook mensen die vanwege een gebrek aan passende huisvesting verblijven op plekken die niet geschikt zijn voor bewoning, zoals een auto, schuur, kraakpand of (sta)caravan, worden in de CBS-metingen niet meegeteld. De CBS-cijfers geven daarmee beperkt zicht op de werkelijke aard en omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland.

ETHOS: een andere, brede definitie

Internationaal bepleiten experts het gebruik van de ETHOS-definitie van dakloosheid (Huber et al., 2022). ETHOS staat voor European Typology of Homelessness and Housing Exclusion en stelt de huisvestingssituatie van mensen centraal. De definitie is gebaseerd op het recht op huisvesting, één van de mensenrechten.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Foto lechenie-narkomanii op Pixabay

Waar staan we in de aanpak van dakloosheid in Nederland?

ESSAY - door Max Huber, Lia van Doorn, Maarten Davelaar

De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen. Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.

In vrijwel alle landen van de Europese Unie tekent zich een sterke stijging af van het aantal dak- en thuislozen. In een poging om het tij te keren, heeft de Europese Commissie op 21 juni 2021 een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring – de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ – staat dat:

  • niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
  • niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
  • niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
  • zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
Foto: copyright ok. Gecheckt 22-02-2022

Hoe het recht op huisvesting moet worden vertaald naar woonbeleid

Huisvesting is een grondrecht en het woonbeleid moet gericht zijn op het verwezenlijken van dat recht. Dit is de centrale boodschap van de grote landelijke demonstraties tegen de wooncrisis, eerst op 12 september in Amsterdam en opnieuw deze zondag tijdens de Woonopstand in het Afrikaanderpark in Rotterdam. Wat betekent dat concreet voor het woonbeleid?

Het recht op huisvesting is vastgelegd in artikel 22 van onze Grondwet en in verschillende internationale verdragen waaraan de Nederlandse Staat zich heeft verbonden. Het woonrecht gaat om “het recht om in vrede, veiligheid en waardigheid in een huis te wonen” en het omvat veel verschillende aspecten, waaronder beschikbaarheid, betaalbaarheid, woonzekerheid, gelijke toegang en zeggenschap. Onder meer de Speciale Rapporteur voor adequate huisvesting heeft richtlijnen opgesteld voor overheden. De wooncrisis is een schending van mensenrechten, schreven mensenrechtenjuristen Rosa Beets en Jan de Vries gisteren in het NRC. De staat moet zich dan ook inspannen voor behoorlijke huisvesting. Dat zou zich moeten vertalen in concrete beleidsmaatregelen.

Dakloosheid bestrijden is prioriteit

Geen dak boven het hoofd hebben tast de menselijke waardigheid aan: zonder huisvesting is het onmogelijk om andere levensbehoeften te vervullen. Toch zijn er in Nederland 36.000 geregistreerde dakloze mensen en het werkelijke aantal ligt veel hoger. Het bestrijden van dakloosheid zou dan ook topprioriteit moeten zijn in een op mensenrechten gebaseerd woonbeleid.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Opgelet, onderstaande tekst kan sporen van ironie bevatten

KRAS | Daklozen

Er zijn in Nederland 40.000 daklozen en dat aantal stijgt. Al jaren. Niet zo gek gezien de stijgende huizenprijzen en beleid om sociale huurwoningen ‘op te waarderen’. Voor Rotterdam Zuid bestaat zelfs een nationaal actieplan om betaalbare woningen weg te wieden. Kortom, er was geen enkele manier waarop de politiek dit effect kon kennen. Men was ‘geschokt’.

Omdat ik de beroerdste niet ben heb ik ook een mooie politieke oplossing. Als je je nu voorneemt om over tien jaar betaalbare woningen te bouwen met twee keer zoveel faciliteiten als minimaal nodig, dan krijgen de daklozen over twintig jaar bekeken precies waar ze recht op hebben. Probleem met onmiddellijk ingang van tafel. Graag gedaan.

Foto: Ed Yourdon (cc)

De weg terug

COLUMN - Vier maanden geleden beschreef ik hier hoe akelig na ik de afgrond was geraakt, door een combinatie van rouw, burn-out en verlammende depressie. Ik kwam amper nog mijn huis uit, opende de post al maanden niet meer en sloot mezelf steeds verder af. ‘Met gestrekt been schoof ik almaar dieper de ellende in,’ schreef ik. ‘Dank God voor de automatische overschrijving en voor wat financiële reserve, anders had ik op straat kunnen staan. En dank Allah voor de loyaliteit van opdrachtgevers en vrienden: zonder hen was ik inmiddels weggevaagd.’

De reacties op mijn column waren overweldigend. Zoveel mensen die een vergelijkbaar traject hadden afgelegd, en een deel van hen was inderdaad over de rand gedonderd en had huis en have verloren. Er blijkt op de keper beschouwd slechts weinig te zijn dat ons scheidt van de afgrond: een scheiding, de dood van een geliefde, je baan kwijtraken volstaat. Het enige dat je dan nog voor je val kan behouden, is een verduveld sterk netwerk.

Wegvallen is makkelijker dan we denken, terugkomen aanzienlijk moeilijker. Wie eenmaal dakloos is geworden, heeft geen adres, meestal geen inkomen, geen vastigheid, amper spullen, geen eigen plek, geen veiligheid, geen beschutting, geen warmte, geen rust. Zie dat dan allemaal maar weer eens op te bouwen, van de grond af aan.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Franco Folini (cc)

Een paar centimeter

COLUMN - Overwerkt en vol verdriet waarmee ik geen raad wist, schoof ik de depressie in. Ik sloot me steeds verder af. Er kwamen maanden waarin de enige mensen die ik zag, de dames achter de kassa van de supermarkt waren. Zelfs die meed ik liever: pas wanneer de enige leeftocht in huis nog een oud blik artisjokkenharten was, kreeg ik mezelf zover om boodschappen te gaan halen.

Nergens fut in, nergens moed voor.

Wat ik deed? Niks. Eindeloos series kijken op de computer. Een geliefd forum tien keer per dag van voor naar achter uitlezen. Mezelf verdoven. Te laat naar bed gaan, te laat opstaan, en altijd gaan slapen met het vreselijke gevoel dat ik die dag weer niks had gedaan. Het loden gewicht op mijn schouders voelen drukken van al dat achterstallige werk, stiekem doodsbang zijn dat ik het geduld en de liefde van vrienden nu definitief had verspeeld door mijn eindeloze stilte.

Ik proefde ergens diep in me zelfs een koppig verzet tegen het weer moeten opkrabbelen. Wat een gedoe, waarom zou ik nog? Ik heb toch niks meer te bieden, laat staan iets te halen. Ik was op. Kapot. Defect. Voor mij hoefde het allemaal niet meer.