De zwarte markt van Cuba
Dit is een gastbijdrage van “Cohiba”. Geschreven op basis van opgedane ervaringen.
Aanstaande zaterdag, 16 april 2011, is voor Cuba een belangrijke dag. Dan begint het zesde congres van de Communistische Partij van Cuba. Waarom dat zo belangrijk is? President Raúl Castro, broer van de nog steeds onbetwiste leider Fidel, heeft gezegd dat het Cubaanse Socialisme economische hervormingen nodig heeft. Het gaat niet goed met de Cubaanse economie. En over die economische hervormingen gaat de partij op het komende congres praten. Het mag dan wel niet goed gaan met de officiële Cubaanse economie, maar de officieuze Cubaanse economie – de zwarte markt – draait als een tierelier. Er is geen Cubaan die zonder deze zwarte markt kan overleven. Het eiland drijft er op. Een paar voorbeelden van hoe het grootste deel van de Cubanen dag in dag uit overleeft.
In een luxe hotel in Havana eten Westerse toeristen rundvlees. Voor hen iets heel normaals, maar voor de doorsnee Cubaan iets onbereikbaars en daarom zeer gewild. In de keuken van datzelfde hotel wordt behalve gekookt, ook gesjoemeld. Personeel smokkelt het rode vlees het hotel uit en daarna begint de handel. Ze bellen vrienden om te zeggen dat ze ‘het rode’ in huis hebben. Aan de telefoon kun je maar beter voorzichtig zijn, want je weet nooit wie er meeluistert en daarom wordt het beestje niet bij de naam genoemd. Bij Maria, een vrouw van in de veertig, loopt het water al snel in de mond en zo komt dat stukje rundvlees via het hotelpersoneel en via de tussenpersoon in haar braadpan terecht. Alle handen die ‘ het rode’ hebben aangeraakt, verdienen er aan en de staat verliest: de zwarte markt van Cuba.