Een gastbijdrage van Martijn de Koning.
Eén van mijn vaste lezers maakte mij attent op Mart’s blog met een stuk over ‘geïnstitutionaliseerd Marokkaantje pesten‘. Hij schreef dit naar aanleiding van de volgende poster in het kader van een wervingsactie van de politie voor nieuw personeel.
U ziet hier het bijbehorende filmpje:
De campagne maakt overigens gebruik van wel meerdere stereotyperingen:
Maar ik wil het even hebben over het deel met de hangjongeren. Zoals in het blog wordt opgemerkt gaat het niet zozeer om de diender op straat maar om de copywriter die de slogan ‘Kun jij duidelijk maken dat niets doen ook overlast kan geven?‘ heeft bedacht en de politieorganisatie die deze campagneposter en film goedkeuren. Wat hier gebeurt is te zien als onderdeel van de criminalisering van ‘hangjongeren’. Waar het eigenlijk door de geschiedenis heen zeer gebruikelijk is dat jongeren, in het bijzonder jongens, in de openbare ruimte bij elkaar komen, elkaars grenzen en die van anderen aftasten en nieuwe grenzen vastleggen als onderdeel van het proces van opgroeien, zien we eveneens dat dit altijd met argusogen gevolgd wordt door volwassenen. Het zijn immers deels de grenzen die volwassenen gesteld hebben die worden afgestast, uitgedaagd, overschreden en veranderd. De hangplekken krijgen voor jongeren een speciale betekenis tijdens en door het hangen als een plek waar men elkaar ontmoet en waar ze hun identiteit en het idee van zichzelf zijn vorm en inhoud krijgen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat mensen jaren later daar nog met enige nostalgie aan terug denken bijvoorbeeld als ze er langskomen. Het is één van de manieren waarop een verbondenheid met iemands lokale omgeving wordt geschapen. Het gaat ook om het claimen van een plek en ruimtelijke autonomie ten koste van andere hanggroepen en volwassenen bijvoorbeeld door het achterlaten van graffiti of ‘rommel’ (meer dan eens afval van de Mac waar men net vandaan komt).