Gepriegel
De zaterdagcolumn van Felix Rottenberg uit de papieren editie van het Parool verschijnt iedere zondag, maandag of dinsdag op Sargasso.
Pruimen- en perzikenplukkers, Syrisch-Koerdische boeren in het noordoosten van Libanon, worden verpletterd door Israëlisch rakettenvuur.
Waar is Europa?
Hezbollah trakteert de dorpelingen in Noord-Israël op honderden Syrische 301-raketten.
Waar is Europa?
De gezanten van Europa pendelen tussen de hoofdsteden in het oorlogsgebied, krachteloos, want het zijn mannen zonder standpunten. Javier Solana, buitenland-coördinator van de Europese Unie en de slimste netwerker van Europa, reist van Damascus naar Beiroet en via ingewikkelde omwegen naar Jeruzalem, samen met zijn sociaaldemocratische kameraad, de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Miguel Ángel Moratinos.
Ze zijn radeloos, want ze kunnen niets omdat Europa verdeeld is. De Fransen steunen met omslachtige verklaringen Libanon, de Engelsen begrijpen de interventies van Israël, de Duitsers onthouden zich altijd als Israël in het geding is.
Nederland heeft zijn eigen routinier, minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken. Hij is geen Midden-Oosten-specialist, geen man met unieke contacten in Syrië, Israël of Libanon. Maar Bot verdwaalt nooit in het Brusselse labyrint, hij weet in welke zalen de teksten worden geformuleerd waarmee Franse en Amerikaanse diplomaten proberen een unaniem standpunt van de VN-Veiligheidsraad te bereiken.
Het maakt allemaal een belabberde indruk. Iedereen weet dat tijd wordt gerekt, want de Amerikanen, met in hun kielzog de Engelsen, wachten totdat Israël de beoogde bufferzone in Zuid-Libanon onder controle heeft.
Behalve de lafheid van de Europese leiders valt nog iets op: hun onervarenheid met de conflicten in en de geschiedenis van het Midden-Oosten. De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken van Engeland, Margaret Beckett, kent niemand in de regio persoonlijk. Condoleezza Rice, haar Amerikaanse ambtsgenoot, is niet getraind in overredingskunde en improvisatie. Er zijn geen souffleurs om haar heen die nog met Henry Kissinger hebben gewerkt.
Rice maakte zondag een onvergetelijke fout, toen de Libanese premier Fuad Saniora haar na het dramatische bombardement op Kana meedeelde dat ze niet meer welkom was in Libanon. “Het spijt me, ik ben al onderweg naar jullie toe,” had ze moeten antwoorden.
Wat evenzeer verbaast, is dat de koningen van Marokko en Jordanië, een nieuwe generatie, opgeleid aan universiteiten in Londen en New York, geen enkele rol spelen. Dat is verontrustend, hun vaders bemiddelden en kalmeerden, bespeelden de media en waren onmisbare bruggenbouwers.