De vroege Stoa (4): Negatieve emoties
Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa.
De Stoa wordt soms emotieloosheid verweten, maar er is geen stoïcijn die gevoelens als blijdschap en genot zou veroordelen. Je moet het niet als enige doel hebben, maar er is ook niets mis mee. Met negatieve emoties bonden ze daarentegen wél de strijd aan.
De Stoa versus negatieve emoties
Wat is een negatieve emotie? Volgens Chrysippos berusten negatieve emoties op fouten in onze redeneringen. Iemand ziet iets gebeuren en is daar ontevreden mee. Hij zegt dus eigenlijk dat het anders had moeten zijn dan dat het feitelijk is.
Volgens de Stoa kunnen wij die negatieve emoties tegengaan door te achterhalen hoe de dingen ontstaan zijn. Dan zien we in dat alles wat gebeurt noodzakelijkerwijs zo gebeurt. En over iets dat noodzakelijk zo is, kan men onmogelijk kwaad zijn. Wanneer we kennis hebben van wat er staat te gebeuren, blijven we volgens de stoïcijnen onze negatieve emoties de baas.
Een voorbeeld
Dit klinkt abstract, daarom een voorbeeld. Stel dat ik zit te wachten op een vriendin met wie ik om acht uur heb afgesproken. Het is half negen en ik word ongeduldig. Om negen uur ben ik een beetje narrig. Om half tien ben ik zelfs kwaad.