Closing Time | Winterlady

https://www.youtube.com/watch?v=g90oBqeMtq8 Covers. Er zijn mensen die ervan gruwen, die er op neer kijken, immers, niets haalt het bij het origineel, en bedenk zelf ‘ns iets makker, beetje makkelijk sier gaan lopen maken met andermans product. Boe! Maar. Aan de andere kant. Ik heb ook de ervaring dat ik me verheugde op de voordacht van een dichter bij een poëziefestival, ik had het merendeel van zijn bundels, kende zijn gedichten, vond ze goed – maar hij had ze door iemand anders moeten laten voordragen, want allemachtig, wat kun je een optreden verprutsen door onhandig gedoe met microfoon, te lang gerommel in de papieren, gehakkel, of erger, gemompel – en daar gaan die mooie gedichten. Had ze nou maar door een ander laten voorlezen, dan was er  nog iets van over gebleven. Leonard Cohen schreef Winterlady in 1967. En het duurde tot 1994 dat er een betere versie kwam. Will Oldham deed dat, ook al heette de plaat waar die cover op staat Hope (Palace Songs). Wat Will Oldham deed was het nummer meer een walsje laten zijn, een weemoedig walsje. Beter. Maar u mag natuurlijk een andere mening hebben. Trav'ling lady, stay awhile Until the night is over I'm just a station on your way I know I'm not your lover Well I lived with a child of snow When I was a soldier And I fought every man for her Until the nights grew colder She used to wear her hair like you Except when she was sleeping And then she'd weave it on a loom of smoke and gold and breathing

Door: Foto: Ted (cc)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Closing Time | Kings Road

 Suzie Ungerleider komt uit Canada, maar toen ze begon als artiest, dacht ze dat het waarschijnlijk commercieel handiger was om een pakkende naam te bedenken die op het affiche zou komen te staan. Het is O Susanna geworden, naar dat liedje.

En ik zou O Susanna allang vergeten zijn, als ik niet, bij de Closing Time van gisteren, haar naam was tegengekomen: BJ Baartmans had met haar samengewerkt. Nou ja zeg, wat kan de wereld toch soms klein zijn. De Brabander buurt met de Canadese.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | Et Hop

Het zijn geen Fransen en de drummer heet Bakvis van z’n achternaam. Hm. Lastig? Laat ik het maar zeggen: ze komen uit Montreal, Quebec, en dat ligt in het Franstalige gedeelte van Canada. Dat verklaart alleen nog niet de achternaam van de drummer. Dat blijft een raadsel. (Zijn voornaam is gewoon Julien).

En Corridor maakt een jaren zestig geluid, met bedwelmende gitaarklanken en harmonieuze, dromerige zang. Retro. Pastoraal klinkende muziek met haast geen rauwe of ruwe randjes.

Closing Time | Everything I Have

Waar ken ik die band Siskiyou ook alweer van? In een vpro-radio boekenprogramma van een aantal jaren terug, was er af en toe een break, tussen de voorlezende schrijvers en dichters door, of tussen de interviews. Dan werd er weer een liedje van een obscuur bandje aangekondigd waar ik nog nooit van gehoord had. Daar ken ik dus Sikiyou van. Een Canadese band met een eigenzinnig geluid. Met een eigen kijk op hoe percussie moet klinken. En hoe blazers moeten klinken. Iets tussen folk, country en pop in. Geen rockband in ieder geval. Je vraagt je wel af hoe zoiets live zou klinken: zouden ze al die lui in de zaal die, met een drankje in de hand, met elkaar luidkeels de week doornemen, kunnen overstemmen?

Closing Time | Complainte Pour Ste. Catherine

Je vraagt je toch af hoe er destijds (1976) over ‘beeld’ werd gedacht, je programma heet tenslotte toch TOPPOP, nietwaar? Daar krijg je toch de associatie van de bovenste beste van, lijkt mij, in beeld en geluid. Maar wat ik zie zijn twee wat stijve, niet echt vrolijke zangeressen (de zussen McGarrigle, er kan geen glimlachje af) en een voor de rest statisch decor waarin alleen een bloemstukje op de piano met daarin een paar zieltogende tulpen.

Closing Time | Echo Beach

Echo Beach van het Canadese Martha And The Muffins uit 1980. Waarom? Vanwege dat orgeltje aan het begin en die saxofoonsolo verderop in de song. En vanwege de nostalgie, New Wave uit 1980 immers. En omdat de tekst nu wel past bij de tijd van het jaar: de zomervakantie komt steeds dichterbij; de corona-app en de DigiD app geactiveerd, en voor het echte vakantiegevoel het gestempelde vaccinatieboekje ook al op de stapel gelegd. Als ik het zo opschrijf, verliest die zomervakantie ineens wel een boel van zijn aantrekkelijkheid.

Closing Time | Yoru Ni

In Closing Time is er al vaker aandacht besteed aan surfmuziek. Surfgitaarmuziek wordt gemaakt in Amerika, in Nederland en ook Canada, zowel in het Engelstalige gedeelte, als het Franstalige deel. En daar wordt het gemaakt door Japanners. En Teke Teke geeft er weer een eigen draai aan. Om te beginnen al doordat ze met z’n zevenen zijn. En dan nog die afwijkende instrumentatie: een trombone en een (dwars-) fluit kom je niet vaak tegen in de surfmuziek. En ze benaderen het genre surf wat fanatieker heb ik het idee.

Closing Time | Treacherous Waters

Gisteren klikte ik een muzieksite aan, zo eentje die nieuw uitgekomen platen bespreekt. Onder elke bespreking staan dan een paar muziekfragmentjes van die plaat. Soms, als de bespreking daar aanleiding toe geeft, luister ik naar zo’n fragmentje, om dan meestal na een paar maten gehoord te hebben, alweer op stop te drukken. Dan komt het te traag op gang, dan pakt het me niet. Dat kan dan aan de muziek liggen, maar ook aan mijn stemming van dat moment. En gister bleef ik wel luisteren naar die song met dat jankende orgel en dat luchtige ritme, met daarover heen die lichte zangstem van die voor mij onbekende Canadese band. Ik heb, ik wilde mijn stemming niet verstoren, de andere songs van Changing Faces niet beluisterd.

Closing Time | Wash Your Face In My Sink

 

 

Canadese hiphop van 30 jaar terug. Hiphop met jazz en Bigband, luchtig vermengd op een bedje van niet alledaagse ritmes. Erg dansbaar ook, en er zijn bij de samples ook blazers gebruikt en zelfs een fluit. Erg ongebruikelijk maar wel erg leuk, zomers zou ik zeggen. De band heette Dream Warriors en had nog een grote hit met dat aanstekelijke My Definition of a Boombastic Jazz Style, ook weer met blazers.

Closing Time | Hideaway

Hideaway, dat was dat nummer van die Canadese zangeres Kiesza toch? En daar zat die clip bij die was opgenomen in één enkele shot. In 2014 had Kiesza een nummer 1 hit, niet alleen in Nederland, met Hideaway. Het zal je maar gebeuren met je debuutsingle. En die clip was opgenomen in een stedelijke omgeving, stads, grootsteeds, hippe jongelui, multiculti, navenant gekleed, eigentijdse omgeving: graffiti, hippe dansmoves, alleen, met z’n twee, met een groep, skateboarder, passerende jogger – alles.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende