ACHTERGROND - Als de onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU over nieuwe handelsrelaties vastlopen, kunnen de Britten altijd nog terugvallen op de WTO-regels, zo is de veronderstelling. Maar dan moeten het VK wel zelfstandig lid zijn van de WTO. Ook de gesprekken daarover vlotten echter niet.
Ergens vorig jaar werd de Moldavische diplomate Corina Cojocaru de toegang geweigerd tot Groot-Brittannië. Dat boeide toen niemand, want Moldavië is een onbetekenend land aan de rand van Europa en daarbinnen stelde Cojocaru ook niet zoveel voor. Behalve dat ze de officiële onderhandelaar namens haar land is bij de Wereldhandelsorganisatie WTO. En toen ze zich moest buigen over het Britse verzoek om deel te nemen aan een verdrag aangaande overheidsaanbestedingen, dacht ze: als ik al niet toegelaten word, hoe kunnen onze bedrijven dan eerlijk toegang krijgen tot de Britse markt?
En dus zei Cocojaru: nee. Zo dreigt het VK de toegang ontzegd te worden tot een markt die wereldwijd 1,7 biljoen dollar omvat. Voor de Britten is het een reminder dat Brexit niet alleen betekent dat Londen zelfstandig met Washington kan praten, maar dat het ook met Cisinau om tafel moet.
Sowieso lopen de gesprekken met de WTO niet soepel, gaf de Britse minister van handel Liam Fox, eind oktober toe. Moldavië zou waarschijnlijk zijn pijn verbeten hebben als de Verenigde Staten, China en een dozijn andere landen niet om diverse redenen al op de rem waren gaan staan. De kern zit in het opdelen van de Europese quota bij een scheiding. Onder de WTO-regels gelden complexe regels voor tarieven, die gebonden zijn aan maximale hoeveelheden te importeren en exporteren goederen. Dit om bijvoorbeeld dumping te voorkomen. De EU en het VK zijn het weliswaar eens over de verdeling van quota, maar andere landen vinden die afspraken te vaag.