Eenzaam strijden voor de beschaving

Anil Ramdas (1958-2012) was een man van engagement, nee, meer dan dat: hij was een man van idealen. En het hoogste ideaal was voor hem de beschaving – wat een schrijver moest doen is die beschaving verder helpen. Kan dat nog, in de 21e eeuw? Hij zelf lijkt uiteindelijk te hebben besloten van niet – toen hij bijna 12 jaar geleden, in februari 2012 zichzelf het leven benam. Ramdas’ collega-schrijver Karin Amatmoekrim heeft, vind ik, een adembenemende biografie van hem geschreven: In wat voor land leef ik eigenlijk? Dat boek is primair een intellectuele biografie, een beschrijving van Ramdas’ ideeënontwikkeling – zijn langjarige huwelijk komt bijvoorbeeld eigenlijk alleen voor waar het belangrijk is om het levensverhaal te kunnen volgen. Dat is natuurlijk op het eerste gezicht óók nogal ouderwets, maar dat maakt ook dat het boek heel goed bij Ramdas past, zoals het meteen ook laat zien dat het gelukkig nog altijd wel kan: denken over de onderwerpen waarover Ramdas dacht. Ervaringsintellectueel Anil Ramdas kwam eind jaren zeventig van de vorige eeuw naar Nederland, om er te studeren en uiteindelijk naar zijn geboorteland Suriname terug te keren om te helpen het mee op te bouwen. Als intellectueel. En wel als intellectueel naar westerse snit, of in ieder geval naar wat hij vond dat de westerse snit was: altijd bezig om kritiek te leveren, vooral ook op het eigen nest, maar dat altijd met het doel om de dingen beter te maken. De staatsgreep van Desi Bouterse en de zijnen in 1980 en de moord van Bouterses junta op een groep intellectuelen die hadden opgeroepen tot democratie, maakten een terugkeer voor lange tijd onmogelijk. Maar ondertussen had Ramdas ondervonden dat er ook in het westen, in Amsterdam, voldoende te verbeteren was met die westerse methode van kritiek. Hij had bovendien voldoende zelfvertrouwen om de ambitie te krijgen om die intellectuele rol op zich te nemen, en misschien voor zich op te eisen. Door Ramdas’ leven te volgen krijg je ook een beeld van de veranderingen van het intellectuele klimaat, vooral in Nederland. Nadat een promotietraject werd gedwarsboomd door de Nederlandse overheid (!), kon Ramdas aan de slag bij De Groene – nog steeds zo’n beetje het laatste reservaat voor de intellectuele gedachtevorming in Nederland, maar in die tijd, onder de bezielende redactie van Martin van Amerongen al helemaal. Ramdas kon er voor het eerst thema’s uitwerken die hem interesseerden. Zoals dat van de migrant als een soort ervaringsintellectueel: degene die nieuwe perspectieven aan discussies kon toevoegen om deze zo vooruit te helpen. Betweter Hoewel Amatmoekrim duidelijk maakt dat veel witte intellectuelen in die tijd Ramdas toch in de eerste plaats zagen als een ‘allochtoon’, kreeg hij in ieder geval de ruimte om zich te profileren. In 1992 bereikte zijn roem een hoogtepunt, toen hij indruk maakte in het tv-programma Zomergasten. Maar zeker sinds de eeuwwisseling veranderde dat, vooral doordat met de opkomst van Fortuyn en daarna de PVV, de stem van de onbeschaafde witte Nederlander ineens vreselijk belangrijk werd gevonden. Die mensen hoefden zich niet te ontwikkelen, maar er moest naar hen geluisterd worden. Dit ging tegen iedere intellectuele reflex van Ramdas in, en het was iets waartegen hij zich in Suriname ook altijd had verzet. Maar hij werd er om aangevallen door modieuze en anti-intellectuele schrijvers als Joost Zwagerman, en wie hem niet aanviel begon zijn streven naar intellectuele zuiverheid en beschaving gaandeweg steeds meer te zien als ‘ouderwets’. Zijn roman Badal werd vooral als een genadeloze autobiografie gelezen, zijn werkzaamheden voor de NRC werden stopgezet omdat hij ’te anti-PVV’ was. Het hele idee dat een schrijver de wereld zou moeten willen veranderen, werd beschouwd als een inbreuk op de ‘vrijheid van de schrijver’, en hijzelf werd door steeds meer mensen ervaren als een irritante betweter. Een beetje veranderen Dat alles ging een wisselwerking in met allerlei persoonlijke problemen waarvan als ik Amatmoekrims biografie goed begrijp alcoholisme het vliegwiel was. Hij verloor er vrienden mee, professioneel aanzien, en uiteindelijk zijn gezin. Uiteindelijk wist Ramdas geen uitweg meer en pleegde hij op zijn 54e verjaardag zelfmoord. We zijn inmiddels bijna 12 jaar verder, en het is allemaal niet veel beter geworden, bijvoorbeeld waar het gaat om het anti-intellectualisme in de publieke ruimte. Misschien was Ramdas’ geloof in de rol van de intellectueel naïef – al in het begin van zijn loopbaan verwonderden journalisten zich erover dat hier iemand was die zichzelf nog onbekommerd zo aanduidde. Maar willen praten over ideeën, dat is toch niet naïef? De onbeschaamde afkeer van inhoud blijkt bijvoorbeeld uit de recensies die Amatmoekrims boek tot nu toe gekregen heeft. Zelfs in een betrekkelijk positieve recensie als die van Aleid Truijens in de Volkskrant schaamt de auteur zich er niet voor om ex cathedra te oordelen: Ik had meer willen horen over zijn karakter – was hij arrogant, of leek dat maar zo? – en over zijn privéleven, waarin hij steeds ongelukkiger werd. Ook de publieke discussie over literatuur gaat de laatste jaren veel te veel over het karakter (‘was hij arrogant, of leek dat maar zo’) en het privé-leven van de schrijver. Ik begon daarom ook met enige zorg aan In wat voor land leef ik eigenlijk?: weer een oeuvre dat vermalen wordt in de onhebbelijkheden van de schrijver. Maar Amatmoekrim laat zien dat een biografie juist ook een vorm kan zijn om over ideeën te schrijven. En daarmee de wereld minstens een klein beetje te veranderen. Karin Amatmoekrim. In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet. Prometheus, 2023 .

Door: Foto: Anil Ramdas www.postproduktie.nl, CC BY 2.5, via Wikimedia Commons.
Foto: De groeten uit Almen, Museum STAAL en de kerk © foto Wilma Lankhorst.

Kunst op Zondag leest biografie Jeanne Bieruma Oosting

RECENSIE - Nu de musea nog even gesloten blijven, lees ik voor Kunst op Zondag de biografie van kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). Jolande Withuis, bekend van de biografie ‘Juliana, vorstin in een mannenwereld‘ ging deze uitdaging aan. Net als Geert Mak in de ‘Eeuw van mijn vader’ neemt Withuis je in haar publicatie mee in de eeuw van Jeanne Oosting. De positie van de werkende vrouw/kunstenaar in de 20ste eeuw. Deze biografie is de opmaat naar een ‘Zomer met Jeanne’ in verschillende musea in ons land.

zelfportret © Jeanne Bieruma Oosting, Collectie Museum Henriëtte Polak

Zelfportret © Jeanne Bieruma Oosting, Collectie Museum Henriëtte Polak.

Noot: Jeanne Bieruma Oosting signeerde haar werk met Oosting, daarom gebruik ik in dit artikel, net als Withuis, alleen deze naam en niet haar volledige adellijke familienaam.

Wie is Jeanne Bieruma Oosting?

Jeanne Adriana Johanna Wilhelmina Bieruma Oosting wordt op 5 februari 1898 geboren in Leeuwarden. Haar ouders zijn Jan Bieruma Oosting (1870-1936) en de rijke jonkvrouw Adriana Janke barones van Harinxma thoe Slooten (1873-1954). Zus Lot is één jaar jonger, broer Hans maar liefst tien jaar. In de heersende maatschappelijke opvattingen van die dagen is er geen ruimte voor opleidingen voor vrouwen.  Broer Hans kreeg (van papa) alle kansen en volop financiële ruimte om zich te ontwikkelen. Jeanne en zus Lot kregen thuisonderwijs. Ondanks dat haar moeder het familiekapitaal in bracht, kon zij hier niet zelfstandig over beslissen. Vrouwen waren in ons land tot 1957 niet handelingsbekwaam. Als je in zo’n gezin en in deze maatschappelijke context de wens hebt om professioneel kunstenares te worden, ligt er een flink uitdaging op je te wachten. Jeanne ging dit avontuur aan en Withuis deelt haar verhaal op ruim 400 pagina’s.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | Nescio

Ik vond ’t een weerzinwekkende gedachte die bruine vent, die raja, daar wandelend bij gelegenheid tusschen onze blanke zindelijke Aphrodites en Juno’s. Ik had hem toen al graag een schop gegeven. … Mijn afkeer voor inlanders is nu compleet, ik voelde iets door mijn heele lichaam, ik voelde mijzelf vernederd en had er graag een neergeslagen en getrapt, maar ik durfde niet. Iets van datzelfde voel ik in Europa ook als ik een Jood met een Europeesch meisje zie.

Foto: Abhi Sharma (cc)

In de schaduw van Sartre

RECENSIE - © Uitgeverij Ten Have boekomslag Simone de Beauvoi, auteur Uitgeverij Ten Have.Die zaterdag 19 april 1980 zochten duizenden een weg naar de begraafplaats van Montparnasse. Ze volgden de lijkwagen met daarin Jean Paul Sartre. Zijn lichaam werd vergezeld door vier vrouwen: zijn vriendinnen Arlette Elkaïm en Simone de Beauvoir, diens zuster Hélène en Simone’s vriendin Sylvie le Bon.

Eenmaal bij het graf vroeg Simone om een stoel. ‘Ze zag niets. Ze kon haar tranen niet bedwingen ondanks de valium en whisky die ze had genomen,’ schrijft Kate Kirkpatrick in haar biografie. De Beauvoir zou zich achteraf ook niets van de begrafenis herinneren.

Uiteindelijk zou ze haar intense verdriet verwerken met het schrijven van Het afscheid, een mix van beschrijvingen van het lichamelijk verval van Sartre (door de drank) en een aantal vraaggesprekken van vele jaren daarvoor. Haar harde ondervragingstactiek leidde ertoe dat het boek gemengde kritieken kreeg. De Beauvoir nam wraak op haar geestelijke vader, werd vaak gezegd. Le Point sprak van een mengsel van ‘eerbetoon en wrok’. Arlette sloeg terug in de krant Libération. Ze kleineerde de relatie tussen De Beauvoir en Sartre. Zij had hem veel beter gekend!

Alles, werkelijk alles wat Simone de Beauvoir heeft geschreven, gezegd, gedaan, werd op enig moment gekoppeld aan Jean Paul Sartre. En vervolgens geminimaliseerd. Haar filosofische romans waren verfraaide hervertellingen van haar relatie met Sartre en de andere leden van de kring om hen heen, ‘de familie’. Haar filosofie was een aftreksel van het denken van de grote Sartre. En zelfs haar voornaamste, of in ieder geval meest bekende werk, De tweede sekse, werd door velen beschouwd als een rechtvaardiging voor haar ‘schandalige’ levenswandel – met Sartre. Misschien is het dus geen wonder dat de lezer van deze biografie eerst door zo’n tweehonderd pagina’s  ‘familiegeschiedenis’ moet worstelen voordat haar denken wat uitgebreider aan bod komt. Maar geduld vereist het wel.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Wereldreiziger voor het vaderland

RECENSIE - © Uitgeverij Querido Boekomslag Dr. Hendrik Muller Wereldreiziger voor het vaderland (1859-1941)Waarom Hendrik Muller? Dat zal menige diplomaat zich rond de jaarwisseling van 1918/1919 zich toch even hebben afgevraagd. Waarom moest juist hij de gezant worden in Roemenië? Het korte antwoord luidde dat Hendrik Muller misschien niet over de diplomatieke kwalificaties beschikte, maar wel de meest geschikte kandidaat was. Deze grand voyageur (aldus een interne notitie) was in ieder geval een keer in die contreien geweest, en had er ook eens over geschreven. En zo werd Hendrik Muller de Nederlandse gezant in dat gloednieuwe Balkanland. Maar hoezeer hij ook had verlangd naar een diplomatieke carrière, dat samenraapsel Roemenië vond hij toch wel wat te min. Hij heeft nog gezeurd, maar ging uiteindelijk overstag omdat hij daarna vast een betere positie zou krijgen.

Een ijdele man, daar is iedereen het over eens. En geen geboren zakenman. Hendrik, de zoon en gedoodverfde opvolger van de Rotterdamse havenbaron Hendrik Muller Samuelszoon, bleek niet uit het commerciële hout gesneden. Zijn moeder achtervolgde hem met wijze raad, waarschuwde hem voor wereldse verleidingen én voor zijn ijdelheid, maar dat alles mocht niet baten. Hendrik junior ging liever op reis. Het bezorgde hem een bescheiden reputatie als wereldreiziger, en in Duitsland scharrelde hij daarmee een academische titel bij elkaar. Maar het gaf allemaal geen voldoening. En ook de familie trok de handen van hem af.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Patrick Gray (cc)

De val van Athene

RECENSIE - Selymbria moest veroverd. En snel. Wanneer dat niet gebeurde, dan zat er een gapend gat in de door Athene gedomineerde kustlijn van de Hellespont. Straks zouden de graanschepen vanuit de Zwarte Zee komen, richting Athene. Die aanvoer moest koste wat kost worden beschermd, om een hongersnood te voorkomen. En ondertussen werkten de aartsvijand van Atheners, de Spartanen, koortsachtig aan een nieuwe vloot. Die was bijna gereed, daar viel weinig aan te doen – maar de Spartanen mochten dus nooit één veilige haven krijgen in de buurt van de Bosporus. Kortom, de Atheense belegeraars van Selymbria hadden haast. Hun leider Alcibiades was in staat contact te leggen met een aantal aanhangers van Athene bínnen de stad. Op een afgesproken tijdstip zouden zij de stadspoorten openen.

Maar op het moment suprême bleek dat hij in de val was gelokt:

Toen kwam het vuursignaal – veel te vroeg! Er was iets misgegaan! Alcibiades kon zich niet veroorloven te aarzelen. Hij schreeuwde bevelen naar zijn kapiteins om hem te volgen zodra ze konden en rende met twintig lichtbewapende infanteristen en dertig hoplieten die toevallig het dichtst bij hem in de buurt waren, door het donker naar de stadsmuren. De poort stond open. Ze renden naar binnen en zagen toen recht voor zich het leger van Selymbria in volle wapenrusting over de brede straat op hen afkomen, de helmen neergeklapt, de rond schilden geheven. Het was een enorme overmacht. Wat moest hij doen? Vechten betekende zelfmoord. Vluchten was ondenkbaar

Foto: Abhi Sharma (cc)

De zoon van de eeuw

RECENSIE - © Uitgeverij Podium. Boekomslag Antonio Scurati, M. De zoon van de eeuwArtikel 47 van het Statuut luidt: de Kamer van Afgevaardigden heeft het recht om de ministers van de koning te beschuldigen en hen voor het Hooggerechtshof te brengen. Ik vraag formeel: is er iemand binnen of buiten deze Kamer die gebruik wil maken van artikel 47?

Benito Mussolini daagt het Parlement uit. In zijn hand heeft hij het handboek van de Kamer. En hij speurt de banken af. Wie? Het is 3 januari 1924. Een half jaar daarvoor heeft een fascistische knokploeg het socialistische parlementslid Giacomo Matteotti op klaarlichte dag ontvoerd, en doodgeslagen. Kort nadat deze in het Parlement een vlammende aanval had gedaan op de leider van Italië.

Het land was wel gewend aan geweld tussen fascisten en socialisten. Er waren in de voorafgaande jaren al honderden doden gevallen en menige socialistische politicus had de dreun van een knuppel in zijn nek zélf mogen ervaren. Maar moord op klaarlichte dag ging te ver.

Het land kolkte van verontwaardiging, zes maanden lang. Het eiste dat de daders gestraft zouden worden. Terwijl iedereen besefte dat zoiets nóóit kon zijn gebeurd zonder de toestemming van de Duce. De fascistische beweging wankelde, dreigde uiteen te vallen. Iedereen wist dat Mussolini verantwoordelijk was, en iedereen verwachtte dat dit het begin van het einde was. Wég was de oude bravoure.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De kolonieman

RECENSIE - © UItgeverij Balans, boekomslag De kolonieman van Angelie SensIndië heeft de staat gered,’ zo schreef Johannes van den Bosch in de herfst van 1836 aan zijn zoon Jan. En dat was niet ver bezijden de waarheid.

Als vertrouweling van koning Willem I was Van den Bosch goed op de hoogte van de staat van ’s lands financiën sinds de rampzalige Belgische oorlog van 1830. Als hoogste bestuurder van Indië (eerst als gouverneur-generaal, daarna commisaris-generaal, met grotere volmachten) wist Johannes van de Bosch exact wat ‘zijn’ kolonie elk jaar weer bijdroeg aan de Rijksbegroting. Die bijdrage was substantieel én groeiende. Dat was voor een belangrijk deel zijn verdienste.

Niet dat hij zich daarvoor op de borst ramde; dat was niet zijn stijl. In een verslag uit 1834, mede bestemd voor Willem I, wijst hij op ‘eenen zamenloop van gelukkige omstandigheden’ en uiteraard was daar ook ‘de zegen van Hem, die alle dingen regelt en bestuurt.’ Maar in Indië was het toch écht Van den Bosch die regelde en bestuurde. Het is niet onterecht te stellen dat zónder Van den Bosch en Indië de kansen op een succesvolle ‘doorstart’ van het koninkrijk Nederland na de breuk met België veel en veel ongunstiger waren geweest.

Foto: SPDP (cc)

De ontdekking van Friedrich Nietzsche

RECENSIE - ‘… een beetje darwinisme, een snufje emancipatie van de vrouw, een stukje moraal van het geluk, een hoekje vrijdenkerij, een deeltje verheerlijking van democratie…’

Georg Brandes naderde het slot van zijn lezing, met een minachtende beschrijving van de vele kleine overtuigingen van zijn tijdgenoten. Het was van alles een beetje – maar waar ging de wereld naartoe? Iedereen snakte naar verandering, verandering was overal, maar wie wist de richting? De driehonderd luisteraars in de volgepakte collegezaal hoorden hoe Brandes afsloot met een oproep aan alle kunstenaars, schrijvers, intellectuelen die vérder wilden gaan. Ze moesten opnieuw leren denken:

Grote kunst vereist denkvermogens die zich kunnen meten met de meest individuele persoonlijkheden van het eigentijdse denken, in uitzonderlijkheid, in onafhankelijkheid, in uitdagendheid en aristocratische zelfsuprematie.

En wie bezat die ‘meest individuele persoonlijkheid’? Brandes wist het antwoord. Het antwoord was het onderwerp geweest van zijn lezing. Dat antwoord was Friedrich Nietzsche. De meeste aanwezigen hadden tot die tijd waarschijnlijk nog nooit van Nietzsche gehoord. Maar Brandes was een meeslepend spreker. De aanwezigen beloonden hem met een ovationeel applaus.

Eindelijk erkenning

Brandes was niet zo maar iemand. De Deense hoogleraar was de meest invloedrijke literatuurcriticus in Europa. Hij had het Westen kennis laten maken met de Russische meesters. En Brandes is als geen ander verantwoordelijk voor de verheven opvatting dat goede, ‘échte’ literatuur provocerend moet zijn, psychologisch getrouw, filosoferend én visionair.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lucebert en Mephisto

RECENSIE - Wim Hazeu is een fijne biograaf als je kortstondige maar heftige aandacht wil na je dood. Aandacht die je dan wel met je biograaf delen moet. Wanneer hij zijn boek geschreven heeft, trekt hij als een storm door de media, want hij kan heel goed geïnterviewd worden. Hij doet precies wat journalisten willen: over zichzelf vertellen, dat hij eigenlijk ook een dichter is, en dat hij vroeger tv-programma’s maakte en hoe hij reageerde toen hij een jaar geleden ontdekte dat je je in brieven antisemitisch hebt uitgelaten terwijl hij zijn boek eigenlijk net had afgerond. Dat zijn verhalen waar journalisten van smullen.

De ontdekking krijgt daardoor de dynamiek van een mediagebeurtenis. Snelle emoties, hapklare conclusies. En nu, een paar dagen, later ebt het alweer weg.

Ook het boek Lucebert draagt de sporen van grote haast om naar buiten te komen met dit pijnlijke, maar onmiskenbaar spectaculaire verhaal. In de interviews vertelde Hazeu dat hij zijn boek heeft herschreven sinds hij de brieven ontdekte van de dichter aan zijn vriendin Tiny Koppijn. Dat herschrijven behelsde als ik het goed zie dat er een betrekkelijk uitvoerige passage is ingevoegd waarin vooral veel uit die brieven is geciteerd, en dat op ongeveer iedere plaats waar Duitsland of de oorlog ter sprake komen melding wordt gemaakt van hoe de dichter zelf aan die eerdere brieven moet hebben teruggedacht.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende