het Saillant | Stemmen? 1 x in de 4 jaar is genoeg!

1 keer stemmen in de 4 jaar is voldoende .
Vroeger was alles beter. Onzin natuurlijk, maar vroeger was in ieder geval wel alles anders. Stemmen bijvoorbeeld. Lokale politiek was in vervlogen dagen heel wat anders dan nationale politiek. Nu is dat anders. Landelijke kopstukken houden de schijn niet langer op en voeren al vanaf dag 1 campagne voor hun lokale collegae. Lokale uitslagen zeggen alles over de nationale politiek en men ontkent het niet langer. Media rekenen zelfs de peilingen voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen door naar virtuele kamerzetels. En waarom ook niet? Nog beter: laten we de hele poppenkast maar eens in de 4 jaar houden. Ik zag op een billboard de lokale lijstrekkers. Slechts één van de locals kende ik van naam. Door de diverse verkiezingen samen te voegen, vergroot je de politieke interesse bij de kiezer. Een wondermiddel is het niet, maar het opkomstpercentage vergroot je direct. In Zweden worden de verkiezingen van de Riksdag gelijktijdig en met de gemeenteraadsverkiezingen gehouden en dat blijkt ook uit de hoge opkomstpercentages. Uiteraard zijn er vooral de eerste keer wat bureaucratische hobbels te nemen.
Maar wat in Zweden kan, moet hier toch ook mogelijk zijn?

De democratie in het oude Athene was in onze moderne ogen niet zo democratisch. Vrouwen, slaven en mensen zonder burgerrechten mochten hun stem niet uitbrengen. Dat was niet zo aardig van die Atheners. Maar hoe zouden de vrije Atheners eigenlijk kijken naar onze democratie? Wij stemmen eens in de 4 jaar op iemand die ons gaat vertegenwoordigen. De Athener stemde zelf: over iedere belangrijke kwestie, ongeveer eens per 10 dagen. Als een Athener het ergens niet mee eens was dan liet hij dat weten in het parlement. Wij sturen een email naar een Kamerlid, sturen een boze brief naar de krant of, in het meest waarschijnlijke geval, doen niets behalve mopperen op de Haagse boevenbende. Verder vervulden de meeste Atheners in hun leven een politieke functie. Wij niet. Kortom: Atheners participeerden, kenden directe democratie en de kloof tussen burger en politiek bestond niet. Dus hoe zou de Athener met zijn antieke ogen kijken naar onze moderne democratie? Ik weet het wel: hij zou de Nederlandse democratie een farce vinden.
De initiatiefnemers van 
De meningen over het gedwongen vertrek van bruggenbouwer Tariq Ramadan zijn in twee kampen te verdelen. Het ‘pro-Ramadan’ kamp roemt zijn ‘bruggenbouwers kwaliteiten’. De contra’s vinden hem een wolf in schaapskleren. Volgens de contra’s zou Ramadan voor een Westers publiek een liberale Islam voorstaan, maar voor eigen (Arabische) parochie heel anders preken. Zo zou hij antivrouw, antihomo en antidemocratisch zijn. De pro’s denken hier uiteraard heel anders over: Ramadan zou moslims willen helpen samen te leven in een Westerse democratie. Directe aanleiding om Ramadan te ontslaan is zijn bijdrage aan de door het Iraanse regime gesteunde en gefinancierde Press TV. Ramadan zou volgens de contra’s met geen woord over de demonstraties hebben gerept, de pro’s, u raadt het al, denken daar anders over. Wie heeft er nu gelijk in deze verbale moddergooiwedstrijd? Is Ramadan nu wel of niet terecht ontslagen?