The Dark Knight Rises stelt toch een beetje teleur
Mark Kermode is een van mijn favoriete filmrecensenten van dit moment (The Observer, BBC Radio 5). Hij heeft meestal wel een invalshoek of een inzicht waar je zelf nog niet op was gekomen. En zelfs als je er wel aan had gedacht, weet hij films tenminste met verve af te kraken, vaak om dezelfde dingen waar ik mij zelf ook al aan stoorde.
Kermode is lyrisch over zo’n beetje alles wat Christopher Nolan maakt, en dat geldt ook voor The Dark Knight Rises.
Nolan laat zien dat je het grote publiek best complexe films kunt voorzetten, met verschillende verhaallijnen en een ingewikkeld plot waar je je hoofd bij moet houden om de draad niet te verliezen. Het hoeft niet allemaal voorgekauwd te worden, en er mag de tijd genomen worden om karakters emotioneel uit te diepen voordat alle pief-paf-poef losbarst. Een verademing, meent Kermode.
Batman Begins, The Dark Knight en Inception bewijzen dat het popcornpubliek best bereid is te kauwen op een arthousefilm, zolang je het maar goed verpakt, aldus Kermode, en dat lang niet iedereen zit te wachten op Transformers deel numero zoveel.
Toegegeven, wanneer we Nolans Dark Knight-trilogie vergelijken met de Batmanversie van Tim Burton of het campy aftreksel dat Joel Schumacher daarvan maakte, dan lijken de eerdere films inmiddels cartooneske karikaturen. Nolans visie op Batman is duister, groezelig en in overeenstemming met de wetten van de fysica, voor zover dat laatste tenminste kan in een superheldenfilm.