Klein in gastvrijheid – deel I
ACHTERGROND - Nederland stond ooit bekend als een gastvrij land. Dat is echter lang geleden. Ruim anderhalve eeuw is het Nederlandse vreemdelingenbeleid steeds terughoudender geworden. Een geschiedenis van krimpende gastvrijheid, met treurige dieptepunten, waar het bed-bad-brood compromis naadloos op aansluit. Deel I: voor de oorlog.
Een vluchteling zal voortaan als ongewenscht element voor de Nederlandsche maatschappij en derhalve als ongewenschte vreemdeling te beschouwen zijn
Waar een klein land groot in kan zijn. Dat horen we graag. En waar we nog niet groot in zijn, verzinnen we ambities. Vreemd dat niemand viel over Ruttes gebrek aan ambitie toen hij het bed, bad en brood compromis verdedigde door ferm te wijzen op het feit dat Nederland op de achtste plaats staat binnen Europa als het gaat om de opvang van asielzoekers ten opzichte van het aantal inwoners van het land.
Achtste? Waarom is Nederland niet eerste? Binnen Europa zijn er landen die wel meer kunnen doen, zei Rutte. En plotseling ambitieloos vergat hij plannen op tafel te leggen om in één klap de zeven andere landen voorbij te streven, die meer doen dan Nederland.
Sinds 1 juni 2013 kent Nederland een modern migratiebeleid. Modern wil zeggen: selectief. Nederland is gastvrij voor “migranten aan wie economisch behoefte is en restrictief voor anderen”. Het woordje ‘modern’ suggereert dat de wetgeving vernieuwd en meer van deze tijd is. Dat is voor een groot deel bezijden de waarheid.