Het verschil tussen ‘democratisch’ en ‘antidemocratisch’ wantrouwen

De AIVD maakt zich grote zorgen om het ‘anti-institutioneel extremisme’ in Nederland, nu het aantal aanhangers van complotdenkers blijft groeien. Volgens de veiligheidsdienst zouden meer dan honderdduizend mensen in mindere of meerdere mate geloven dat er internationaal en in Nederland een ‘kwaadaardige elite’ aan de macht is die bezit heeft genomen van de overheid, de media en de wetenschap. Dergelijk extremisme kan als het zich verder uitbreidt een gevaar opleveren voor de democratische rechtsorde, volgens de dienst. In De Groene van vorige week merkt inlichtingenexpert Jelle van Buuren op dat de AIVD anderzijds ook van mening is dat anti-institutionele kritiek wel degelijk hoort in een gezonde democratie:  ‘Het zich uitspreken tegen overheidsbeleid, het betwisten van de rechtvaardigheid van een rechterlijke uitspraak, politici bestempelen als elitair en de waarheid in twijfel trekken van een journalistiek of wetenschappelijk artikel, of de wet overtreden bij protesten, is niet extremistisch’. Erkend wordt dat ‘instabiliteit bij een democratische rechtsorde hoort’, dat tegenspraak en kritiek gestimuleerd moeten worden, dat felle meningsverschillen en polarisatie legitiem zijn, zolang de ander maar niet wordt gedehumaniseerd. Extremistische varianten van deze op zichzelf nuttige tegenspraak worden helaas echter gevoed door het falen van de instituties. De veiligheidsdienst wijst op de toeslagenaffaire, de problemen met de gaswinning in Groningen en de stikstofcrisis. Bovendien kwam Rutte vorig jaar in opspraak omdat hij uit eigen beweging sms’jes van zijn telefoon had gewist, wat parlementaire controle onmogelijk maakte. De AIVD: “Het vergroten van de weerbaarheid vraagt vooral om betrouwbaarheid en eerlijk communiceren van instituties”. Een nogal versleten stellingname. De vraag waar het om draait is natuurlijk wanneer er nu eindelijk een adequaat antwoord van de politiek komt dat een verdere groei van het extremisme kan tegengaan. Tolerant extremisme? Opmerkelijk is volgens Van Buuren dat de dienst die enerzijds waarschuwt voor het anti-institutioneel extremisme anderzijds spreekt over de ‘meest tolerante en inclusieve extremistische beweging’ van dit moment. Men zweert immers bij de vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren en veroordeelt oproepen tot geweld, schrijft de dienst. Het zal denk ik bedreigde politici, journalisten, zorgmedewerkers en andere werknemers in de publieke dienstverlening niet helemaal geruststellen. Enige begripsverheldering lijkt hier ook noodzakelijk. Van Buuren eindigt met het onderscheid van de politicoloog Pierre Rosanvallon tussen ‘democratisch’ en ‘antidemocratisch’ wantrouwen. 'Waar de eerste vorm van wantrouwen een noodzakelijk tegenwicht vormt en daarmee in feite de democratie versterkt, zou antidemocratisch wantrouwen vooral destructieve gevolgen hebben. Democratisch wantrouwen kan volgens Rosanvallon omslaan van een gezonde en noodzakelijke vorm van kritiek in een banale vorm van oppositie tegen de democratie zelf. In plaats van toezicht en kritiek in te zetten om medeburgers actiever bij de publieke zaak te betrekken, keert antidemocratisch wantrouwen zich tegen de publieke zaak.' Ik begrijp het onderscheid. Maar zoiets vraagt natuurlijk wel om een verdere concretisering. Welke vorm van wantrouwen is acceptabel, wanneer is wantrouwen een werkelijk gevaar voor de democratische orde en waar ligt dan het omslagpunt? De vraag is dan vervolgens natuurlijk hoe het gevaar kan worden afgewend. En daar liggen volgens mij twee grote valkuilen. De eerste is dat acceptatie van wantrouwende uitspraken afhankelijk wordt gemaakt van de eigen opvattingen over wat wel en wat niet te rechtvaardigen is bij het beoordelen van het handelen van de overheid. Zo van: ik zie er niets kwaads in, dat moet u ook begrijpen en daarom is uw wantrouwen niet terecht. En de tweede valkuil is het wantrouwen veroordelen op de vorm, het ressentiment, of de bewoordingen waarin het wordt geuit zonder ook maar enige aandacht te besteden aan de gronden voor het wantrouwen. Zowel het een als het ander heeft een groot risico op een averechts effect: volharding in het wantrouwen en kans op een verdere groei van het anti-institutioneel extremisme. [overgenomen van Free Flow of Information]

Door: Foto: SP (cc)
Foto: Foto door Wisconsin Center for Investigative Journalism (CC)

In Wisconsin hangt de democratie aan een zijden draadje

ANALYSE - “Als ik word verkozen als gouverneur”, belooft Tim Michels, “verliest de Republikeinse partij nooit meer een verkiezing in Wisconsin.” Michels, de Republikeinse gouverneurskandidaat in Wisconsin, steekt zijn plannen niet onder stoelen of banken: met de Republikeinen aan het roer gaat de democratie op de schop.

Vandaag is de laatste dag van de Amerikaanse verkiezingen. Om de twee jaar kiezen Amerikanen hun vertegenwoordigers voor het Huis van Afgevaardigden en één-derde van de Senaat. Daarnaast kiezen de Amerikanen ook hun lokale volksvertegenwoordigers en een groot deel van de gouverneurs in de zogeheten midterms.

Inflatie, abortus en zorgen over de economie staan in het middelpunt van de aandacht. Door de grote media-aandacht naar deze hot topics dreigt één onderwerp in de vergetelheid te geraken: de Republikeinse aanval op de democratie. En die dreiging merken ze in Wisconsin.

Een derde

De Republikeinse uitholling van de democratie is geen nieuw fenomeen in Wisconsin. Vier jaar terug gingen Democraten massaal naar de stembus. Trump en de ontevredenheid met het Republikeinse bewind waren de perfecte ingrediënten voor een Democratische overwinning. En jawel, 53 procent van de stemgerechtigden koos een Democraat voor het Lagerhuis van Wisconsin. Maar de verkiezingswinst bleef uit: Democraten wonnen een derde van het aantal zetels.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sakuto (cc)

Verkiezingen in Polen en Hongarije: Luctor et Emergo

ANALYSE - De westerse liberale democratie is het eindpunt van de geschiedenis. Ten minste, als we het boek The End of History and the Last Man (1992) van politicoloog Francis Fukuyama moeten geloven. Het moge duidelijk zijn dat de afgelopen decennia niet altijd een bevestiging hebben gevormd voor de stelling van Fukuyama. Terwijl populistische stemmen in het westen steeds meer gehoor krijgen, maken half-democratieën weer een langzame opmars de goede kant op. Afgelopen zondag toonden de verkiezingen in Polen en Hongarije hoe stukje bij beetje de democratie herleeft.

De twee Oost-Europese landen worden in academische artikelen vaak opgevoerd als het schoolvoorbeeld van “on-democratisering”. Dit proces, in het Engels democratic backsliding genoemd, neemt wereldwijd dezelfde vormen aan. Daar waar vroeger dit open en bloot gebeurde (staatsgreep of revolutie), is de afbrokkeling van de democratie tegenwoordig veel subtieler: in plaats van een leger dat het parlement bestormt, wordt de democratie van binnenuit uitgehold.

Democratische zuilen

De liberale democratie kunnen we als een tempel zien, ondersteund door onmisbare zuilen: een functionerend kiessysteem, burgerparticipatie, het functioneren van de overheid, vrije pers, burgerrechten, het recht van organisatie en een eerlijk en onafhankelijk rechtssysteem. Zodra de zuilen gaan afbrokkelen , loopt de tempel grote risico op instorting. Laat dat nou ook precies de instituties zijn die in Polen en Hongarije de afgelopen tijd zijn verzwakt.

Foto: Jeso Carneiro (cc)

Dood in Brazilië

COLUMN - Vorige week is Jair Bolsonaro gekozen tot president van Brazilië. Op 1 januari wordt hij ingezworen. Volgens de leer van de weerbare democratie is ingrijpen vereist om moord op de democratie te voorkomen. Maar tevoren is geen adequate manier vastgelegd om dat te doen.

Ik zou een staatsgreep beginnen op de allereerste dag!” In 1999 liet Bolsonaro geen misverstand bestaan over wat hij zou doen als hij ooit president werd. “Begin de staatsgreep meteen, laten we dit een dictatuur maken.” Daarnaast heeft hij zich uitgesproken voor marteling, en gedreigd tegenstanders te vernietigen. In een toespraak in 1993 verklaarde hij doodleuk: “Ik ben voorstander van dictatuur.”

Dat was acht jaar na het einde van het militaire regime in Brazilië. Onder dat bewind werden media gemuilkorfd en politieke tegenstanders gemarteld, naar verluidt vaak door verkrachting en castratie. In 2014 rapporteerde een waarheidscommissie dat onder de militaire dictatuur 191 personen zijn gedood en nog eens 243 verdwenen. Bolsonaro zei dat de dictatuur meer mensen had moeten vermoorden.

In afgelopen verkiezingscampagne liet Bolsonaro een ander geluid horen. Op 31 mei ontkende hij dat hij het woord “interventie” had gebruikt, een eufemisme voor een staatsgreep. En vorige week nog beloofde hij een “verdediger van democratie” te zullen zijn. Maar vorige maand dreigde hij juist een eventueel verlies niet te zullen accepteren. Geen loos dreigement, gezien zijn contacten met het leger.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.