Nieuwe kansen voor ‘Babisconi’
De voormalige Tsjechische premier Andrej Babiš is alsnog in de race voor de verkiezing van een nieuwe president. Maandag sprak de rechtbank de ondernemer vrij van corruptie. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat Babiš met zijn bedrijf Agrofert onterecht Europese subsidies heeft opgestreken. Verschillende onderzoeken die door de EU zijn gehouden laten zien dat hij eerst als minister van Financiën en later als premier belang bleef houden in Agrofert, een holding waar meer dan 230 bedrijven onder hangen. Daaronder ook grote mediabedrijven, wat Babiš, de rijkste man van het land, de bijnaam ‘Babisconi’ opleverde.
Agrofert is na de val van het communisme door oligarch Babiš ontwikkeld tot het grootste bedrijf van Tsjechië. Geen enkel Europees bedrijf zou zoveel subsidie ontvangen als Agrofert. De beschuldiging van corruptie draait om subsidie die is verleend aan een conferentiecentrum in Praag. Die waren bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf, maar kwamen uiteindelijk toch in de zakken van de familie Babiš. Niet alle familieleden staan overigens achter de pater familias, bleek bij de parlementsverkiezingen najaar 2021. Zoon Andrej jr. nam openlijk afstand van zijn vader. Die verklaarde zijn zoon voor gek en ontkende alle beschuldigingen. Babiš kwam enkele dagen voor de verkiezingen nog verder onder druk te staan omdat zijn naam verscheen in de Pandora Papers. Zijn partij ANO verloor uiteindelijk zes zetels en kwam in de oppositie terecht. Sindsdien regeert een coalitie van centrum-rechtse partijen en Piraten. Vandaag en morgen krijgt Babiš een nieuwe kans in de eerste ronde van de verkiezingen voor een opvolger voor president Milos Zeman.