serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Framing

COLUMN - Amsterdam, een nachtcafé in een van de “negen straatjes”, en ik kan mijn geluk niet op. Ik zit tegenover de aantrekkelijkste vrouw van de stad en wat meer is, ze luistert geboeid naar wat ik vertel over het boek dat ik net ben begonnen te schrijven. Dat gaat over een simpele vraag: als Jezus en Paulus joden waren, waarom is het christendom dan geen joodse stroming meer? Het antwoord is niet simpel en ons gesprek duurt tot na sluitingstijd.

Dat was kort na mijn dertigste verjaardag. Dat ik er kort voor mijn vijftigste aan terugdenk, is omdat ik het boek dit weekend heb afgerond. Nu moet het zijn publiek gaan vinden, moeten er persberichten worden geschreven en moet een presentatie worden georganiseerd. De vraag is dus: hoe presenteren we het boek zó dat het de aandacht trekt en dat het onderwerp, om zo te zeggen, opnieuw kroegconversatie wordt?

Het probleem is dat de media – of het nu gaat om boekrecensies, interviews of wat dan ook – ingewikkelde onderwerpen vaak presenteren in vertrouwde interpretatiekaders. Zulke frames zijn nuttig, omdat een journalist zich dan kan concentreren op het allerbelangrijkste en onuitgelegd kan laten waarom dit onderwerp nieuws is. Zo past de informatie in duizend woorden of drie minuten zendtijd.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Digitale (social) media ontwrichten maatschappij

COLUMN - Facebook is de hel voor voornamelijk (tiener)meisjes. Selfies maken blijkt vaak levensgevaarlijk te zijn. We worden gemanipuleerd tijdens ons dagelijkse rondje op de social media. En er vallen doden door cyberpesten. Kortom, de digitale wereld staat relatief gezien nog in zijn of haar kinderschoenen en toch is de impact op het dagelijkse functioneren in de huidige maatschappij inmiddels immens en ondenkbaar uit te bannen.

Dat de wereld aan onze voeten ligt en dat er geen grenzen meer zijn, moge inmiddels duidelijk zijn. Het gemak waarmee we tegenwoordig in staat zijn om te ‘connecten’ met wie dan ook en waar dan ook ter wereld, is een machtig mooi gegeven. Het biedt ons kansen en mogelijkheden die we een kleine twee decennia geleden nog niet voor mogelijk hadden gehouden. Toch zal ik niet de enige, enigszins neurotische, (digitale) criticus zijn, die van mening is dat we met deze snelheid, waarmee we de digitale snelweg op dit moment terroriseren, onszelf en anderen op diverse fronten in gevaar brengen.

Zo lopen tegenwoordig wereldwijd veel jonge mensen bij psychologen en andere hulpinstanties om te werken aan hun dramatisch lage zelfbeeld. Met name de digitale Facebookwereld heeft hen overtuigd van het feit dat iedereen een beter, leuker, vrolijker en ontspannender leven heeft dan zijzelf. De vele gelukzalig lijkende foto’s, die dagelijks zichtbaar zijn in hun Facebookprofiel, bewijzen dat immers.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek kwartier | Jaloers op een bijstandsmoeder

COLUMN - De bedragen van de bijstand zijn voor wie ze nuchter bekijkt alleszins redelijk. Het probleem met sociale zekerheid in Nederland is eerder de toegankelijkheid daarvan.

Het was weer een mooie week voor rechts medialand, met de column van Annemarie van Gaal, waarin ze wat cijfers uit haar duim zoog over bijstandsmoeders. Dit ontging het journaille van de krant van nog-niet-wakker-Nederland helaas volkomen, want ondanks dat de correctie hier op dit blog dinsdagavond al voor iedereen te bezichtigen was, werd het bericht de volgende dag kritiekloos doorgepost.

Soms heb je het gevoel alsof je het allemaal voor niets doet. Wat heeft het voor zin om telkens met de juiste cijfers te komen als de grote media kritiekloos de ene leugen na de andere blijven publiceren? Ik zal de eerste blogger niet zijn die hierom uiteindelijk de handdoek in de ring gooit. Het ontmoedigende van de politiek in Nederland: de leugen regeert.

Maar goed, terwijl jaloers Nederland zich dus schuimbekkend boog over het fictieve grootkapitaal van een bijstandsmoeder met twee kinderen, rekende ik, met hulp van vele reaguurders op dit blog en op de sociale media, uit hoeveel die bijstandsmoeder nu in werkelijkheid kreeg – hetgeen een stuk minder bleek te zijn dan Annemarie van Gaal en de Telegraaf maar al te graag geloofden – en vergeleek ik dit met het inkomen van iemand met een minimuminkomen en een modaal salaris.

Foto: daisy.images (cc)

Trakteren

COLUMN - De jongste sloper is jarig. Dat is een feest natuurlijk. Hier en op school. Samen met een vriendinnetje krijgt hij een zwemfeestje met taart, chipjes, zingen, cadeautjes, de hele rambam. Daar draai ik mijn hand niet voor om. Het enige stressmoment zijn de traktaties op school. Want daar heb je tegenwoordig bijna een afgeronde opleiding aan de kunstacademie voor nodig.

De mooiste traktaties komen voorbij op het schoolplein. Van frietjes van cake in een puntzakje, afgetopt met mayonaise van slagroom tot onderwaterwerelden met gemotoriseerde spekjes of fruitsalades op een bedje van marsepeinsla. Daar laat ik mij door opnaaien. Liever gezegd daar liet ik mij door opnaaien. Tot vorig jaar. Toen ging het allemaal hartstikke mis en dat was uiteindelijk maar goed ook.

Vorig jaar dacht ik de ultieme traktatie te hebben. Een hengel van zoethout met daaraan een dropveter en een snoepvisje. Hartstikke leuk. Je figuurzaagt er een authentiek Thais vissersbootje bij, smeert er een likje verf op, je laat alle hengeltjes uit het bootje steken zodat ieder kind er eentje uit kan plukken. De jongste keek bedenkelijk bij het zoethout, maar dat was meer een geste richting school. Er zat snoep in de traktatie, dus ik dacht te compenseren met iets minder slechts, het is toch gewoon een wortel, dus gezond. Ik had ook voor een suikerstok kunnen kiezen, dus dit viel tandtechnisch nog reuze mee.

Foto: daisy.images (cc)

Duopolie | Afscheid

COLUMN - Na vijftig columns neemt Duopolie afscheid op Sargasso. Joël is vanaf half oktober weer terug met een nieuwe coauteur en een nieuwe column over gedragseconomie, Mark verlaat Sargasso om zich te richten op het afmaken van zijn proefschrift. In deze column een korte reflectie op een jaar Duopolie.  En omdat we nu eenmaal economen zijn, hoort daar een statistische analyse bij waarin we onderzoeken welke columns reacties en plusjes opleveren en waarom.

Uit het histogram in bijgaande figuur valt op te maken onze stukken meestal tussen de 5 en 14 plusjes hebben, met een maximum van 29 (voor Opstelten’s achterhoedegevecht). Het aantal reacties loopt sterk uiteen: vaak zijn het er maar een paar, maar er zijn een aantal uitschieters, en het hoogste aantal reacties is 68 (voor Leefbaar loon).

Figuur: Histogram reacties en plusjes.

Histogram Duopolie

 

Om erachter te komen welke columns reacties en plusjes opleveren en waarom, hebben we een simpele inhoudsanalyse van onze columns uitgevoerd. Elke column kreeg een cijfer voor kwaliteit, complexiteit, beleidsmatigheid, de mate van opinie en hoe “rechts” het stuk was. Tegen de regels van de inhoudsanalyse in hebben we dit zelf gedaan, waardoor de data niet helemaal objectief te noemen zijn, hoewel we het samen wel vaak eens waren.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Savanna

COLUMN - Deze week is het precies tien jaar geleden dat de driejarige Savanna alle kranten haalde. Het meisje stond onder toezicht van Bureau Jeugdzorg. Haar gezinsvoogd kon de fatale mishandeling door haar moeder niet voorkomen. De gezinsvoogd werd vervolgd, maar uiteindelijk vrijgesproken.

Deze rechtszaak zorgde er echter wel voor dat sneller wordt overgegaan tot uithuisplaatsing. Het Savanna-effect.

Inmiddels staat Bureau Jeugdzorg bekend als ‘de instantie die altijd maar kinderen uit huis plaatst’. De media spelen daar gretig op in. Maar ook als een kind niet uit huis wordt geplaatst, maar wél in het nieuws komt, wordt Bureau Jeugdzorg (of voor het gemak iedereen die ‘in de jeugdzorg’ werkt) daarop aangekeken. En dat terwijl Bureau Jeugdzorg niet degene is die beslist tot een uithuisplaatsing. Dat is nog altijd de kinderrechter.

Hiermee zeg ik niet dat ik het altijd met beslissingen van Bureau Jeugdzorg eens ben. Of met die van de kinderrechter. En ook niet per definitie met anderen in de jeugdzorg. Ook ik heb collega’s gehad die niet functioneerden. Je vindt ze overal. Waarom dan niet in de jeugdzorg? Dus ook daar kan heel wat worden verbeterd. Ik moet de eerste nog tegengekomen die het daar niet mee eens is.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Typisch Nederlands

COLUMN - Ik zag gelijk wat Sjors bedoelde toen ik afgelopen vrijdag Typisch Nederland binnenviel. Hassan was bezig de Islam in een kwaad daglicht te zetten door aan zijn tijdelijke huisgenoten te vragen of ze het erg vonden dat hij zich even verwijderde toen de champagnefles werd geopend. Nu zult u zeggen: wat is er erg aan iemand die even ergens anders gaat zitten op het moment dat er alcohol wordt geschonken? Hij viel er immers niemand mee lastig. Maar door zich Mohammedaanser dan Mohammed te gedragen, vestigt hij wel heel demonstratief de aandacht op het punt dat hij wil maken en dringt hij zijn medebewoners een moreel dilemma op. Immers, als ze het werkelijk zo gezellig vinden om hem erbij te hebben, dan besluiten ze om die fles champagne te laten staan en aan de ranja te gaan. Zijn vrijwillige verwijdering kun je als een impliciete beschuldiging interpreteren. 

Even later zat Hassan binnen een typisch Nederlands 7Upje te drinken terwijl de rest buiten over de islam van Hassan zat te praten. Sommige gelovigen hebben daar een talent voor. Om hun religie op zo’n manier te belijden dat iedereen zich gedwongen voelt er iets van te vinden. De eveneens Islamitische Fatima, die gewoon bleef zitten toen er alcohol werd geschonken en die niet elk moment aangrijpt om te laten zien hoe vroom ze is, heeft daar geen last van. Zij is eerst mens, dan moslim. Hassan wil eerst moslim zijn, dan mens. Wat hij overigens niet volhoudt. Halverwege de barbecue breekt Hassan en is hij even meer mens dan moslim.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Onmogelijke humor

Komt een moslim bij een christen. Vraagt ’ie: ‘Hoe komt het toch dat jullie zo rijk zijn?’

Antwoordt die christen: ‘Ach, God heeft een cheque uitgeschreven aan Maria, die heeft hem doorgegeven aan Jezus en die betaalt hem uit aan ons.’

Vervolgt die christen: ‘Hoe komt het eigenlijk dat jullie zo arm zijn?’

Zegt die moslim: ‘Wij kregen ook een cheque, maar God gaf die eerst aan Mohammed, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Hasan, die gaf hem aan Huseyn, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Mohammed, die gaf hem aan Jafar, die gaf hem aan Musa, die gaf hem aan Reza, die gaf hem aan Mohammed, die gaf hem aan Ali, die gaf hem aan Hasan en die gaf hem weer aan iemand die ermee is verdwenen.’

Vult een andere moslim aan: ‘Ze zeggen dat die laatste nog eens terugkomt, maar je zult zien dat het op vrijdag is en dan zijn de banken gesloten.’

Ik beken dat ik dit niet het hoogtepunt van humor vind. Dat ligt niet aan de pointe: de islamitische cheque wordt doorgegeven in de rij van de twaalf imams, de sjiieten verwachten de terugkeer van de verdwenen laatste imam en het is een grappig contrast de verheven imams te presenteren als mensen die een cheque zoekmaken. Het feitelijke probleem is dat ik dit contrast wel herken maar geen dijenkletser vind. Humor is cultureel bepaald. De Irakees die me de geciteerde mop vertelde, begrijpt weer niet wat zo grappig is aan een Wiedergutmachungsschnitzel.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Commercieel wachten voor gevorderden

COLUMN - Onderzoeken hebben bewezen dat de gemiddelde mens zo’n twee jaar van zijn of haar leven wacht. Dat komt neer op zo’n half uur per dag. Minstens drie uur in de week. Minimaal twaalf uur per maand. Zonde van de tijd. Maar vaak ook zonde van je geld én gemoedstoestand. Want de hel van het moeten wachten anno nu, is toch wel het immens gehate ‘commerciële wachten.’

Met de groei van de populariteit van het Internet en het mobiele altijd-en-overal-bereikbaar-zijn, is het commerciële wachten toegenomen. Je komt er tegenwoordig namelijk niet meer onderuit om soms een ‘helpdesk’ te moeten bellen. Dit soort vriendelijke hulptroepen, mogen wat mij betreft, om meerdere redenen, alles behalve ‘help’ voor hun desks plaatsen. Hier viert het commerciële wachten namelijk hoogtij! Is het al eens iemand gelukt om meteen een desk’helper’ aan de lijn te krijgen en direct geholpen te worden? Mij niet in elk geval.

Wanneer je zo’n hulpnummer belt, krijg je eerst een staccato robotstem te horen, die je vertelt hoe duur het gesprek per minuut zal zijn. Een weinig hoopvol, ergerlijk en bloeddruk verhogend begin. Dan treedt het betaalde (commerciële) wachten officieel in werking. De meest zouteloze liftmuziek wordt gestart om mij het wachten zogenaamd zo aangenaam mogelijk te maken. Tussendoor wordt ik gerustgesteld, dat ‘de medewerkers mij zo spoedig mogelijk te woord zullen staan.’

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Jerry Helmers en de über-zzp’ers

COLUMN - Deze zomer had Jerry Helmers van ZZP Netwerk Nederland een natte droom over hoe de échte zzp’er eruit moet zien.

Wat is een zzp’er? Jerry Helmers van ZZP Netwerk Nederland heeft hier hele uitgesproken ideeën over. Zzp’ers die net rond kunnen komen… dat zijn volgens hem geen échte zzp’ers. En om hen die uit de branche te pesten moeten volgens Jerry de weinige voordelen die zzp’ers hebben, zoals de zelfstandigenaftrek, afgebouwd worden. Zodat in de toekomst alleen ‘echte ondernemers’ nog maar voor het zzp’erschap kiezen.

Jerry heeft namelijk een heel romantisch beeld van wat de zzp’er volgens hem moet zijn: een rasondernemer. Maar helaas voor Jerry is de groep zzp’ers een hele diverse groep. En deze diverse groep is inderdaad niet samengesteld uit enkel mensen met typisch ‘ondernemersbloed’. Wat deze mensen delen is slechts dat ze proberen zichzelf van een inkomen te voorzien door middel van losse opdrachten. Meer delen ze niet.

En is dat erg? De reden om te kiezen zzp’er te worden kunnen heel verschillend zijn. Sommige zzp’ers zijn zzp’er vanwege de vrijheid hun eigen agenda kunnen bepalen. Anderen zijn zzp’er geworden omdat een vaste baan veel moeilijker te combineren is met zorgtaken – de participatiesamenleving weet je wel.

Foto: daisy.images (cc)

Smokey

COLUMN - En dan lees je dit in de krant. Toen ik twintig jaar geleden naar Amsterdam kwam, was ’t Loosje zo’n beetje de eerste kroeg die ik leerde kennen. Ik kan me niet meer herinneren of er toen een kitten genaamd Smokey door de tent sprong, maar dat er katten in kroegen verbleven, dat wat gewoon een feit. Een heel gezellig feit.

In de jaren die volgden en ik mijzelf en de stad beter leerde kennen, hoorde ’t Loosje daar uiteraard bij. De kat was er op een gegeven moment gewoon. Hij liep af en toe tussen de benen door, haalde hier en daar een aai en lag meestal ergens te tukken. Ik vond het een prachtig beest. Het jaagt op muizen, eet spinnen, doet geen vlieg kwaad en is een aanwinst voor iedere kroeg. Als je op iemand zat te wachten was je nooit echt alleen, want Smokey vond het prima je even gezelschap te houden en hij liet zich graag aaien. 

Na de studie kwam er de baan en werkte ik dichtbij de Nieuwmarkt. In plaats van er in de lampen te gaan hangen ging ik lunchen bij ’t Loosje en nog later, toen ik uit Amsterdam vertrok, werd het de plek om af te spreken met allerlei lieve, leuke mensen. Het was dichtbij het station, fijne locatie, aardige mensen en de alleraardigste kroegkat die je even gedag kwam zeggen om vervolgens ergens te gaan liggen snorren.

Foto: daisy.images (cc)

Duopolie | Overheidsfalen

COLUMN - Liberalen hebben het zwaar te verduren op Sargasso. Ze ontkennen wetenschappelijk onderzoek, zijn intellectueel failliet, oneerlijk, en dode liberalen zijn sympathieker dan levende. Tegelijkertijd zal het de oplettende lezer opgevallen zijn dat Duopolie vaak weinig opheeft met overheidsingrijpen, zelfs in de financiële sector. Waar komt die onenigheid vandaan?

Allereerst is de tegenstelling markt-overheid niet absoluut. Goed werkende markten kunnen niet bestaan zonder overheid. Eigendomsrechten moeten worden beschermd, kartelvorming tegengegaan, en zonder een goede infrastructuur kan er van een markt nauwelijks sprake zijn. In plaats van een absolute tegenstelling gaat het dus om nuances in de hoeveelheid overheidsinmenging in de markt. Dit is vooral afhankelijk van het gewicht dat je geeft aan overheidsfalen.

Net zoals markten kunnen falen, kunnen ook overheden dat. Overheden hebben weinig prikkels tot efficiëntie, zijn onderhevig aan politieke belangen en leiden via belastingen tot gedragseffecten. Prijzen vormen een krachtig allocatiemechanisme: degene die het meest wil betalen voor een product, koopt het product. En prijzen geven prikkels: hogere prijzen stimuleren concurrentie, zodat degene die het product het goedkoopst aan kan bieden het product produceert. Wanneer de overheid ingrijpt, gaat dit mechanisme deels verloren. In de financiële sector kun je dan bijvoorbeeld denken aan grote banken die een concurrentievoordeel hebben omdat de overheid ze redt als ze failliet dreigen te gaan.

Vorige Volgende