serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Kiezen en Delen | Wilskrachtige werknemers

COLUMN - Dat de robots komen om onze banen te stelen is nu duidelijk. In een strip wordt het probleem zo samengevat: Werkgever tegen werknemer: “U werkt één uur per dag en surft zeven uur per dag op internet… we hebben nu een machine die datzelfde kan.”

Beetje flauw. Maar in de kern zit een echt probleem dat iedere werknemer herkent: gebrek aan wilskracht. We werken meestal niet zo hard als we denken dat we zullen doen. Als je student bent, of zzp’er, heet dat uitstelgedrag. Je moet vandaag iets afmaken, maar er komt een berichtje tussendoor dat nu even leuker is – morgen maak je die klus echt af. Maar morgen bestaat Facebook nog steeds, en zou je bovendien al iets anders afmaken. Werk je voor een baas, dan heeft dat uitstelgedrag nog grotere consequenties. Niet alleen wordt alles haastwerk, maar het kan je zelfs je salarisverhoging of bonus kosten. En voor die werkgever kost het ook nog geld.

Drie economen hebben nu aangetoond dat daar iets aan te doen is. Het uitstelgedrag van werknemers, in dit geval 124 Indiase datatypisten, wordt beïnvloed door het moment en de manier waarop ze betaald krijgen voor hun werk. En nog belangrijker: de werknemers zijn zich ervan bewust zijn dat ze aan uitstelgedrag lijden, en willen daar eigenhandig ook best iets aan doen.

De werknemers kregen standaard 0.03 roepie betaald per dataveld dat ze ingevuld hadden (dat is 0.0004 cent – gemiddeld verdienden ze zo’n drie euro per dag). Tijdens het experiment, dat elf maanden duurde, mochten ze daarnaast kiezen of ze een target wilden. Als ze dat zichzelf wilden opleggen, kregen ze pas 0.03 roepie per dataveld als het ze lukte om er minstens 4000 op een dag in te vullen, en maar 0.015 als ze er minder dan die 4000 haalden.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Sylvana

COLUMN - Ze moest niets van haar ’tweede moeder’ hebben. Ze schaamde zich rot: je moeder ‘ineens’ lesbisch, dat wíl je als puber niet! Ze deed van alles om de relatie tussen haar moeder en Ellen, de ’tweede moeder’, kapot te maken. Stoken, spullen van haar stiefmoeder slopen, dreigen, bedreigen, schelden. Alles haalde ze uit de kast. En daar was ze trots op.

Het hielp alleen niet. De relatie tussen haar moeder en Ellen werd er eigenlijk alleen maar sterker door. Maar die tussen Sylvana en haar moeder niet. Bemiddeling van Bureau Jeugdzorg hielp niet. De situatie werd onhoudbaar en Sylvana werd uit huis geplaatst. Een vrijwillige plaatsing, want moeder was er na anderhalf jaar klaar mee. Niet zozeer omdat ze het opnam voor haar nieuwe vriendin, maar voornamelijk omdat haar dochter intimiderend, dreigend gedrag vertoonde. En dan maakte het haar niet uit tegen wie, dat dóe je gewoon niet.

Ieder weekend ging Sylvana naar huis, voor een paar uurtjes. Aan de ene kant keek ze daar naar uit: ze was gek op haar moeder. Aan de andere kant deed ze van alles om haar stiefmoeder weg te pesten. Dreigen en spullen kapot maken deed ze niet meer nadat haar moeder aangifte tegen haar had gedaan. Maar Ellen het bloed onder haar nagels vandaan halen en haar zwartmaken wel.

Aan groepsgenoten vertelde ze wat ‘die bitch’ nou weer gedaan had. Maar ‘die bitch’ was wél degene die Sylvana’s moeder gelukkig maakte. En die de kamer van Sylvana hielp inrichten. Die naar het huis van Sylvana’s ex-vriendje was gereden om verhaal te halen over het blauwe oog dat Sylvana had.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Zwarte Piet (3)

COLUMN - Die zaterdag keek ik met mijn zoon (5) en dochter (3) naar de intocht te Gouda. Ik had de hele week meegekeken naar het Sinterklaasjournaal. Het was een warrige aanloop naar een warrige intocht. Mijn kinderen begrepen er de ballen van.

Op dag 1 timmerden de Pieten (allen zo zwart als roet) een gaatje in de wand om een schilderij van Dieuwertje Blok op te hangen. “We hebben er weer ENORM zin in”, zei Dieuwertje tegen Sinterklaas. In mijn oren klonk het sarcastisch. 

Op dag 2 verlieten de Zwarte Pieten de stoomboot omdat er water lekte uit de door henzelf gemaakte gaatjes (domme Pieten!). Alleen de Huispiet en Sinterklaas bleven achter.

Op dag 3 begon ene Opa Piet aan de training van Nederpieten. Het was toen dat er voor het eerst een schminkloze Piet ten tonele verscheen, tot grote ontsteltenis Wilders en Bosma, die prompt een wet indienden dat de knecht van Sinterklaas tot in de lengte der dagen zwart moest zijn. Tijdens deze uitzending was ik aan het koken. Na afloop vroeg ik mijn zoon wat er gebeurd was. Hij keek me vertwijfeld aan. “Niks”, zei hij.

Op dag 4 lag Sinterklaas, na een avondje pepernootjenever, zijn roes uit te slapen. De Huispiet bleek niet te weten waar Gouda lag, de vaste Pieten waren spoorloos en Opa Piet verwelkomde drie Clownspieten. Na afloop van de training deed hij per ongeluk de deur op slot, zodat de Nieuwe Pieten niet naar buiten konden.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Erdoğan over Amerika

COLUMN - Moslims hebben Amerika ontdekt, aldus de Turkse president Recep Erdoğan. Het gebeurde in 1178 en het bewijs, opgeduikeld door ene Youssef Mroueh, is dat Columbus in zijn logboek zou vermelden dat hij op maandag 21 oktober 1492 een moskee zag op een heuvel aan de kust van Cuba.

De claim klopt niet en dan bedoel ik niet dat 21 oktober in dat jaar viel op een zondag. En ik bedoel evenmin dat Columbus’ schepen op dat moment niet bij Cuba waren. Het probleem is dat het logboek, dat in 1991 in het Nederlands is vertaald door Hans Werner, domweg niet is te gebruiken voor dit type informatie.

Maar eerst: welke passage hebben Mroueh en Erdoğan op het oog? Het gaat om een beschrijving die we aantreffen in het logboek van maandag 29 oktober 1492, waarin we lezen we dat er

mooie bergen zijn die aan de Peña de los Enamorados doen denken. Eén daarvan heeft op de top een kleiner bergje dat oprijst als een sierlijke moskee.

Niks moskee dus, een bergtop die eruitzag als een moskee. Mrouehs claim is op niets gebaseerd en de president van Turkije bewijst met deze wartaal zijn land geen dienst.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Repeat en herhaal

COLUMN - We eten, drinken, werken, ontspannen, consumeren, klagen, sporten, genieten, praten, slapen, dagdromen, telefoneren, plassen, schrijven, onthouden, lachen en ademen. En doen onze boodschappen.

Vrijdagmiddag, 14.35 uur:
Elke week herhaal ik, minimaal één keer, mijn rondje door de consumeertempel. Geroutineerd werk ik mijn boodschappenlijstje af, en mik vervolgens fruit, sla, een blik soep, een doosje eieren, twee broden, peperkoek, ham, kaas, fles curry, potje pindakaas, hagelslag, potje erwten, enkele pakken melk, cornflakes, koekjes, flesjes water, diepvrieszakjes, keukenrol en een bevroren pizza in mijn tijdelijke buddy: de winkelwagen.

15.05 uur:
Ik sta inmiddels in de rij bij de kassa. Het kassameisje lacht vriendelijk. Zoals ze allemaal doen hier. Terwijl mijn voorganger afrekent, leg ik alvast mijn fruit, sla, blik soep, doosje eieren, twee broden, peperkoek, ham, kaas, fles curry, potje pindakaas, hagelslag, potje erwten, pakken melk, cornflakes, koekjes, flesjes water, diepvrieszakjes, keukenrol en bevroren pizza op de lopende band.

Het meisje scant al mijn inwendige behoeftebevredigers voor de komende dagen en legt ze op de andere lopende band, waar ik vervolgens mijn fruit, sla, blik soep, doosje eieren, broden, peperkoek, ham, kaas, fles curry, potje pindakaas, hagelslag, potje erwten, pakken melk, cornflakes, koekjes, flesjes water, diepvrieszakjes, keukenrol en bevroren pizza weer kan inladen in mijn grote, altijd behulpzame winkelwagen.
Na deze klus, betaal ik netjes en zeg ik “nee” op de vraag of ik zegeltjes voor het servies spaar en “ja” op de vraag of ik de kassabon wil hebben.

Foto: daisy.images (cc)

Kiezen en Delen | Verplaats u in de ander – maar met mate

COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva met een gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Vandaag een bonusaflevering.

Ik was zeven en speelde verstoppertje in het zwembad. In het bad was iemand moeilijker te vinden dan op de kant, stelde ik vast. Daarom wilde ik gaan watertrappelen achter de glijbaan. Tot ik me realiseerde dat mijn vriendje me daarom juist in het water zou zoeken. Ik moest me dus ergens op de kant verstoppen. Of zou hij bedenken dat ik dit ook had bedacht en dat ik dus toch het beste het water in kon gaan? Of zou hij zelfs bedenken dat ik ook deze volgende gedachtestap had gemaakt en moest ik daarom eigenlijk toch de kant op?

Het duizelde me, en ik werd gevonden voor ik uitgedacht was. Jaren later kreeg ik college over speltheorie en leerde ik dat deze duizeling theory of mind wordt genoemd.

John Maynard Keynes, de beroemde Britse econoom, zag het belang van de theory of mind voor de economie. Hij beschouwde de hele economie als een beauty contest, een schoonheidswedstrijd zoals die in het interbellum populair was.

Kranten drukten een serie foto’s met aantrekkelijke dames af; inzenders moesten raden welke dame als aantrekkelijkste gezien werd en maakten kans op een etentje met haar. Het was dus zaak om niet op de dame te stemmen die je zelf het aantrekkelijkste vond, maar om te gokken op wie in de ogen van de meeste anderen het aantrekkelijkste was. Keynes constateerde dat daardoor net als in de aandelenmarkt niet altijd de meest aantrekkelijke optie boven komt drijven.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Illegalenjacht

COLUMN - Het is tijd voor echte oplossingen voor het illegalenprobleem.

Afgelopen maandag oordeelde het Europees Comité voor Sociale Rechten, het orgaan dat controleert of Europese lidstaten de mensenrechtenverdragen wel naleven, dat de Nederlandse overheid uitgeprocedeerde asielzoekers, illegalen en daklozen beter moet opvangen.

Teeven reageert arrogant: hij zal het nog wel even aankijken. Onder zijn beleid worden uitgeprocedeerde asielzoekers opgejaagd. Het idee is dat die mensen zo wanhopig worden, dat ze actief mee gaan werken aan hun uitzetting.

Maar los van de vraag of dit wel menselijk is, we zien allemaal dat dit niet werkt. Er zijn in ons land veel mensen die niet uitzetbaar zijn. Zij leven van het illegale circuit, vallen terug op familie, belanden op straat, of zwerven rond in groepen van tijdelijke opvang naar tijdelijke opvang. Dit is natuurlijk niet alleen schadelijk voor deze mensen zelf, maar ook voor onze samenleving.

Ondertussen wordt het beleid van Teeven door een groot deel van de bevolking gesteund. Stand.nl peilde dat 65% van de burgers van het land van de dierenambulance en de caviapolitie het kennelijk niet erg vindt dat mensen in onze straten verhongeren, en is het met Teeven eens.

En dat is op zich nog niet eens zo gek. De rechtse propagandamachine vol leugens en verdraaiingen over asielzoekers draait immers overuren, en de pers luistert kritiekloos mee. Veel mensen geloven dan ook echt dat in ons land de grenzen wagenwijd open staan, en dat dit de grootste bedreiging is van onze verzorgingsstaat.

Foto: daisy.images (cc)

Depressie

COLUMN - Soms gaan er dingen mis in je hoofd. Zonder dat je er trouwens zelf iets aan kunt doen. Zo heb ik al mijn hele volwassen leven af en toe last van sombere periodes. Dan ben ik hartstikke moe, slaap ik slecht, voel ik me down, zonder ik me af en meer van die dingen. Een aanwijsbare reden is er niet. Het heeft niets met vallende blaadjes te maken of met heftige gebeurtenissen. Het is er gewoon ineens. En het gaat meestal ook weer weg. Een milde depressie heet dat. En daar hebben veel mensen last van.

Ik dacht, ik schrijf het eens op. Ik steek het zelf sowieso nooit onder stoelen of banken, ik ben er open over, voel er geen schaamte bij. Depressie is vaak toch een soort gekke kortsluiting in je hersenen. Dat het ene stofje net niet lekker wordt doorgegeven aan een ander stofje. Praten helpt natuurlijk ook, je hoeft niet direct naar de pillen te grijpen. Een psychiatervriend heeft mij een hele hoop bijgebracht over wat er allemaal aan te doen is. Ik ben uiteraard gaan praten, dat loste al een hele hoop op. Handvatten hoe ik bepaalde situaties kon veranderen, wat ik aan mijn omgeving moest veranderen om datgene wat mij ongelukkig maakte niet meer tegen te komen. Maar er bleef toch nog wat zeuren.

Foto: daisy.images (cc)

Kiezen en Delen | Egonomie

COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva elke woensdag met gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Deze column verschijnt ook op Sciencepalooza.

We kennen ze allemaal: mensen die zichzelf heel wat vinden, en denken dat al hun projecten een fantastisch succes gaan worden. In extreme gevallen omschrijven psychologen dit als een narcissistische persoonlijkheidsstoornis, maar een klein beetje gestoord zijn we allemaal. Zo denken bijvoorbeeld 69% van de Zweedse (en 93% van de Amerikaanse) autobestuurders dat ze beter rijden dan de mediaan en gelooft 94 % van de academici dat ze betere leraren zijn dan de gemiddelde collega. Daarnaast doet bijna iedereen soms wel aan wensdenken, waarbij we een grotere waarschijnlijkheid toekennen aan positieve uitkomsten dan aan negatieve.

Een nieuwe tak van de gedragseconomie, die ik ‘egonomie’ zal noemen, onderzoekt de wisselwerking tussen dit soort zelfoverschatting en economische instituties zoals marktwerking. Een mooi voorbeeld is een recent experiment van de Australische onderzoeker Guy Mayraz. Hij gaf proefpersonen de opdracht om graanprijzen te voorspellen aan de hand van historische data. Het geld dat de deelnemers in het experiment konden verdienen was afhankelijk van de gerealiseerde graanprijzen. Bovendien speelde de helft van de deelnemers de rol van ‘bakkers’, die meer geld verdienden als de daadwerkelijke graanprijzen laag waren. De andere helft bestond uit ‘boeren’ die juist verdienden aan hoge graanprijzen.

Wensdenken bleek een sterke invloed te hebben op de deelnemers: de schattingen van de boeren, op basis van identieke informatie, lagen significant hoger dan die van de bakkers. Een mogelijke verklaring ligt in het zogenaamde ‘verwachtingsplezier’: een positieve verwachte uitkomst in de toekomst maakt je meteen al blij, terwijl een slechte verwachte uitkomst ook onmiddellijk een slecht humeur oplevert.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Sven

COLUMN - Straf geven als iemand liegt of iets anders doet wat niet ‘mag’, daar ben ik niet zo van. Soms, als het echt nodig is, als niets helpt, als iemand de consequenties van bepaald gedrag moet ervaren, doe ik het. Maar eerst leg ik, soms met engelengeduld, uit waarom ik iets niet accepteer, welk gedrag ik wil zien, waaróm en wat het de ander oplevert.

Als ik vraag of je je tanden hebt gepoetst, vraag ik dat omdat ik hoop dat je nog lang een sterk gebit houdt. Als ik vraag naar je huiswerk, dan vraag ik dat omdat ik hoop dat je goede cijfers krijgt en later kan worden wat je wilt. En vind je je huiswerk moeilijk, dan helpen we je. Het klinkt misschien idealistisch, maar negen van de tien keer werkt het. Gelukkig denken mijn collega’s er ook zo over. Beloon een kind en stimuleer goed gedrag.

Ismael, die vaak loog, hebben we de keren dat hij wél eerlijk was beloond. Niet met iets tastbaars, maar met een compliment en een aai over zijn bolletje. Niet te wild natuurlijk, want dan ‘ging zijn kuif door de war’. Na ieder compliment zag je hem bijna letterlijk groeien.

Zo gaan we ook om met de tienjarige Sven. Ook hij loog vaak. Over tanden poetsen, over snoepjes stelen, over douchen, over schoon ondergoed aantrekken. Het heeft zijn reden. Bij ieder foutje dat hij bij zijn stiefvader maakte, werd het er letterlijk uitgeslagen. Zodra ik maar vroeg ‘heb je…’, dook hij ineen. De angst voor onze reactie verdween gelukkig snel toen hij merkte dat wij niet slaan. Maar het liegen bleef.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Zwarte Piet (2)

COLUMN - In Trouw stond dit weekend een lezenswaardig interview met Adrian Hart die van mening is dat antiracisten racisme in stand houden. Door alles wat aan afkomst of huidskleur refereert in de taboesfeer te trekken, vestig je onnodige aandacht op de verschillen en geef je een samenleving niet de kans om op een natuurlijke manier met die verschillen om te leren gaan. Wanneer iets van bovenaf opgelegd wordt, dan roept dat weerstand op.

Dat laatste lijkt mij ook hét probleem in de zwartepietendiscussie: er is een culturele elite die bepaalt wat iedereen moet denken en die definieert wie en wat er wel of niet deugt. En of ze daar nu wel of geen gelijk in hebben: dat roept aversie op. 

Echter, waar de verontwaardiging aanvankelijk breed gedragen werd door het overgrote merendeel van het volk, merk ik in mijn omgeving dat de weerstand steeds verder aan het afnemen is en dat de schare die vindt dat Zwarte Piet moet oprotten naar het Land der Vergetelheid met de dag groeit. Dat is niet zozeer te danken aan de antizwartepietenlobby, maar juist aan de fanatieke verdedigers van de zwarte kindervriend. Zag ik vorig jaar nog achter die zwarte schmink een goedbedoelende vrijwilliger die niet begrijpt wat hij fout doet en die probeert vast te houden aan iets wat hem dierbaar is, inmiddels zie ik een provocateur. Of zelfs een racist.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Sint-Maarten

COLUMN - Dat niet alle christelijke heiligen bescheiden personen waren, wordt geïllustreerd door Martinus van Tours ofwel Sint-Maarten: hij nam een secretaris in dienst om zijn heiligenleven schrijven. Je zou je ergeren aan Sulpicius SeverusLeven van de heilige Martinus als de tekst niet zo interessant was. Martinus was namelijk bepaald geen kwezel.

Hij begon zijn loopbaan bij de Romeinse cavalerie en was achttien toen hij zich in 335 bekeerde tot het christendom. Dat gebeurde, zo lezen we, nadat hij bij de stadspoort van Amiens een naakte man had zien zitten, die door iedereen werd genegeerd. Het was hartje winter.

Martinus begreep dat de bedelaar, nu de anderen hem geen barmhartigheid betoonden, voor hem was bestemd. … Daarom greep hij het zwaard waarmee hij was uitgerust, verdeelde er zijn mantel mee in twee stukken en gaf één ervan aan de arme; het andere trok hij zelf weer aan. Intussen begonnen enkele omstanders te lachen, omdat hij er met de afgesneden mantel als een mismaakte uitzag. Maar velen ook, die gezonder van geest waren, zuchtten diep, omdat zij niet iets dergelijks gedaan hadden. Want juist zij, die rijker waren, hadden de arme kunnen kleden zonder zelf naakt te hoeven worden.

Vorige Volgende