serie

Van die dingen

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Museumbezoek

COLUMN - Het blauwe permanentje ging expres voor mijn kinderen staan. Ze lagen op de grond in het museum voor een schilderij met schapen. Die moesten ze zo goed mogelijk natekenen. We liepen de kinderroute, meestal is dat een speurtocht met allerlei opdrachten, door het museum zelf bedacht om kinderen al wat liefde voor kunst bij te brengen. Het blauwe permanentje vond het maar niets. Zij kwam voor haar rust. Dat zag je zo. Mijn tip voor haar zou zijn om musea op zaterdag en zondag te mijden. Door de week had ze vast tijd zat. Geen kind te bekennen in de meeste musea op een doorsnee dinsdagochtend. Intussen zagen mijn kinderen enkel nog dunne kuiten ingepakt in vleeskleurige pantykousjes.  Ik had zin om haar een flinke duw te geven.

De oudste vroeg haar vriendelijk of ze een beetje opzij kon gaan staan. Hij zag de schapen niet meer en als ze nou twee passen naar links ging, konden ze het alle drie zien. Hij kreeg een vieze blik en de vrouw weigerde een stap te verzetten. Mijn oudste bleek een ‘brutaal nest’. Ik besloot even af te wachten, kijken wat ze zouden doen. De jongens keken elkaar aan en pakten allebei hun papier en potlood op. Ze liepen om haar heen en plofte voor de oude vrouw weer op de grond, tongen direct uit de mond, blik van papier naar schilderij. Toen ze eventjes naar mij keken stak ik mijn duim omhoog. Prima opgelost.

Bij de oude mevrouw kwam de stoom uit haar oren. Ze had duidelijk zin om mijn kinderen een schop te geven. Toen er nog drie kinderen lachend de zaal binnenkwamen trok ze het niet meer. Ze gaf mij en de moeder van de andere kinderen een woeste blik en liep stampvoetend en tegen de suppoost pruttelend de zaal uit, een brok  chagrijn. De suppoost kwam naar me toe. Hij verontschuldigde zich. Sommige oude mensen in het museum hadden wat moeite met het jonge spul, zei hij. Hij was er juist wel blij mee. Beetje leven in de brouwerij. Behalve dan dat ze altijd maar overal aan wilden zitten, maar als dat nou het enige was, af en toe een vinger van een schilderij afvegen?

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Verpakking

COLUMN - Ik wilde alleen even een nieuwe toner uit de verpakking halen. Dat ging niet zomaar. Ik moest op zoek naar een stanleymes om door de dikke plastic verpakking heen te snijden. Daarna volgden nog de plastic verpakking, de papieren verpakking, het plastic zakje om de toner en tenslotte het plasticje dat de inkt tegenhield. Ik keek naar de berg rotzooi op tafel en ik werd woest. Was dit nou allemaal nodig? Deze berg afval?

Ik heb navulverpakkingen geprobeerd, maar dat werkte voor geen meter. Ik zat heel snel en altijd op onmogelijke momenten zonder inkt, dus dat ging hem niet worden. Dus weer terug naar deze verpakkingsterreur. Wel eens stilgestaan bij de hoeveelheid verpakking die er om een elektrische tandenborstel zit? Na het uitpakken van de Sinterklaascadeaus stampen we de container nog even extra aan, zetten we een extra zak plastic meuk aan de straat en gaan de Chinese nepbatterijen de speciaal daarvoor bedoelde afvalbak in.

We hebben verpakkingsbelasting hier in Nederland, maar dat wordt allemaal doorberekend aan de klant, dus dat zet geen zoden aan de dijk. Ik betaal voor verpakkingen die ik niet wil. Leuk natuurlijk dat er allerlei initiatieven zijn om van de (plastic)afvalberg nieuwe producten of kunst te maken, maar het moet gewoon een stuk minder en dat kan volgens mij ook. Waarom moet alles vier keer ingepakt worden? Waarom in plastic, dan weer in papier en daarna nog een keer in plastic? Een soort zou toch voldoende moeten zijn?

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Bikinitijd

COLUMN - Het is bikinitijd. Nee, nog niet om erin rond te lopen, maar het is wel tijd voor de voorbereidingen. Over een paar maanden mogen we weer en iedere winter kweek ik een speklaag op de verkeerde plaatsen. Dat moet eraf.

Zodra het woord lijnen valt, heb ik direct 24 uur per dag honger. De hele dag. Heel erge honger. En kom niet aan met dat je dat trek moet noemen omdat alleen mensen in Afrika honger hebben, ik kan wat hongergevoel betreft goed concurreren met ieder willekeurig Afrikaans kind met een bakje rijst in de handen. Alleen zie ik er uit als een iets te goed doorvoed Europees Prinsesje, maar het gaat even over de term honger, hè jongens. Dat is wat telt!

Had ik maar trek in wortelen en avocado’s, in rode bietjes en magere kipfiletjes. Maar nee hoor, uiteraard geen zin in gezond eten, nee, in vette hap. Chips, chocolade, koeken van de ergste soort, kaas, losse plakken salami zo uit de verpakking, ovenschotels, bakken ijs, het maakt geen donder uit, als er maar veel, heel veel calorieën inzitten.

Wat is dat toch?! Zodra ik iets niet meer mag, wil ik het juist. Drank, nicotine, eten, vroeger ook nog mannen. Moest ik er af blijven (meestal door mezelf opgelegd uit zelfbescherming, inclusief de mannen), dan werd het verlangen alleen maar groter. Obsessief groter. Ik-kan-nergens-anders-meer-aan-denken groter. Om te janken. Dus dit jaar gaan we het eens eventjes helemaal anders doen. Die bikini gaat eruit. Het corrigerende badpak trouwens ook. Dat verplaatst de speklaag alleen maar. We gaan met de hele familie op cultuurvakantie naar IJsland!

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Autoradio

COLUMN - Het fijne van op vakantie gaan vind ik de autorit. ‘Lekker snel vliegen’ is volledig overschat met twee uur van te voren inchecken, zeven uur vliegen (want als we dan toch het vliegtuig nemen, dan gaan we wel wat verder) en weer twee uur wachten op de koffers en de huurauto. Jankende, want oververmoeide kinderen, bekaf om twee uur ’s nachts aankomen in je appartement, stress en de tweede dag van je vakantie al moe beginnen. Wij doen er niet aan mee.

Wij rijden. Heel relaxed. Via Duitsland naar Italië of richting Frankrijk of Spanje. Dat is fijn, want we doen er een paar dagen over zodat je al op dag één rond een uurtje of vier aan een koud biertje zit in een of ander exotisch dorp. Kinderen een ijsje en een speeltuin, helemaal goed. Nooit te lang in de auto en het spelletje dat met stip bovenaan staat is: zoek een muziekzender die het langer dan tien minuten doet.

Ga je richting Italië, dan gaat dat meestal wel goed. Duitse zenders zijn hartstikke degelijk, dus die gaan een tijdje mee. Ga je door Frankrijk, dan wordt het een uitdaging en daar zit de lol. In België gaan we, om even in te komen, nog voor StuBru. Studio Brussel trekt het namelijk ook nog een klein stukje Frankrijk in, maar dan begint het. Zoeken. Het liedje dat we allemaal leuk vinden begint zuiver, maar bij het tweede refrein zit er al een stevige ruis in. Het is ingewikkeld om een heel lied uit te kunnen zitten. Meezingen hoeft niet voor ons, het gaat om een lied met kop en staart. Kom maar door met die chansons. We zitten niet voor niets in Frankrijk.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Bel me niet

COLUMN - Ja hoor, daar gaan we weer. Telefoon. Ik hol van mijn bureau naar mijn toestel dat verderop ligt op te laden om voor de zoveelste keer ‘privénummer’ in mijn scherm te zien. Ik wacht al lang niet meer op het geluidje dat er iets is ingesproken. Ik druk de beller weg en loop terug naar mijn laptop. Sinds een maand of vier word ik dagelijks drie keer gebeld door een anoniem nummer.

In het begin nam ik op. Of ik een abonnement wilde op een krant die ik ooit had uitgeprobeerd? Nee. Superaanbieding voor een nieuw product, hoe kon ik weigeren? Nee. Of ik een lot bij een of andere loterij wil uitproberen? Nee. Superkorting bij een tijdschrift naar keuze? Nee. Hoe moeilijk kan het zijn, ik wil het niet! Als ik een abonnement op een krant wil, een tijdschrift, extra loten, dan regel ik het zelf wel. Echt, heus, daar ben ik toe in staat marketingmensen. Zelfs zonder dat ik korting krijg. Maar het komt er gewoonweg op neer dat IK HET NIET WIL! Ook niet na hevig aandringen. Als ik nee zeg, bedoel ik echt nee. Ook maanden later. Aan het eind van het gesprek zou ik worden doorverbonden met het Bel-me-niet Register.

Het Bel-me-niet Register, daar verwacht ik niet veel meer van. Daar sta ik al jaren geregistreerd, maar omdat ik met mijn nummer ook bij de Kamer van Koophandel sta ingeschreven, mogen ze me toch bellen, zei het callcenterjongetje. Bedankt Kamer van Koophandel. Ik heb nog nooit iets positiefs van die hut zien komen, maar dat behandel ik wel een keer in een andere column. Ik heb mijn nummer ook op mijn site staan. Klopt als een bus. Eigen baas, dus ik wil wel gevonden worden voor opdrachten. Ik moet ook leven. Maar dat ik bij het Bel-me-niet Register sta geregistreerd, zegt iets over hoe ik denk over marketinggerelateerde-callcentergedreven-supercommerciële telefoontjes. Ik wil NIET gebeld worden. Bel me NIET. Zo heet dat register. Het zou toch een belletje moeten doen rinkelen, maar nee.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Plaatje

COLUMN - Het kookboek beloofde mij de hemel. Het een zag er nog mooier uit dan het ander en ik zag al dat lekkers hier al op tafel staan. Rijen vol schalen met prachtige gerechten, kleurrijk en zowel qua smaak als kleur mooi bij elkaar passend. Vlees, vis, soepen en toetjes met druipende sauzen, alles om je vingers bij op te vreten. Goede wijn erbij, karaffen met water op tafel. We zouden zo aan de tafel kunnen schuiven die we in het kookboek voorgeschoteld kregen. Ik hoefde het plaatje alleen nog maar eventjes na te maken…

Uiteindelijk smaakt het natuurlijk wel. De smaak is niet waar het misgaat. Het ziet er bij mij gewoon niet uit. Dan heb ik het niet alleen over stoofpotjes, kleurrijke eenpansgerechten of goedgevulde gebonden sauzen. Vlees en vis, kleurrijke salades of romige desserts, ik kan het er allemaal moeiteloos uit laten zien als kattenvoer. Zo smaakt het niet, maar zo ziet het er wel uit. Ik weet niet wat er misgaat. Ik verdenk de foodfotografen van verregaande manipulatie en fotoshopgedrag, want het kan natuurlijk nooit aan mijn kookkunsten liggen. Dat lijkt me logisch.

Na wat googlen blijkt dat wat je op het plaatje ziet, niet is wat je eet. Het ligt dus niet aan mij. Diepe zucht van opluchting. Siroop of chocoladesaus blijkt motorolie, want dat is dikker en druipt mooier uit. Eten wordt aan elkaar geplakt en vastgestoken met satéprikkers, plastic fruit en groenten worden toegevoegd. IJs wordt van aardappelpuree met kleurstoffen gemaakt, anders smelt het onder de lampen. Vlees wordt bijgekleurd met schoenpoets, glanzend fruit druipt van de haarlak. Smakelijk kan ik het niet noemen. Daarna gaat er nog een stevige portie fotoshop overheen. Geen wonder dat ik het niet op tafel krijg zoals het in het boekje staat.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Blogbal

COLUMN - Ik mocht ooit lang geleden naar het boekenbal omdat de jongens van Jiskefet niet gingen. Gekregen kaarten voelt toch anders dan een persoonlijke uitnodiging. Ik vond aan het hele boekenbal geen barst aan. Iedereen zwierf van zaal naar zaal om te zoeken naar waar het nou wel leuk was. De enige vrolijke noot was Midas Dekkers die achter de rug van Michael Zeeman rare bekken aan het trekken was en de openingsact van Jaap Fischer was weergaloos. Maar voor mij was het boekenbal na het horen van alle legendarische verhalen een stevige deceptie.

Het Blogbal kwam wat jaren later, daar mocht ik komen omdat IK leuke blogs schreef. Ik vond het er top! Samen met mijn lief toog ik naar Amsterdam en liet al die literaire hoogstandjes voorbijgaan richting Schouwburg. Wij namen de afslag richting De Balie. ‘Podium voor het vrije woord, eigentijdse kunst, debat en cultuur.’ Prima stek, want als er nou een groep mensen nooit om een creatieve mening verlegen zit, zijn het de bloggers wel. Het was een topavond. Ik ontmoette mensen waar ik nog nooit eerder van had gehoord. Bloggers schrijven toch vaak onder een alias. Ik sloeg de namen goed in me op, zocht de dag erna op het net en vond een berg boeiende teksten. Daarnaast was het was het begin van een aantal leuke online-vriendschappen.

Nu staat het volgende Blogbal voor de deur. Wegens omstandigheden heb ik twee jaar voorbij moeten laten gaan, maar dit jaar ben ik weer van de partij. Het mooie is dat die paar mensen die ik drie jaar terug heb leren kennen inmiddels een olievlek hebben gevormd op Twitter. De leuke mensen van die avond leverde nieuwe leuke mensen aan en zo bouwde ik een comfortabel twitternetwerk op. Ik ben ontzettend benieuwd naar een aantal mensen achter de 140 tekens, het kan er alleen maar leuker door worden. Daarom vind ik het ook al een feestje; als je komt, kun je ineens je halve tijdlijn voorbij zien lopen.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Sorry

COLUMN - Je doet het goed of je doet het niet. Excuses aanbieden. Het blijkt niet voor iedereen weggelegd. Een welgemeend sorry is voor sommige mensen onmogelijk om uit de strot te persen. Van die mensen die je tijdens het aanbieden van hun excuses toch nog even het gevoel geven dat je om hun lompe gedrag hebt gevraagd.

“Het spijt me dat je mijn kritiek zo persoonlijk hebt opgepakt, maar je kunt gewoon echt niet koken.”
“Ik vind het naar dat wat ik heb gezegd zo gevoelig bij je ligt. Sorry daarvoor. Daar zou je misschien aan moeten werken hoor, want dit zal je nog vaker tegenkomen.”
Of: “Het spijt me dat je je gekwetst voelt, ik zeg dit altijd zo, maar jij kunt daar blijkbaar wat moeilijk mee overweg.”

Dat zijn geen excuses mensen, dat is een trap na.Sorry met een maar is geen sorry. Een goede sorry is solo, met uitleg over waarom je sorry zegt. Sorry met direct een vergoelijking voor je eigen lompe gedrag is geen excuus en telt dus niet. Dat is gewoon neerbuigend. Een extra reden voor een excuus. Als je geen sorry kunt zeggen, zeg dan niets. Sta dan gewoon achter je belediging, je grove opmerking, je lompe actie of wat het ook mag zijn geweest waar je iemand mee overstuur hebt geholpen.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Pesten

COLUMN - Zelf heb ik geluk gehad. Ik ben niet zo veel gepest op school. Het was geen hardcore pesten, ik werd niet structureel buitengesloten of genegeerd. Maar ik weet wel nog heel goed hoe het voelde als ik eens een keer de klos was. Dat je moest zoeken bij verstoppertje en dat iedereen dan al lang en breed in de klas zat en ik door het zoeken te laat op school kwam. Dat je onderbroek naar beneden werd getrokken als je naar huis liep. Kruisspinnen in het laatje van mijn tafeltje. Briefjes met teksten over mij die door de klas gingen. Iedereen lachen en ik die als enige niet wist waarom. Als een groep zich tegen je keerde kon je het soms alleen nog maar op een lopen zetten of moest je heel hard van je afslaan. Maar goed, het overkwam mij soms en gelukkig niet dag in, dag uit. Het stopte toen ik de grootste pester op een dag in vlaag van verstandsverbijstering een bloedneus en tand door de lip sloeg. Huilend droop hij af. Daarna werd het rustig.

Ik ben geen heilig boontje, ik heb ook wel eens meegedaan op het schoolplein. Mocht iemand niet meedoen tijdens de gym, verstopte je iemands schoolspullen. Maar ik liep daar trouwens niet in voorop. Ik was een volger. Ik probeerde er wel zo veel mogelijk buiten te blijven, maar als je op die leeftijd moest kiezen tussen zelf de klos zijn of een ander pesten, was de keuze snel gemaakt. Meedoen aan het pesten voelde bijna hetzelfde als gepest worden. Ik kan er nog triest van worden als ik eraan terug denk.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Garagemannetje

COLUMN - Het garagemannetje lachte door de telefoon. ‘Ja mevrouwtje, dat kan wel zijn dat u dit al meer dan een jaar heeft, maar als u zo door blijft rijden staat u straks stil langs de snelweg. Ik kan het zo voor u repareren hoor, het kost, nou ik gok, om en nabij de zevenvijftig.’

‘Als in zevenhonderdvijftig?’ piepte ik.

‘Ja, zevenhonderdvijftig, maar dan loopt hij wel weer als een zonnetje hoor. Veilig met de kinderen enzo. Hij had al weer een beurt gemoeten ook. Dat is al heel lang niet meer gebeurd.’ Hij klonk beschuldigend.

‘Maar ik begrijp het niet. De buurjongen heeft met stenen staan gooien en ik kom dus voor een nieuwe ruit en dat betaalt de verzekering. Maar nu zeg jij dat mijn hele versnellingsbak niet meer goed is? En wat die beurt betreft, vlak voor onze vakantie in de zomer heeft ze nog een beurt gehad. Toen moest er voor bijna tweeduizend euro worden versleuteld en toen heb ik hier niets over gehoord. Ik moest een nieuwe distributieriem. Of zoiets.’

‘Nou ja mevrouwtje, luister eens even. Ik reed er net een stukkie mee en hij klinkt echt niet goed hoor. Hij maakt een raar geluidje. Zo’n typische brom van een gammele versnellingsbak. Dat hoor ik meteen natuurlijk. Je hebt veel gereden sinds juli.’ Mijn buitensporige allergie voor het woord mevrouwtje begon op te spelen.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Hapje eten

COLUMN - We kregen een hele vuile blik van de mevrouw achter onze kinderen. Ze zaten nogal wild met hun hoofd te schudden omdat we ze net verteld hadden wat headbangen nou eigenlijk inhield en daar had de mevrouw last van. Ik gaf haar een allervriendelijkste glimlach. ‘Kinderen hè, je doet er niets aan’, wilde ik haar overbrengen. Ik had geen zin om mijn kinderen op hun donder te geven. Ik vond dat ze het hartstikke goed deden in het restaurant. Ze bleven op hun stoel zitten, gooiden niets om, sneden niet met hun mes in alles wat ze tegenkwamen en hun stemvolume bleef binnen de perken.

Toen ik nog kinderloos was, konden stellen met kinderen in restaurants niet op mijn sympathie rekenen. Zat je net romantisch in de ogen van je geliefde te staren, kieperde het buurjongetje van drie zijn Sinas om in jouw handtas, rende er een meisje rond je tafel met een snottebel die zo vanuit haar neus haar mond in droop en duwde dan ongevraagd een prop papier onder je neus met de mededeling “Kijk! Een dinosaurus!” Dan veegde ik het kind met een ferme armzwaai aan de kant, gaf ik de vuile blik aan de trotse ouders en werd ik dus getrakteerd op hun allervriendelijkste glimlach. Nu snap ik het pas.

Foto: daisy.images (cc)

Van die dingen | Borrelen

Vanaf vandaag schrijft Juliette Verheijen met scherpe pen elke donderdagmiddag over pijnlijke, grappige of ontroerende situaties die voor iedereen herkenbaar zijn. 

Ik kan het niet. Netwerkborrels, nieuwjaarsborrels, gelegenheidsborrels. Sta je daar alleen, met een glas in je hand ongemakkelijk te wezen, want je moet gaan integreren en praten over je werk. Ik ben niet voor niets gaan schrijven, ik schrijf makkelijker dan dat ik praat. Maar om iemand nou een A4-tje vol tekst in de handen te duwen, dat is ook zowat.

Bij binnenkomst duik ik direct een hoek in, liefst bij de bar. Eerst maar eens even scannen en de boel overzien. Hopelijk is er een bekende, iemand waar ik me dan ongegeneerd aan vast kan klampen. Diep in de ogen blijven kijken en maar vragen blijven stellen. Probeer dan maar eens weg te komen. Na vier alcoholische versnaperingen gaat het meestal wat beter. Maar toch, als iemand vraagt wat ik doe, komt er zo’n ongelooflijk onsamenhangend verhaal, dat je daarna weer vlotjes in je up aan de bar hangt. Doe nog maar een biertje dan.

Een ander verkoop ik als geen ander. Ik weet precies wat iemands werk zo goed maakt, ik kan in drie zinnen kernachtig vertellen wat de meest ingewikkelde functie inhoudt, maar wat ik nou zelf de hele tijd zit te doen achter mijn laptop… Zo ingewikkeld is het toch niet. Wel dus. Aan het eind van zo’n borrel hang ik half teut tegen de barman aan, precies waar ik niet voor was gekomen. Alle kaartjes nog steeds in de zak, geen kip ontmoet. Ik kan dingen.

Vorige