serie

Boeken

Sargassoredacteuren bespreken boeken in alle soorten en maten: van non-fictie tot kinderboek, van roman tot politieke essays.


Foto: Abhi Sharma (cc)

De Nederlandse Boekengids

dnbgNieuw is De Nederlandse Boekengids voor non-fictie, vanaf 2016 elke twee maanden verkrijgbaar. Die moet een breed, algemeen publiek de laatste wetenschappelijke en culturele inzichten bieden. Bij zo’n eminente brugfunctie kunnen grote woorden niet ontbreken.

Het boek vermag meer, op een andere manier, dan andere media. Als lezer zou je je daarvan wel bewust moeten zijn. Want dan kan DNBg zijn functie vervullen. Deze scheelt de lezer uren leestijd, want die is in staat een betere keuze uit het aanbod te maken. Hij hoeft zich niet langer door meters weerspannige academische schrifturen heen te worstelen. Hij heeft immers zijn gids bij de hand.

Als proeve is er een nulnummer uitgebracht. Daarin bij uitzondering ook twee interviews, afgenomen door de twee initiatiefnemers Merlijn Olnon en Esther Willis; gewoonlijk blijft het bij essayistische besprekingen, boekrubrieken en signalementen. Robbert Dijkgraaf geeft een aantal van zijn favoriete titels op. Hij maakt een kosmische vergelijking: van het universum kennen we 95 procent niet. Maar van de wereld direct om ons heen kennen we de werkelijke eigenschappen waarschijnlijk ook slechts voor 5 procent. Diepe vragen stellen over heel simpele dingen, dat is de kunst. “Wij stellen nog altijd dezelfde vragen”, concludeert hij dan ook.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Robots, aliens en popcorn

RECENSIE - robots-aliens-en-popcornWie deze zomer naar de bioscoop gaat, kan kiezen uit Antman, Jurassic World en Terminator Genisys.

De eerste film gaat over een superheld die dankzij zijn superpak zo klein is als een mier.

In Jurassic World zaait een zeer agressieve (want genetisch gemodificeerde) dino angst en paniek onder de bezoekers van het gelijknamige dino-pretpark.

En in de alweer vijfde Terminator-film stuurt een satanische machine, Skynet, de oude Terminator Schwarzenegger terug naar het verleden om Sarah, de moeder van verzetsleider John Connor te doden. Dit om te voorkomen dat deze tegenstander ooit zal bestaan. John hoort daarvan en stuurt zijn trouwe vriend Kyle Reese naar het verleden, om zijn moeder te beschermen. Maar die ontdekt bij aankomst tot zijn verbazing dat de Terminator haar ouders heeft vermoord, dat Sarah gered werd en nog leeft, en dat hij voorbestemd is de vader van zijn baas te worden.

Als u nu denkt ’typische Hollywood onzin’, dan moet u Robots, aliens en popcorn lezen. Want volgens George van Hal is dat helemaal zo gek nog niet.

Dat wil zeggen, reizen naar het verleden is een lastige klus waarvoor je een heleboel antimaterie nodig hebt, maar eenmaal daar kun je het verleden wel degelijk veranderen. Dat wil zeggen, door in het verleden in te grijpen schep je een parallel universum waarin de geschiedenis een andere draai neemt. Sterker, volgens Van Hal (en hij heeft de moderne natuurkunde aan zijn zijde) veroorzaakt élke keuze die we maken het ontstaan van een parallel universum. Wordt het muesli of een bruine boterham deze morgen? POP! Daar splitst de hele boel. Dat idee, daar maken de bedenkers van de vijfde Terminator gebruik van.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Diep in het zwarte gat van de Masters of the Universe

RECENSIE - Okto las het nieuwste boek van Joris Luyendijk over de financiële wereld, en werd er niet vrolijk van. Desondanks is het een boek dat u niet missen mag.

Jaren geleden hadden we Griekenland geadviseerd hoe het land met derivaten de eigen schuldenlast kon verbergen. Nu waren de rapen gaar en adviseerden we hedge funds hoe ze munt konden slaan uit de chaos in Griekenland. [..] Intussen probeerden onze zakenbankiers contracten binnen te halen bij Europese overheden om hen te adviseren hoe de rotzooi kon worden opgeruimd.

(Greg Smith, ex-bankier bij Goldman Sachs)

Het is een van de vele ten hemel schreiende uitspraken in het nieuwste boek van Joris Luyendijk, Dit kan niet waar zijn – onder bankiers. Het verhaal is waarschijnlijk wel bekend: in opdracht van The Guardian interviewde hij 200 bankiers werkzaam in de City, het financiële hart van Londen.

Nog tekenender dan bovenstaande uitspraak, was de reactie er op vanuit de financiële wereld. De sector reageerde opgelucht. “Nou en?” was de algemene toon, ook vanuit een groot deel van de financiële pers, “Het was toch allemaal volkomen legaal?” Not particularly revealing…, oordeelde de belangrijkste financieel journalist van de New York Times.

Totale implosie

Het is typerend voor de immuniteit van de sector. We weten het allang, maar er gebeurt niets. Sinds 2008 is er nog geen bankier vervolgd, terwijl de wereld door het oog van de naald is gegaan toen met de val van Lehman Brothers de financiële crisis begon. Bankiers gingen met pistolen onder hun kussens naar bed – waar ze geen oog dicht deden; velen sloegen voorraden in, uit angst dat al het betalingsverkeer compleet vast zou lopen en de bevolking scheel van de honger al relschoppend de straat op zou gaan. Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, deed later de uitspraak dat we enkele millimeters van een totale implosie hebben verkeerd.

Foto: Abhi Sharma (cc)

De Westermoskee

RECENSIE - Vorige week berichtte Het Parool dat er weer het nodige te doen is rond de bijna voltooide Westermoskee in Amsterdam.

Oorspronkelijk was de Westermoskee een project van Milli Görüş, maar in 2009 werden de initiatiefnemers uit de organisatie gezet. Sindsdien gingen zij hun eigen weg.

Door het wegvallen van de moederorganisatie, kregen de bouwers echter met liquiditeitsproblemen te kampen. Maar daar is nu een oplossing voor gevonden: Diyanet, het Turkse Presidium van Godsdienstzaken (een ‘concurrent’ van Milli Görüş) nam, zonder over de prijs te onderhandelen, voor 530.000 euro enkele winkelpanden en appartementen over van een stichting die via bestuurders en geldstromen is verknoopt met de Westermoskee.

Het gevolg: grote ruzie. Het Parool citeert een ingewijde die spreekt van ‘een bom’ onder de verhoudingen binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap.

Ruzie loopt overigens als een rode draad door de bouw van de moskee heen. Journalist Kemal Rijken schreef er een heel boek over: De Westermoskee en de geschiedenis van de Nederlandse godsdienstvrijheid.

Onderdeel van het probleem: Milli Görüş is een aartsconservatieve beweging, waarbij de ‘liberale’ tak zich in 1997 nog presenteert als ‘een soort SGP van de islam’. Maar voor veel afdelingen van Millî Görüş, inclusief het hoofdkwartier in Keulen, is dat al op het randje.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Mekka: het stinkende hart van de islam

RECENSIE - Aan het eind van zijn boek Mecca. The Sacred City, gaat Ziauddin Sardar wérkelijk los. Na ruim driehonderd pagina’s geschiedenis van Mekka, een verhaal vol oorlog, bloedvergieten, machtsstrijd en op gezette tijden een restauratie van de Grote Moskee, komt Sardar bij het huidige bewind, en spuwt hij zijn gal.

De geschiedenis van Mekka is heel interessant, maar ook wat eentonig. Mekka lag nu eenmaal altijd in het hart van de islamitische wereld, maar ook ver verwijderd van de wereldgeschiedenis. De strijd was altijd lokaal. Totdat de clan van de Saoedi’s aan de macht komt. Dan zijn we beland rond pagina driehonderd.

De Saoedi’s, afkomstig uit Centraal-Arabië, zijn aanhangers van de extreme sekte der wahhabieten. De Mekkanen wisten die fanatiekelingen een eeuw lang buiten de deur te houden, maar in 1924 was er geen houden meer aan. De eerste Saoedische heerser, Abdoel Aziz, veroverde de stad en zorgde ervoor dat in Mekka alleen nog maar de wahhabitische versie van de islam te horen was. De stad die toch al niet bekend stond als een intellectueel centrum, werd daarna in rap tempo nóg conservatiever en achterlijker.

Sardar betreurt het, maar het is in zijn ogen niet eens het ergste. In 1938 werd er olie ontdekt onder het Saoedische zand. De achterdochtige, bekrompen, arme Saoedi’s veranderden in achterdochtige, bekrompen miljardairs. En ze stortten een groot deel van hun geld in Mekkaanse bouwputten.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Johnny Ramone

RECENSIE - Ik schreef er een tijdje geleden al over, over de Amerikaanse band The Ramones, die in de jaren zeventig de rockmuziek terugvoerde naar haar wortels: geen eindeloze gitaarsolo’s, geen invloeden vanuit de blues, muzikale eenvoud, een rechttoe-rechtaan-presentatie en een volume waarmee je je ouders op de kast kon jagen. Rock ’n’ roll is in laatste instantie gewoon een vorm van alles-of-niets-heid, die in andere tijden Sturm und Drang zou zijn genoemd.

Dat kan beangstigend overkomen. De broer van Joey Ramone, Mickey Leigh, haalt in zijn boek I slept with Joey Ramone herinneringen op aan het leven van de zanger en vertelt hoe in de buurt waar ze opgroeiden, Forest Hills, in de jaren zestig verschillende bands speelden die grote indruk maakten. Eén daarvan heette The Tangerine Puppets en was waanzinnig populair, maar de kinderen werden gewaarschuwd voor een van de leden, Johnny Cummings. Ofwel Johnny Ramone, die in zijn autobiografie Commando zijn eigen visie geeft op – onder andere – die reputatie.

Hij windt er geen doekjes om. “For all the success, I carried around fury and intensity. I had an image, and that image was anger.” En dat was, volgens hemzelf, niet slechts imago. Weliswaar deed hij alsof hij kwaad was als hij wist dat zijn foto werd genomen, maar hij was werkelijk agressief en ontkent niet mensen te hebben geslagen: Malcolm McLaren bijvoorbeeld, die te lang naar Johnny’s vriendin staarde, en Joey Ramone, die eens te laat kwam voor een afspraak.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Islamisme als rancuneleer (2)

RECENSIE - Well, fuck me, Freddy! Dacht ik eindelijk een genuanceerde islamcriticus gevonden te hebben, blijkt hij als puntje bij paaltje komt óók gewoon van de Ayaan Hirsi Ali-school van er met de botte bijl op inhakken.

Aanbeland bij het hoofdstuk over de ‘Wortels van het fascisme in de islamitische geschiedenis’ lezen we eerst hoe het abrahamitisch monotheïsme absolute en blinde gehoorzaamheid eist. Hamed Abdel-Samad illustreert dat aan de hand van precies één verhaal: Abraham, die bereid is zijn eigen zoon te offeren, en juist daarom ook geprezen wordt. Door moslims wordt dit verhaal jaarlijks gevierd met het offerfeest.

In tegenstelling tot het polytheïsme verabsoluteert monotheïsme de waarheid tot één brandpunt (de ene, ware God), aan wie de mens absolute gehoorzaamheid verplicht is. Die God is bovendien intolerant: hij duldt geen andere goden naast zich en draagt de gelovigen op, de afgoderij uit te bannen.

Dit idee, dat er slechts één God is, die ons geschapen heeft, die alles bepaalt wat er met ons gebeurt, die ons vierentwintig uur per dag observeert, die onze gedachten en dromen kent, die ons leven met geboden en verboden controleert en ons bij tekortkomingen met helse kwellingen bestraft – dit idee is de oorsprong van de religieuze dictatuur, die zelf weer het voorbeeld voor alle andere dictaturen is.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Hardloper Huizenga

RECENSIE - Toen ik nog maar net geschiedenis studeerde, adviseerde een docent me om niet teveel te kijken naar de grote lijnen maar me ook te verdiepen in de details. Als voorbeeld noemde hij de herkomst van de koperen spijkers die werden gebruikt bij de bouw van VOC-schepen. Dertig jaar later weet ik nog steeds niet of het een verstandige raad was – of beter: ik heb ontdekt dat er veel te weinig syntheses zijn en veel te veel detailstudies. Je wordt echt niet vrolijk van een studie over akkerbouw in Romeins Portugal of een artikel over het bioscoopbezoek in Alkmaar (1912-1939).

Hardloper Huizenga

Dat neemt niet weg dat ik kan genieten van boeken over betrekkelijk “kleine” onderwerpen, zoals Job van Schaiks biografie van de Groningse hardloper Louwe Huizenga. Eigenlijk moet ik zeggen dat het een Drentse slager was, want ’s mans atletische successen duurden maar kort – van de zomer van 1915 tot het najaar van 1918 – en het grootste deel van zijn leven werkte hij in Ruinerwold, bij Meppel, waar hij een slagerswinkel had.

Het lijkt geen toeval dat Huizenga naar Drenthe verhuisde, want zijn carrière in Groningen was in feite mislukt. Niet door gebrek aan succes. Hij liep de sterren van de hemel en gaf bij elke gelegenheid de bekendste atleten van zijn tijd het nakijken. Niet zelden vernederde hij ze door bijvoorbeeld tijdens de wedstrijd te pauzeren om zijn schoenen te strikken, zich te laten inhalen, de achtervolging in te zetten en als eerste te eindigen. Regelmatig nodigde hij de muzikanten in het stadion uit een liedje te spelen, waarop hij op de maat van de muziek een deel van de race liep – en won. Een showman.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Islamisme als rancuneleer

Het fascisme is een soort “politieke religie”. Haar aanhangers geloven in het bezit van de absolute waarheid te zijn. Helemaal bovenaan in de hiërarchie staat de charismatische, onfeilbare Leider, die met een heilige opdracht uitgerust is, om de natie te verenigen en de vijanden te overwinnen. De fascistische ideologie vergiftigt haar aanhangers met ressentiment en haat, deelt de wereld in vriend en vijand in, en bedreigt tegenstanders met vergelding. Ze richt zich tegen de moderniteit, de Verlichting, het marxisme en de Joden en verheerlijkt militarisme en opofferingsgezindheid tot in de dood.

Al deze eigenschappen zijn eveneens van toepassing op het moderne islamisme, dat in de twintiger jaren van de afgelopen eeuw tegelijkertijd met het fascisme is ontstaan.

Aldus begint de Egyptisch-Duitse politicoloog Hamed Abdel-Samad de ontvouwing van zijn these dat de politieke islam in feite een vergelijkbaar verschijnsel is als het fascisme; en dat de totalitaire mindset die in het islamisme besloten ligt op een aantal punten terug te voeren valt op karaktertrekken van de islam zelf.

Renegaat

Abdel-Samad kan het weten: als zoon van een imam was hij voorbestemd in de voetsporen van zijn vader te volgen, en als student sloot hij zich aan bij de Moslimbroederschap. Gaandeweg zijn studies (Engels, Frans, Japans en politieke wetenschappen) raakte hij echter gedesillusioneerd. Abdel-Samad bekeerde zich tot het humanisme en ontwikkelde een kritische visie op de (politieke) islam.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Ottomanen en Europeanen

RECENSIE - De kloosterbibliotheken van middeleeuws Europa telden hooguit enkele honderden boeken. De overgrote meerderheid kwam niet boven de duizend. Tegelijkertijd lagen er in de bibliotheken van Cordoba, Cairo, Bagdad en Nishapur tienduizenden boeken.

Lewis

Het is een bekende vergelijking, al is ze niet helemaal eerlijk, want hoe machtig sommige abdijen ook waren, geen ervan had de middelen van een compleet kalifaat. Ik zou ook niet goed weten hoe Rome en Constantinopel, waar vele kleine en middelgrote bibliotheken samen één grote verzameling bezaten, passen in de vergelijking. De conclusie is echter wel eerlijk: zo rond het jaar 1000 lagen de grootste intellectuele centra van de mensheid in de islamitische wereld.

Niemand stelt de intellectuele voorsprong van de toenmalige moslims ter discussie. Ze hadden toegang tot oude Indische, Perzische, oosters-christelijke, Grieks-Romeinse en Arabische tradities; ze haalden er het beste uit naar voren; ze combineerden het; ze breidden het uit. De bloei was niet alleen cultureel, maar ook politiek. Zeker, westerse barbaren waren aan het einde van de elfde eeuw de keizer in Constantinopel te hulp geschoten en hadden in de Levant eigen staatjes gesticht, maar deze kruisvaarders waren binnen een eeuw uit Jeruzalem verdreven. De Mongoolse invallen waren schadelijker geweest, maar ook deze barbaren waren uiteindelijk geassimileerd. In de Late Middeleeuwen breidden de legers van de islam het gebied weer uit: de Ottomanen maakten van de Zwarte Zee een islamitische binnenzee en rukten op tot Wenen.

Het eerste millennium van de islam was een bloeiperiode, maar onmiddellijk daarna werd duidelijk dat de zaken niet goed zouden blijven gaan. De Ottomaanse troepen konden in 1683 Wenen niet nemen. Drie jaar later viel Boedapest. Een confederatie van christelijke mogendheden zette de tegenaanval in. In 1696 nam Peter de Grote Azov en in de winter van 1698/1699 tekenden de Ottomanen in Karlowitz een vredesverdrag met de westerse mogendheden: voor het eerst had een sultan een akkoord gesloten op voet van gelijkwaardigheid.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Anatomie van revoluties: over Vaclav Havel

RECENSIE - Doorgaans lees ik geen biografieën, maar het boek ‘Václav Havel, Een leven’ van van Michael Zantovsky is alleen maar aan te duiden als een topper, een ‘must-read’. Dat hangt samen met de kwaliteiten van de auteur, van het boek en van het object Havel. Ook de bijzondere geschiedenis van Havels Fluwelen Revolutie is een terugblik waard.

Schrijver Bruce Chatwin sprak ooit van een revolutie ‘met het gerucht van vallende bladeren’, maar het kan preciezer worden gezegd: het revolutionaire gerucht kwam van rammelende sleutelbossen, op het Wenceslausplein, nadat de menigte nu 25 jaar geleden door Havel was toegesproken.

Waarom is het jaar 1989 nog steeds fascinerend? Een hele generatie heeft de grauwheid niet meer meegemaakt, de angsten tijdens de Koude Oorlog niet meer gevoeld. De gedachte dat je onderdrukkende regimes met vakbondsacties, manifesten en rammelende sleutelbossen kon verdrijven, is voor die generatie niets bijzonders meer. Maar als je een keer bent afgeblaft door een Vopo, of de depressieve achterlijkheid van het arbeiders- en boerenparadijs hebt ervaren, weet je dat het uniek is dat het met zo weinig vechten en bloed kon veranderen.

Michael Zantovsky

Michael Zantovsky was vriend en medewerker van Havel tijdens zijn presidentschap. Bleef Havel te lang zitten? Had hij het gevoel onmisbaar te zijn toch gekregen, zoals veel normale machthebbers?

Foto: Abhi Sharma (cc)

Post-atheïst | Gilgameš

COLUMN - Uw ouders hebt u gezegd dat u kerstavond doorbrengt bij uw schoonfamilie, u hebt uw schoonouders wijsgemaakt dat u de feestdagen viert met uw eigen vader en moeder. Van uw kinderen hebt u geen last want die kijken naar Sissi, die junge Kaiserin, die ook dit jaar weer wordt herhaald. De traditionele bijlagen van uw krant bevatten traditioneel niets interessants en omdat u 2014 in real life hebt meegemaakt voelt u weinig voor het jaaroverzicht op TV. Kortom: u zoekt een goed boek.

Fragment van de tekst van het Gilgameš-epos (Museum van Hattusa)

Fragment van de tekst van het Gilgameš-epos (Museum van Hattusa)

Ik adviseer u Het epos van Gilgameš, het tweeëndertig eeuwen oude nationale gedicht van Babylonië. De beste vertaling is die van Herman Vanstiphout, omdat hij niet slechts de twaalf kleitabletten van de standaardtekst vertaalt, maar ook het oudere materiaal, en zo inzicht biedt in de groei van een van de meest overdonderende teksten uit de geschiedenis.

In de Oudheid en Middeleeuwen werd informatie vooral mondeling doorgegeven en dat geldt ook voor de sage van de oersterke koning van Uruk in zuidelijk Irak, die ergens in de zevenentwintigste eeuw v.Chr. moet hebben geregeerd. Zo rond 2000 v.Chr., eeuwen na zijn dood, circuleerden over hem al enkele verhalen, die zijn opgeschreven in het Sumerisch. De verhalen werden echter ook in andere talen verteld, en een Babylonische optekening vond plaats rond 1800.

Vorige Volgende