Demonstreren is niet hetzelfde als iemand in z’n gezicht schreeuwen
COLUMN - Na het eerste boerenbezoek aan de woning van minister Van der Wal liet Mark van den Oever van Farmers Defense Force zich interviewen door de Volkskrant. Op het hem geboden podium verkondigde hij dat boeren zeker door moeten gaan met het thuis opzoeken van politici en hun trillende kinderen. “Pussy’s zijn het” aldus Van den Oever. Een week later stonden er weer tractoren voor de deur van de minister. Dat dat niet kan dringt ondertussen in Den Haag wel door, maar waarom kan dat dan niet? Omdat het demonstratierecht niet voor tractoren geldt? Die boeren demonstreren toch gewoon? En dan ontaardt er weleens iets.
In die lijn van verdedigen zit een kleine misvatting over hoe we dat demonstratierecht zouden moeten opvatten. Die misvatting, die bij zowel links als rechts leeft, luidt: we hebben demonstratierecht en daarom mag iedereen overal demonstreren.
Gelukkig wordt die interpretatie van het demonstratierecht door de handhavers van de openbare orde niet gehuldigd. Dat wordt duidelijk zodra de ene demonstratie een andere demonstratie van tegenstanders uitlokt. Dan voelen burgemeester en het politiehoofd al snel nattigheid.
Stel, FvD kondigt een betoging aan. Baudet wil de moderne, drukke vrouw bevrijden van de stress die komt kijken bij het eventueel afbreken van een zwangerschap door abortussen niet meer toe te staan. Er wordt een tegendemonstratie aangekondigd. Een reactie van burgemeester en politie zal snel volgen. Beide demonstraties krijgen een andere plek toegewezen, zodat de demonstranten elkaar niet treffen en de politie de openbare orde kan handhaven.