Niet in de keuken, maar wel in de bediening. NSC, de PVV en rechtsstatelijke principes

column van Dr. Simon Otjes, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut. De centrale vraag in deze formatie is of de PVV rechtsstatelijke principes voldoende onderschrijft. Met name NSC had hierover grote twijfels. Via het rapport van informateur Plasterk laat de NSC-fractie weten: “Gelet op uitspraken in het verleden en standpunten in het verkiezingsprogramma van de PVV, is en blijft de rechtsstatelijke afstand [tussen het NSC en de PVV, SO] te groot voor deelname [van het NSC, SO] aan een meerderheidskabinet of een minderheidskabinet. De fractie is bereid om gedoogsteun te verlenen aan een minderheidskabinet [van PVV, BBB en VVD, SO]. In deze positie zit een grote tegenstrijdigheid. Dit is alsof je niet in een keuken met een kok wil samenwerken omdat je vreest dat hij gif in het eten gooit, maar tegelijkertijd wél in het restaurant dat eten wil serveren. Stel: je bent van mening dat de PVV te weinig op heeft met de rechtsstaat. Als je dat vindt, dat moet je niet willen dat de PVV bewindspersonen levert. Bewindspersonen hebben immers een hoge mate van autonomie om hun ambtenaren aan te sturen. Een recent verhaal van de NRC laat zien hoe minister Yesilgöz een apart team inzette om maatregelen te nemen tegen potentieel overlastgevende asielzoekers. Deze maatregelen zijn volgens Joep Lindeman, universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Utrecht, “rechtsstatelijk dubieus”. Het NSC geeft aan wél bewindspersonen van de PVV te willen gedogen. Deze bewindspersonen kunnen vervolgens buiten het oog van het parlement, de pers en het publiek maatregelen nemen die rechtsstatelijk dubieus zijn. Dat wil zeggen: wie bang is dat de kok het eten vergiftigt, zou die kok uit de keuken moeten weren. Stel nu dat je van mening bent dat de PVV op rechtsstatelijk vlak niet te vertrouwen is, maar dat de kabinetsdeelname van de PVV ook niet tegen te houden is. In dat geval is het logisch om juist wél bewindspersonen te leveren. Ministers en staatssecretarissen hebben een groot informatievoorsprong op andere actoren zoals de pers en het parlement. Daarom is het logisch om dat wanneer partij A partij B niet vertrouwt partij A juist bewindspersonen levert waar partij B ook bewinderspersonen levert. Deze bewindspersonen kunnen dan als een waakhond toezicht houden. In dit geval: Als een PVV-bewindspersoon over de schreef dreigt te gaan, dan kan zo’n waakhond blaffen om rechtsstatelijk dubieuze maatregelen te voorkomen. Wie bang is dat een kok de soep vergiftigt, zou naast die kok in de keuken moeten staan om te kijken wat hij in de pan gooit. Het NSC doet dat niet. Ze laten de informateur wel opschrijven dat “rechtsstatelijke houding en gedrag ook van groot belang zijn voor de bewindspersonen.” Maar deze woorden zijn hol als het NSC zelf net aangeeft dat het geen vertrouwen heeft in de rechtsstatelijke houding van de PVV en de mogelijkheid om echt controle uit te oefenen over het gedrag van PVV-bewindspersonen opgeeft.

Closing Time | Solsbury Hill

Vandaag is de 74e verjaardag van Peter Gabriel. Solsbury Hill was zijn eerste sololiedje na het vertrek uit Genesis.

Het lied bezingt een spirituele ervaring die hij ondervond bij een wandeling over Solsbury Hill, waardoor hij besefte dat je soms dingen los moet laten om weer vrij in het leven te kunnen staan.

 

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Wilders heeft geen partij

COLUMN - Wat mij in toenemende mate ergert is dat de media Wilders en zijn fractie blijven behandelen als een politieke partij. Al jarenlang vangen journalisten bot bij de vertegenwoordigers van de groep die zich PVV noemt. Al jarenlang is het: ‘niet bereikbaar voor commentaar‘. Wilders zelf beperkt zich hoofzakelijk tot oneliners via X/Twitter. Voor de rest is de PVV een gesloten bolwerk. Kun je dan nog wel spreken van een politieke partij?

Politieke partijen zijn formaties waarin mensen zich verenigen die een gezamenlijke visie hebben over hoe het land bestuurd moet worden. Daarvoor selecteren ze afgevaardigden die wij als kiezers kunnen selecteren als die visie ons aanstaat. Eenmaal gekozen mogen we dan als kiezers verwachten dat zij zich tegenover ons verantwoorden over de keuzes die ze maken. Openheid is een onmisbare voorwaarde voor het functioneren van een democratie.

Wilders is met 36 anderen gekozen zonder partij en heeft lak aan openheid. Hij zit in de Kamer als directeur-aandeelhouder van een club mensen die voor hem werken en tegenover de pers hun mond moeten houden. Niemand krijgt inzicht in wat zich binnen die club afspeelt. Er zijn geen leden, geen congressen, geen kandidaatstellingsprocedures, er is geen jeugdafdeling en er zijn geen afdelingen in land, waar leden bijeen kunnen komen om de partijpolitiek te bespreken. De financiën van Wilders’ ondernemening zijn niet openbaar. Hij krijgt geen subsidie zoals ledenpartijen die krijgen. Of hij door Poetin of door Trump wordt gefinancierd zullen we nooit weten. Waarom wordt er in de media dan nog steeds gesproken over ‘partij’, ‘partijleider’, het ‘partijprogramma’ etc.? Waarom pikken de partijen die wel openheid van zaken geven dit in vredesnaam? Waarom maken ze geen punt van het ondemocratische karakter van de PVV? In de eerste ronde van de formatiegesprekken zou Wilders garanties moeten geven voor het handhaven van de democratische rechtsstaat. In het verslag van informateur Plasterk is over de rol van politieke partijen in de democratie niets te vinden. Bij punt 7 staat onder andere:

Foto: Tierra Mallorca on Unsplash.

De wooncrisis is een crisis over ongelijkheid

De huurprijzen stijgen in rap tempo, een koophuis raakt voor starters zonder vermogende ouders steeds verder uit zicht en ondertussen wordt er te weinig gebouwd. Er is een wooncrisis. Hoe kon het zo ver komen? En is er een weg uit deze crisis?

Hoe kan het toch dat we in ons welvarende Nederland een wooncrisis hebben? We hebben als land een expertise in stedenbouw en volkshuisvesting, en arm is Nederland ook niet. Toch is er een schrijnend tekort aan betaalbare koop- en huurwoningen. Wat is er aan de hand? Samen met econoom drs. Rens van Tilburg (UU), volkshuisvestingdeskundige prof. Marja Elsinga (TU Delft) en sociaal geograaf dr. Wouter van Gent (UvA) gingen we hierover in gesprek. En, misschien wel belangrijker, onderzochten we wat de oplossingen zouden kunnen zijn.

De woningmarkt als vrije markt

In 1989 kwam het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met een rapport genaamd ‘Ontwerp nota volkshuisvesting in de jaren negentig’. Een omslag in ons woningbeleid, vertelt Elsinga: “Dit was het begin van de ambitie om de woningmarkt te verbeteren en het startpunt voor allerlei maatregelen voor verzelfstandiging en deregulering.” Het idee hierachter was dat een optimale markt optimale welvaart zou opleveren, maar daar is weinig van terecht gekomen. “De woningmarkt is namelijk geen perfecte markt. Er is niet een keuze om uit de markt te stappen als deze ongunstig is voor jou. Iedereen heeft een huis nodig,” benadrukt Elsinga.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Herinnert u zich deze nog?

Uit Kunst op Zondag 3 februari 2019: iemand liet iets in elkaar storten en dat kreeg applaus….

Prachtig? Prachtig!

Het is natuurlijk even intrigerend als spectaculair dat hij al die moeite met één enkele trap in elkaar laat donderen. Maar het oeuvre van Aeneas Wilder omvat meer dan dat. Bij sommige van zijn constructies vraag je je af wanneer het vanzelf in elkaar stort.

Meer dus in de herhaling en hier.

Vraag aan alle curatoren in Nederland: wanneer krijgen we Aeneas Wilder en zijn werk weer eens hier te zien?

Marcus Aurelius (1): keizer tegen wil en dank

De worsteling van de stoïcijn met zijn eigen negatieve emoties zien we vooral terugkomen in het geschrift van keizer Marcus Aurelius, die in de tweede eeuw van onze jaartelling leefde. Het enige boek dat hij schreef, Meditaties of Overpeinzingen, was aan zichzelf gericht, als een stoïcijnse oefening. Het was waarschijnlijk nooit zijn bedoeling dat iemand het zou uitgeven. Maar het geldt als een literair meesterwerk, en een van de belangrijkste laat-stoïcijnse geschriften.

Bij het lezen ervan krijgen we de indruk dat Marcus Aurelius tegen wil en dank keizer is geworden. Hij lijkt het vervullen van zijn functie te ervaren als een loden last. Vooral de kunst om iedereen rechtvaardig tegemoet te treden ziet hij als een hele opgave. De onderlinge ruzies en machtsstrijd van de mensen aan het hof en tussen de volkeren onderling vielen hem duidelijk zwaar.

Relativering

Marcus Aurelius gebruikt de stoïcijnse filosofie om zijn moeilijkheden te lijf te gaan, en om ze te relativeren. Om afstand te nemen van zijn bestaan als keizer, herhaalt hij keer op keer dat alle menselijke emoties vergeefs zijn, omdat alle mensen uiteindelijk vergaan, terwijl ze tegelijkertijd deel uitmaken van iets dat onnoemelijk veel groter is dan zijzelf. Zoveel groter, dat al die wissewasjes uiteindelijk helemaal niet belangrijk zijn.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Closing Time | Gabriel Mayers

Gabriel Mayers staat soms op het podium, dan weer in de metrostations van New York.

Maar, zo zegt hij: “A busker must concentrate on his aim, which is the delight of the crowd through the fullnesss of their expression.”

Vorige Volgende