Het alweer achtste blogje in de reeks over de Europese canon is gewijd aan de eerste helft negentiende eeuw: de contouren van onze eigen cultuur en eigen tijd worden zichtbaar.
De meter
Periode: 1795
Alternatieven: Allgemeines Landrecht, Meridiaan van Parijs
Ik eindigde mijn voorvorige blogje met de Verlichting en mijn vorige blogje met de revoluties die Frankrijk en de rest van Europa ondersteboven kantelden. In de decennia rond 1800 werden allerlei verlichte denkbeelden geïntroduceerd. In Pruisen werd bijvoorbeeld het recht gesystematiseerd – het Allgemeines Landrecht, later gevolgd door soortgelijke codificaties elders in Europa.
Er waren allerlei van dit soort rationalisaties. Op voorstel van De Condorcet (die van het Esquisse waarover ik vaker heb geblogd) introduceerde de Académie des sciences bijvoorbeeld ons decimale stelsel van afstandsmaten, variërend van de millimeter tot en met de kilometer. De liter (een kubieke decimeter) en de kilogram (de massa van een kubieke decimeter water) zijn daarvan afgeleid. De basis van dit stelsel om de wereld te beschrijven was de meter, het “tienmiljoenste deel van de helft van de lengte van een meridiaan”. Die vervolgens moest worden opgemeten. Dat was de aanleiding voor het vastleggen van de Meridiaan van Parijs.
Niet elke poging tot rationalisering is gelukt. De dag van tien uren van elk honderd minuten van honderd seconden is ons genadiglijk bespaard gebleven, maar het internationale SI-stelsel maakt communicatie een stuk eenvoudiger.