Zoekresultaten voor

'goed volk'

Foto: Jos @ FPS-Groningen (cc)

Nieuwe lokale democratie: goedbedoeld maar ondoordacht

OPINIE - Drie jaar lang stimuleerden het ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG lokale proeven met participatief bestuur. Onlangs riep het projectteam gemeenten op hun democratie nu echt flink te gaan ‘verfrissen’. Riskant, vinden Solke Munneke en Annemarie Kok: de experimenten getuigen van een naïeve democratie-opvatting.

Op 21 maart 2018 vinden niet alleen in een groot deel van Nederland de gemeenteraadsverkiezingen plaats maar komt er ook een einde aan het project Democratic Challenge, bedoeld om de lokale democratie te vernieuwen. In het kader van dit project van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn de afgelopen drie jaar in tientallen plaatsen proeven gedaan met alternatief openbaar bestuur. De achterliggende gedachte is dat bestuur en burger dichter bij elkaar moeten worden gebracht.

Zo worden begrotingskeuzes en andere beslissingen steeds vaker (mede) overgelaten aan een buurtraad of burgerpanel, al dan niet samengesteld door middel van loting. Uitgebreide meepraat-sessies aan het begin van planvorming zijn eveneens in de mode. Denk aan ‘burgertoppen’ en digitale platforms. Ook het laten meedoen van burgers aan de controle van het lokaal bestuur is hier en daar uitgeprobeerd.

‘Voorhoede-gemeenten’

Gedurende de experimenteerperiode heeft het Democratic Challenge-team zich sterk gemaakt voor al deze inkleuringen van wat ‘participatieve democratie’ wordt genoemd. Plaatsen die op dit vlak bovengemiddeld actief zijn ontvingen de eretitel ‘voorhoede-gemeente’, men gaf workshops in gemeentehuizen, organiseerde landelijke bijeenkomsten en maakte op een website en per nieuwsbrief enthousiast melding van ieder ‘vernieuwend’ incident.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Volkskrant verspreidt nepnieuws over Wilders en Baudet

ANALYSE - Het kan geen kwaad als kranten af en toe hun eigen koppen aan factchecks onderwerpen. De Volkskrant  kopte “De nieuwrechtse toekomst is niet langer aan Wilders, maar aan Baudet” maar vergat dat aan een grondige factcheck te onderwerpen. Een analyse van Matthijs Rooduijn op Stuk Rood Vlees.

Vorige maand kreeg de Volkskrant flink wat kritiek te verduren. Aanleiding voor de ophef was een uitgebreid interview met Thierry Baudet, de voorman van Forum voor Democratie (FvD). Het interview zou kritiekloos zijn geweest en bovendien Baudet een podium hebben geboden dat hij, op basis van het aantal Tweede Kamerzetels waarover zijn partij beschikt, niet verdiende.

De ombudsman van de krant, Jean-Pierre Geelen, schreef twee weken later een genuanceerde reactie op het interview en alle ophef die was ontstaan. Aandacht voor een politicus in de krant is niet automatisch ook een steunbetuiging voor die politicus, aldus Geelen, maar verwarring die daarover kan ontstaan is wel een gevaar waar de krant zich goed van bewust moet zijn.

Je zou verwachten dat de Volkskrant hier lering uit heeft getrokken. Niets is echter minder waar.

Op 21 januari publiceerde de krant een artikel met als titel “De nieuwrechtse toekomst is niet langer aan Wilders, maar aan Baudet”. Over de inhoud van het stuk wil ik het hier niet hebben, daar mag iedereen zelf over oordelen. Het gaat me puur en alleen over de elf titelwoorden.

Foto: Surija / "Sray" (cc)

NRC, Volkskrant, Bolkestein en ontwikkelingssamenwerking

OPINIE - Als Frits Bolkestein een stukje naar de Volkskrant of het NRC stuurt over ontwikkelingssamenwerking, wordt het direct geplaatst. Een antwoord daarop publiceren is meestal veel moeilijker, constateert Paul Hoebink op Vice Versa.

Het begint eigenlijk wel een vast patroon te worden: Frits Bolkestein, oud-VVD leider en voormalig Europees Commissaris produceert een opinieartikel over ontwikkelingssamenwerking en dat wordt met grote graagte ontvangen door de opinie-redacties van NRC-Handelsblad of de Volkskrant. Het maakt eigenlijk niet uit wat hij beweert, het wordt gepubliceerd.

De tweede helft van dat patroon is dat slechts in een enkel geval een weerwoord wordt toegelaten. Dat is eigenlijk, eerlijk gezegd, niet eens zozeer teleurstellend, maar vooral beschamend voor deze kranten. Zij plaatsen voor de zoveelste maal een onzinnig verhaal van Bolkestein en dan laten ze niet eens een weerwoord daarop toe. Blijkbaar hebben bepaalde mensen, zoals Bolkestein, het voorrecht om over enkele onderwerpen grote onzin te verspreiden zonder dat die weersproken kunnen en mogen worden.

Bij Bolkestein gebeurt dit al vijfentwintig jaar over ontwikkelingssamenwerking, sinds hij in 1992 een opinieartikel over schuldverlichting van ontwikkelingslanden schreef. Misschien is het kenmerkend voor het bedenkelijk lage niveau van kennis bij onze nationale pers over ontwikkelingssamenwerking. Anders kan ik het niet verklaren.

Op donderdag 13 januari produceerde Bolkestein op de opiniepagina’s van het NRC een artikel onder de kop “Immigratie afremmen kan maar op één manier” met als conclusie dat de Nederlandse regering “een substantieel deel van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking  (zou) moeten besteden aan het verstrekken en populariseren van de pil”. Hij meende dat de bevolkingsgroei in Afrika voor een nog grotere migratiestroom richting Europa zou zorgen en dat deze anders niet tegen te houden was. Ik schreef daarop het volgende, niet geplaatste (omdat “andere stukken urgenter waren”) opinie-artikel.

De slechtste voorspellers

Er is een mooie cartoon waarin twee heren in stofjas bij een raket staan met daarop de woorden ‘Population Bomb’ en zij constateren: “Hij is niet ontploft”. Het is het juiste antwoord op Paul Ehrlich’s alarmistische boek The Population Bomb uit 1968 over de te verwachten bevolkingsexplosie. Demografen zijn, met economen, sinds Malthus de slechtste voorspellers gebleken. De demografische transitie, het moment waarop veel vrouwen minder kinderen gaan krijgen, had zich in veel ontwikkelingslanden voltrokken en had de bevolkingsbom ontmanteld. Dit soms gedwongen, vaak door de beschikbaarstelling van kennis en voorbehoedsmiddelen, en altijd door gestegen welvaart en het gestegen opleidingsniveau van vrouwen. In tegenstelling tot wat Bolkestein suggereert in zijn opinieartikel is die demografische transitie zich ook in Sub-Sahara Afrika aan het voltrekken. Natuurlijk is in de meest achtergebleven gebieden de vruchtbaarheid nog zeer hoog, maar in de meer ontwikkelde Afrikaanse landen en de Afrikaanse steden ligt hij al op het niveau van Europa of de Verenigde Staten.

Het verband tussen bevolkingsgroei, migratie, ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking is complex en telt verschillende lagen. Bovendien kunnen die verbanden per land verschillend zijn: ontwikkeling kan migratie bevorderen, maar juist ook de push-factoren verminderen; de hoogte van overmakingen van migranten (remittances) zouden Afrikaanse regeringen ertoe kunnen verleiden om weinig te ondernemen om illegale migratie tegen te houden, maar in veel Afrikaanse landen komt er aan ontwikkelingshulp veel meer binnen en is men dus gebaat bij goede verhoudingen met Europa. Het is dus niet in het belang van het ontwikkelen van een realistisch ontwikkelingsbeleid om met simpele slogans – “Stuur er maar anticonceptiepillen naar toe”- een oplossing te suggereren.

Hoog in het vaandel staan

De Europese Unie heeft het tegenhouden van asielzoekers en migranten al vanaf 1995, vanaf de oprichting van het Mediterrane programma, hoog in haar vaandel staan. Vanaf 2004 was er 450 miljoen euro beschikbaar om met programma’s voor jongeren de jeugdwerkeloosheid aan te pakken, onder andere via scholing. De resultaten van dat programma zijn mij, ik heb er flink naar gespeurd, onbekend. Nu heeft de Commissie geld gepikt uit de potjes voor ontwikkelingssamenwerking voor samenwerking met landen als Libië en Niger, vooral gericht op het tegenhouden van migranten. Dat lijkt op dit moment meer succesvol, maar is vooral repressief en dus zeker geen oplossing voor de lange termijn. Jeugdwerkeloosheid, zelfs in meer ontwikkelde landen zoals de laatste dagen blijkt in Tunesië en Iran, zal zeker ook voor landen in Sub-Sahara Afrika de komende jaren nog een groot sociaal én politiek probleem zijn.

Nederland heeft sinds kort een regeringsprogramma, dat wat betreft ontwikkelingssamenwerking, laat ik het voorzichtig stellen, het meest curieuze ooit is. Het woord migratie komt er 29 keer in voor, het woord migrant 11 keer en het woord asielzoeker 15 keer. Het hoeft geen betoog dat de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nu voor de eerste keer in het teken staat van migratie. Opvallend is dan, ten eerste, dat in de analyse (illegale) migratie en de vluchtelingenproblematiek niet uit elkaar worden gehaald. Dat is voor een helder zicht op de problematiek zeer noodzakelijk. Er wordt, ten tweede, niet ingegaan op ervaringen met programma’s om migratie tegen te gaan. Tenslotte worden drie landen tot ‘focus-landen’ (Jordanië, Libanon en, nota bene, Irak) gepromoveerd, waarmee niet alleen na vijftig jaar het belangrijkste criterium, de mate van armoede, om concentratielanden van de Nederlandse hulp te selecteren wordt losgelaten, maar waarbij bovendien volstrekt onduidelijk is wat we daar met ontwikkelingshulp kunnen doen.

Paradoxaal

Het is eigenlijk heel paradoxaal dat conservatieven die zich keren tegen ontwikkelingshulp, zoals Bolkestein sinds 1992, zo gauw zich een probleem voordoet in ontwikkelingslanden, er hulp naartoe willen gooien. Onze premier stelde in een van de verkiezingsdebatten dat hij uiterst ongelukkig was met wat de Nederlandse ontwikkelingshulp in de afgelopen decennia had opgeleverd, maar denkt blijkbaar wel, zie het regeerakkoord, dat Nederlandse hulp een bijdrage kan leveren aan het stoppen van migratie. In de, voor de eerste keer uiterst kritische, Peer Review van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid van het Development Assistance Committee, dat vorig jaar uitkwam en geen aandacht kreeg in regeerakkoord en Kamer, werd gesteld dat nog maar 10% van de Nederlandse direct aan ontwikkelingslanden werd uitgekeerd. Het overgrote deel van de Nederlandse hulp, de post op de begroting waarop het meest bezuinigd is, wordt besteed via internationale organisaties, via particuliere ontwikkelingsorganisaties en ons-kent-ons clubjes. Met die dubbeltjes en stuivers moet Nederland dan een bijdrage gaan leveren om illegale migratie te stoppen?

Als Bolkestein daadwerkelijk migranten wil tegenhouden, moet hij dus niet pleiten voor het sturen van de pil, maar voor een substantiële verhoging van de hulpbegroting. Inderdaad, minister Ploumen heeft fors moeten bezuinigen op de gezondheidszorg­programma’s voor vrouwen en kinderen in de partnerlanden. Dan zou je het inderdaad hypocriet kunnen noemen als minister Ploumen op Trumps bezuinigingen op reproductieve gezondheidszorgprogramma’s, reageert met het oprichten van She Decides met een schamele Nederlandse bijdrage van 15 miljoen euro (en niet 3 miljoen, zoals Bolkestein schrijft). Spinnen is in de afgelopen regeerperiode een belangrijke kwaliteit van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid geworden. Het grote probleem is dat dat het zicht op wat er daadwerkelijk gebeurt en op wat nieuw en goed beleid zou moeten zijn stevig hindert.

Paul Hoebink is Emeritus-Hoogleraar Ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit, thans docent bij de Master in Sustainable Development Management aan de Rhein-Waal Hochschule in Kleve. Volg hem op twitter : @hoebink_paul

[overgenomen van Vice Versa]
Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Alfamannetjes tegen de omvolking gezocht

COLUMN - Waar komt de huidige obsessie in kringen van de alt-right/alt-light met ‘cultuurmarxisme’ toch vandaan? En waarom lijken types die zich aftobben over de nefaste invloed ervan op de Westerse beschaving, steevast óók wakker te liggen over de invloed van het feminisme en de teloorgang van masculiniteit onder blanke mannen enerzijds, en de instroom van honderdduizenden viriele, jonge, gekleurde mannen anderzijds?

In een hilarische video, gewijd aan de Zweedse bodybuilder, zelfverklaarde ‘profeet van Odin’ en populaire neonazi youtuber ‘The Golden One’ ontmantelt Natalie Parrot (aka ContraPoints) hoe dergelijke racistische en seksistische reflexen samenhangen, en legt terloops bloot hoezeer dit wit-supremacistische gedachtegoed doorsijpelt op rechts.

Alt-rechts in Nederland

Want die Arische wannabe-viking hierboven staat beslist niet op zichzelf.

Onlangs verscheen Levenslust en Doodsdrift van Sid Lukkassen, die wel een van de intellectuele ideologen van de Nederlandse alt-right genoemd mag worden. Ook Lukassen tobt zich alle dagen af over de nefaste invloed van het cultuurmarxisme, en waarom mannen niet langer ‘echte mannen’ en vrouwen niet langer ‘echte vrouwen’ zijn.

Onze ‘seksmarxist’, zoals NRC-recensent Sjoerd de Jong hem onlangs betitelde, lijkt nogal onzeker over zijn eigen viriliteit, en in plaats bij zichzelf te rade te gaan waarom hij zo weinig seksueel succes bij de vrouwen heeft, geeft hij allerlei verborgen krachten als ‘feminisme’ en ‘marxisme’ de schuld.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een taal van God, een taal van het volk en een taal van de elite

RECENSIE - Wat is een taal? Is het vooral een woordenboek en een grammatica – iets dat je kunt opsluiten in een bandje? Of is het vooral iets dat behoort tot een taalgemeenschap? En wie kan het ’t best voor het zeggen hebben in een taal? Het ongeorganiseerde zootje sprekers van die taal, of liever taalwetenschappers en andere deskundigen?

De geschiedenis heeft een experiment gedaan om de antwoorden op die vraag te vinden, laat de Spaanse socioloog Roberto Garvía zien in zijn nieuwe boek Esperanto and Its Rivals. Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kwamen er een taalbewegingen op die pleitten voor kunstmatige internationale hulptalen. De drie grootste van die bewegingen – de voorstanders van respectievelijk het Volapük, het Esperanto en het Ido – hadden heel verschillende ideeën over wat een taal eigenlijk was en wat de functie ervan zou zijn. Uit het verloop van die strijd kunnen we veel afleiden van hoe een taal werkt, hoe we een taal kunnen maken en beïnvloeden, en wie de baas is van de taal.

Wereldvrede

Het Volapük was de eerste. Deze taal was in 1880 gecreëerd door de Zuid-Duitse Rooms-katholieke priester Johann Martin Schleyer, die naar eigen zeggen op een nacht ineens een revelatie kreeg en de hele taal voor zich zag. Nadat hij zijn openbaring had opgeschreven, kreeg hij binnen korte tijd een betrekkelijk grote aanhang: het idee van een internationale taal hing kennelijk in de lucht, en er waren ook al eerdere pogingen geweest, zoals het Solresol, een taal die gemaakt was op basis van alleen de namen van de zeven muzieknoten (do, re, mi, fa, sol, la en si).

Foto: World's Direction (cc)

Geen enkele bevolkingsgroep krijgt genoeg kinderen

DATA - Er schijnt nogal wat discussie te zijn over een onderzoek waaruit blijkt dat in Europa bepaalde religies groeien en andere krimpen, puur op basis van geboorteoverschot (aantal sterfgevallen minus aantal levendgeborenen).
Dat daarbij niet genoemd wordt dat de “traditionele” bevolking al meer vergrijst is dan de recent geïmmigreerde is een beetje jammer.

Maar wat ook niet goed naar voren komt is dat in veel landen er, ongeacht religie of herkomst, niet genoeg kinderen meer geboren worden om op lange termijn de populatie in stand te houden. Ook in Nederland niet. Om een bevolkingsevenwicht te krijgen is een kindertal van 2,1 per vrouw nodig.
Hier de ontwikkeling van de cijfers voor Nederland tot en met 2016:


Kan natuurlijk nog even duren voor dit effect helemaal zichtbaar wordt.

Interessant is het ook, in het licht van het eerder genoemde onderzoek, om te kijken naar de drie grootste niet-westerse groepen in Nederland. Hier de uitsplitsing:

De stijging zit dus vooral bij de van oorsprong Turkse allochtonen. Hiervoor is niet een duidelijke verklaring te geven.

Dit alles natuurlijk los van de vraag hoe religievast een volgende generatie is.

Foto: suasso (cc)

Micha Kat vs De Volkskrant

COLUMN - Micha Kat is classicus en aangezien ik oudhistoricus ben, moeten we gemeenschappelijke kennissen hebben. Ik weet niet wie, want er is niemand die zich erop laat voorstaan met Kat bevriend te zijn. Jammer, want ook al wordt hij momenteel sterk geassocieerd met complottheorieën en aluhoedjes, hij heeft ook poëzie van de Romeinse dichter Ovidius vertaald en moet ooit veelbelovend zijn geweest.

Ergens is er echter iets verkeerd gegaan. Hij begon steeds vreemdere ideeën uit te dragen, die hem enkele keren voor de rechter brachten. De aan hem gewijde pagina op de Wikipedia is een catalogus van juridische conflicten, waaruit blijkt dat hij aanvankelijk alleen mensen aan het woord liet die de grenzen van het betamelijke overschreden maar later ook zelf te ver ging. Taakstraffen, dwangsommen, een gebiedsverbod, gevangenisstraffen: het is een deprimerend lijstje. Kat won overigens een door het NRC Handelsblad aangespannen zaak, maar of hij daarmee blij was, staat te bezien, aangezien de rechter oordeelde dat Kats uitlatingen niet serieus genomen konden worden.

En nu is het weer raak: de rechter heeft geoordeeld dat Kat niet moet zeuren als hij wordt weggezet als gek. Dat was onlangs gebeurd in De Volkskrant, waarin Marcel Hulspas (die niet alleen voor De Volkskrant schrijft maar ook voor Sargasso) een recensie had geschreven van het boek Complotdenkers van Maarten Reijnders. In zijn samenvatting van dit boek noemde Hulspas Kat een “kletskous”, een “gekkie” (2x) en “de ongekroonde koning van dit gekkenhuis”. Publicatie van deze bespreking leverde De Volkskrant dus een rechtszaak op, waarin Kat rectificatie eiste.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De Kroonboekenclub | De goede lezer, van Damon Young

COLUMN - Word je van lezen een beter mens? Het wordt tijd dat er eens een antwoord op die vraag komt, en dat antwoord luidt: jazeker! Te lang hebben de lezers zich bescheiden opgesteld omdat er ooit, ergens, een kampcommandant een gedicht van Rilke las als hij thuis kwam van zijn werk.

We houden daar mee op, in deze tijd dat ongeletterden in Nederland fractievoorzitter van de grootste fractie in het parlement kunnen zijn, en in het buitenland president van het sterkste land ter wereld. Nu de barbaren zijn gekomen, wordt het tijd om te zeggen hoe het zit. Om het goede leven te leiden moet je voortdurend en je leven lang boeken lezen – serieuze boeken, en je moet goed lezen.

Ik vond het boek De goede lezer van Damon Young aanvankelijk wat verwarrend. Hij begint in de eerste bladzijden meteen allerlei boeken naar je toe te gooien, zonder duidelijk te maken wat hij daar nu eigenlijk mee wil.

Duidelijke orde

Maar het loont om even vol te maken, want al snel wordt volkomen wat hij duidelijk wil. Young staat een deugdenfilosofie voor – een visie waarin het doel van het leven is om een zo goed mogelijk mens te zijn – en hij wil laten zien dat je veel deugden het best kunt ontwikkelen en trainen door goed te lezen.

Foto: Kennisland (cc)

In de ban van goed en fout

RECENSIE - Opstootjes? Bedreiging van een Kamerlid? Het kon het kabinet en de Tweede Kamer niet veel schelen. Eigenlijk vonden ze het wel prima dat gewelddadige krakers de vergaderingen van de Centrumdemocraten verstoorden.

Partijleider Hans Janmaat probeerde verschillende malen de aandacht te vestigen op het feit dat de democratische rechten van zijn partij in het geding waren, maar kreeg keer op keer nauwelijks bijval.

Na de bestorming van een partijvergadering in hotel Krasnapolsky in 1982 vroeg hij minister Rietkerk van Binnenlandse Zaken wat de regering daarvan vond. Rietkerk kwam niet verder dan dat Janmaat maar naar de rechter moest stappen.

Vergoelijking

Toen het twee jaar later nog meer uit de hand liep in het Brabantse Boekel, waren Kamerleden bereid om geweld te veroordelen maar vonden ze het toch vooral een geval van ‘eigen schild dikke bult’. Kamerlid Fred van der Spek van de PSP (de eerste P stond voor ‘pacifistisch’) liet weten dat er in Boekel “ernstige dingen” waren gebeurd, maar: “de ergste daarvan is naar mijn mening dat er een congres is gehouden van de Centrumpartij. Ruimer gesteld: dat er zo’n partij bestaat.” Het geweld was met andere woorden te billijken.

De houding van de politiek zal de krakers zeker gesteund hebben in hun ‘strijd’ tegen de CD. Weer twee jaar later vielen er bijna doden toen krakers uit Amsterdam een partijbijeenkomst in Kedichem overvielen. Dit keer hadden ze een brandbom bij zich. Het hotel ging in vlammen op; partijleden sloegen in paniek op de vlucht en Wil Schuurman, de partner van Janmaat, moest met zware verwondingen worden afgevoerd. Janmaat, inmiddels wijs geworden, heeft er geen debat over aangevraagd. Hij had genoeg krokodillentranen gezien.

Foto: Bas Bogers (cc)

Ik ben een volksvijand – en u straks ook

ANALYSE - Als we Geert Wilders op zijn woord mogen geloven, ben ik een vijand van het goede Nederlandse volk – en u straks ook.

Geert Wilders afgelopen week tegen de rechters voor wie hij terecht stond wegens groepsbelediging, aanzetten tot haat en discriminatie:

U vonnist over miljoenen. Spreek mij vrij. Spreek ons vrij.

Wij zullen winnen. Het Nederlandse volk zal winnen. En zal zich goed herinneren wie aan de goede kant van de geschiedenis stond.

Die laatste zin omvat een duidelijk dreigement van Wilders aan zijn rechters: ‘Spreek me vrij of het volk zal weten wie jullie zijn.’

Hiermee wordt tegelijkertijd duidelijk gemaakt dat zijn rechters vooralsnog niet tot het goede volk, maar tot de kwaadaardige elite behoren – het gebruikelijke frame van de populist.

Consequenties

Maar wat betekent het concreet als je niet tot ‘het goede volk’ behoort?

Dat wordt duidelijk uit deze tweet die Wilders een dag eerder de wereld in stuurde, naar aanleiding van het nieuws dat Sylvana Simons zodanig werd bedreigd dat ze beveiliging behoefde:

Het allerbeste zou natuurlijk zijn als Mw Simons tegen zichzelf in bescherming wordt genomen en DENK wordt opgeheven.

Hoewel de (begrijpelijke) verwijten van hypocrisie niet van de lucht waren, is daarvan in dit geval, meen ik, geen sprake.

Foto: Verloren Oudheid

Verloren Oudheid – Waarom vernietigt IS cultureel erfgoed?

COLUMN - Op 13 november werd de archeologische site Nimrud door Iraakse regeringstroepen bevrijd. Hiermee heeft Nimrud de twijfelachtige eer de eerste plaats in Irak te zijn waar de door IS aangerichte schade nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zoals al werd gevreesd zijn de zichtbare overblijfselen van het indrukwekkende noordwestelijke paleis van Ashurnasirpal II grotendeels verwoest. Nog schokkender is de systematische sloop van de ziggurat (tempeltoren). Oorspronkelijk was deze 61 meter hoog en tot voor kort torenden de ruïnes nog 43 meter boven het maaiveld uit. IS blijkt echter kosten noch moeite te hebben gespaard om ook deze overblijfselen met bulldozers plat te walsen.

Waarom vinden wij het erg?
Het meest schokkende aspect van dit culturele vandalisme is de systematiek die erachter schuilgaat. De systematische uitroeiing van zes miljoen joden vanwege hun etnische achtergrond schokt ons ook meer dan de dood van tientallen miljoenen soldaten op de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog. Systematische vernietiging van mensen en erfgoed heeft vrijwel altijd een oorsprong in ideologische motieven. Een ideologie die sommige mensen en ideeën geen bestaansrecht gunt beangstigt ons, zeker als wijzelf het slachtoffer dreigen te worden. Het is dan ook interessant om te zien hoeveel westerlingen de vernietiging van oosterse oudheden verafschuwen. Blijkbaar identificeren wij ons toch in zekere mate met deze oudheden en IS begrijpt dat heel goed. Het culturele vandalisme is een symptoom van een ideologische strijd. Het is daarom van belang om beide ideologieën goed te begrijpen.

Vorige Volgende