COLUMN - Mark Rutte gaat voortaan vlogs doen en schijnt het fenomeen van videoblogjes blijkens zijn eigen podcast ‘gaaf, joh!’ te vinden. Jesse Klaver zit tegenwoordig in een Pokémonachtig spelletje en verslaat daar een lummelig getekende Geert Wilders: ‘Jesse got 23 zetels for winning1’ Dit alles om de jeugd te interesseren voor de komende Kamerverkiezingen. Want de jeugd, die moet je immers in haar eigen taal aanspreken en met haar eigen middelen zien te bereiken.
Good luck, guys.
Op de middelbare school had je soms leraren die populair wilden zijn; dat wekte eerder meewarigheid dan sympathie op bij de scholieren. Aan ooms, tantes en buren die meenden me op ‘mijn niveau’ te moeten aanspreken, had ik een grondige hekel: ik vond ze neerbuigend, en ook: volkomen oninteressant. De leraren en volwassenen die me zijn bijgebleven, en die spontaan mijn achting kregen, waren altijd degenen die me iets nieuws aanreikten.
Mensen die al die losse dingen die ik vagelijk dacht, vond, vermoedde of voelde, wisten te verbinden tot iets groters, iets complexers. Mensen die me aanspoorden tot gedachten die ik nog niet helemaal kon bevatten, die me ideeën voorspiegelden die mijn begrip nét wat te boven gingen, maar waar ik nu ineens naar kon reiken omdat zij het me hadden voorgehouden. Mensen die met me mee dachten, maar me soms ook tegenspraken, en me daardoor aanzetten tot opnieuw – maar nu beter, uitgebreider en ruimer – nadenken.