COLUMN - Zoals elk jaar zijn we de afgelopen kerstvakantie bestookt met aanvragen van goede doelen. Het glazen huis is een illustratie van de moeite die liefdadigheidsinstellingen in deze periode doen om de aandacht trekken. De ontvangers van onze donaties zijn er hopelijk bij gebaat, maar hoe zit het met de donoren zelf? Zijn we blij met de mogelijkheid iets goeds te doen, of ergeren we ons groen en geel aan de bedelarij? En welke emotie wint er over het geheel genomen?
Psychologen hebben weten al lange tijd dat iets voor anderen doen mensen een goed gevoel kunnen geven. Zo zijn bijvoorbeeld mensen die vrijwilligerswerk doen tevredener en gezonder.
Dit verband is bovendien (gedeeltelijk) causaal, zoals de auteurs van een artikel gepubliceerd in 2008 in het blad Science, laten zien. De onderzoekers gaven proefpersonen geld dat ze moesten besteden aan ofwel een cadeau voor zichzelf ofwel voor een ander. De mensen die de opdracht kregen een cadeau voor een ander te kopen rapporteerden aan het eind van de dag hogere scores voor geluk (“happiness”) dan degenen die voor zichzelf iets gekocht hadden.
Dit resultaat betekent echter nog niet dat de mogelijkheid tot doneren tot een algemene emotionele vooruitgang leidt. Een deel van de gevers doneert misschien alleen omdat ‘het moet’. En hoe zit het met degenen die niet doneren? Misschien dat hun ergernis of schuldgevoel de positieve gevoelens van de donateurs meer dan compenseren.
Een nieuw onderzoek, getiteld “The emotional consequences of donation opportunities”, kijkt wat het netto-effect is van al die verschillende emoties. In het experiment konden proefpersonen geld verdienen, wat ze vervolgens geheel of gedeeltelijk aan een goed doel konden schenken. Voor en na het experiment werd de proefpersonen gevraagd een score toe te kennen aan een heel scala aan positieve en negatieve emoties. De auteurs vergeleken vervolgens de emotieniveaus van de proefpersonen die geen of een lage donatie deden met die van degenen die veel doneerden.
Volgens verwachting rapporteerden de donateurs na het experiment een hogere gelukscore dan de non-donateurs. Bovendien hadden de donateurs een hogere gelukscore dan voor het experiment, terwijl de non-donateurs een lagere score hadden. Hetzelfde gold voor de scores voor “positive affect”, een verzameling van verschillende positieve emoties.
Bovendien bleek er, gemeten over het gehele deelnemersveld, een toename van positieve emoties te hebben plaatsgevonden, ondanks de daling onder de non-donateurs. De toename in tevredenheid onder donateurs was zo groot, dat de auteurs berekenen dat slechts een kleine hoeveelheid (16%) donateurs volstaat om de negatieve gevolgen voor de non-donateurs te compenseren.
Kortom, als u (of een bekende cabaretier) zich volgend jaar geërgert afvraagt wat al die mensen bezielt om geld te geven aan een groep uitgehongerde dj’s, weet dan: ze zijn waarschijnlijk gelukkiger dan u geërgerd bent.